Inhoudsopgave
Advertenties
Uw activiteitenprofiel bijwerken
U kunt tien activiteitenprofielen instellen. U kunt uw instellingen en de gegevensvelden voor een bepaalde
activiteit of route aanpassen.
TIP: U kunt de activiteitenprofielen ook aanpassen via de toestelinstellingen in de Garmin Connect app.
1 Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2 Selecteer een optie:
• Selecteer een profiel.
• Selecteer Maak nieuw om een profiel te maken of te kopiëren.
3 Selecteer indien nodig
TIP: Na een rit die niet bij het profiel past, kunt u het rittype handmatig bijwerken. Nauwkeurige
rittypegegevens zijn belangrijk voor het kiezen van fietsvriendelijke routes.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer Gegevensschermen om de gegevensschermen en gegevensvelden aan te passen
gegevensscherm toevoegen, pagina
• Selecteer Segmenten om uw ingeschakelde segmenten weer te geven
pagina
12).
• Selecteer Beklimmingen > ClimbPro om de ClimbPro functie
schakelen.
• Selecteer Beklimmingen > Klimdetectie om aan te passen welke typen klimacties door het toestel worden
gedetecteerd.
• Selecteer Waarschuwingen en aanwijzingen om uw trainingswaarschuwingen aan te passen
(Waarschuwingen, pagina
• Selecteer Waarschuwingen en aanwijzingen > Waarschuwing scherpe bocht om
navigatiewaarschuwingen in te schakelen bij moeilijke bochten.
• Selecteer Waarschuwingen en aanwijzingen > Meldingen workoutdoelen om meldingen voor
workoutdoelen in te schakelen.
• Selecteer Waarschuwingen en aanwijzingen > Ronde om in te stellen hoe rondes worden gemarkeerd
(Ronden op positie markeren, pagina
• Selecteer Timer > Auto Pause om in te stellen wanneer de activiteitentimer automatisch pauzeert
Pause gebruiken, pagina
• Selecteer Timer > Timer start-modus om in te stellen hoe het toestel het begin van een rit detecteert en
dat de activiteitentimer automatisch start
• Selecteer Voeding/hydratatie om te kunnen bijhouden hoeveel u eet en drinkt.
• Selecteer Zelfbeoordeling om zelfevaluatie na workouts of alle activiteiten in te schakelen.
• Selecteer MTB/CX > Registratie van grit/flow/sprong om grit, flow en sprongen te registreren.
• Selecteer Navigatie > Kaart om de kaartinstellingen aan te passen
• Selecteer Navigatie > Routebepaling om de route-instellingen aan te passen
pagina
39).
• Selecteer Navigatie > Navigatie-aanwijzingen om navigatieberichten weer te geven met behulp van een
kaartweergave of tekstaanwijzing.
• Selecteer Satellietsystemen om GPS uit te schakelen
te wijzigen
(De satellietinstelling wijzigen, pagina
• Selecteer Automatische slaapstand om in te stellen dat het toestel automatisch in de slaapstand gaat na
5 minuten inactiviteit
Alle wijzigingen die u aanbrengt worden opgeslagen in het activiteitenprofiel.
Uw toestel aanpassen
om de naam, kleur en het standaardrittype voor het profiel te bewerken.
62).
62).
64).
65).
(De timer automatisch starten, pagina
(Automatische slaapstand gebruiken, pagina
(Segmenten inschakelen,
(ClimbPro gebruiken, pagina
(Kaartinstellingen, pagina
(Indoortrainingen, pagina
66).
65).
(Een
37) in te
(Auto
66).
38).
(Route-instellingen,
14) of de satellietinstelling
61
Advertenties
Inhoudsopgave
