De regelaar regelt
alleen een positieve of een negatieve aan‐
stuurgrootheid worden berekend. De rich‐
ting van de aanstuurgrootheid wordt in het
„PUMP" ingesteld. Er is geen dode
menu
zone. De regeling is in die zin niet
„uitschakelbaar" (behalve met „STOP" of
„PAUSE" ).
De waarde van het P-aandeel van de
regeling (Xp) wordt bij de regelaar in de
eenheid van de betreffende meetgroot‐
heid aangegeven.
Bij een P-regeling en een afstand tussen
gewenste en werkelijke waarde, die over‐
eenkomt met de Xp-waarde, is de bere‐
kende aanstuurgrootheid + 100 % (bij
„verhogen" ) resp. - 100 % (bij
instelling
„verlagen" ).
instelling
7.3
Keuze van sensortype
Invoer van de kabellengte
Een nauwkeurige invoer van de
kabellengte is bij grotere kabel‐
lengten belangrijk.
De Pt100-meting wordt gecorri‐
geerd met de kabelweerstand, die
wordt bepaald op basis van de
ingevoerde kabellengte. De cor‐
rectie is bij een kabel met een
doorsnede van 0,25 mm
per 10 m kabellengte.
„eenzijdig" . Er kan
3,5 °C
2
Toepassing van ProMinent-sensoren met
vaste kabel
1.
Druk op de
cursor met de
het menu-item
de keuze met de
2.
Verplaats de cursor met de
-toetsen naar het menu-item
[SENSOR] en bevestig dit met de
-toets
3.
Kies met de
gepaste sensor en bevestig dit met
de
-toets
De toegepaste kabellengte instellen:
Lengte van de vaste kabel
aanpassen
Wordt een geleidbaarheidssensor
met een vaste kabel toegepast en
moet de lengte van de kabel
worden ingekort, moet de werke‐
lijke kabellengte worden aangepast
via het menu bij de invoerwaarde
[LEN].
4.
Kies met de
[LEN] en bevestig dit
menu-item
met de
-toets
5.
De invoerwaarde voor de kabel‐
lengte aanpassen met de
-toetsen en bevestig dit met de -
-toets
6.
Door het twee keer drukken op de
-toets, gaat u weer terug naar de
basisweergave
Inbedrijfstelling
-toets en verplaats de
of
-toetsen naar
[INPUT] en bevestig
-toets
of
of
-toetsen de toe‐
of
-toetsen het
,
of
47