3 Trek de banden
om de pedaalarm en bevestig deze aan de haken
4 Draai de pedaalarm rond om de afstand te controleren.
De sensor en banden mogen niet in contact komen met enig onderdeel van uw fiets of schoen.
OPMERKING: De LED knippert vijf seconden groen om de werking te bevestigen nadat de pedaalarm twee
keer is rondgegaan.
5 Maak een testrit van 15 minuten en inspecteer de sensor en banden om te controleren of er geen
beschadiging optreedt.
Snelheid- en cadanssensors
De cadansgegevens van de cadanssensor worden altijd opgenomen. Als er geen snelheid- en cadanssensor zijn
gekoppeld met het toestel, worden GPS-gegevens gebruikt om de snelheid en afstand te berekenen.
De cadans is de pedaal- of draaisnelheid. Deze wordt gemeten aan de hand van het aantal omwentelingen van
de pedaalarm per minuut (RPM).
Gegevens middelen voor cadans of vermogen
De instelling voor het middelen van gegevens die niet gelijk zijn aan nul, is beschikbaar als u tijdens het trainen
een optionele cadanssensor of vermogensmeter gebruikt. Standaard worden nulwaarden die optreden als u niet
trapt, genegeerd.
U kunt de waarde van deze instelling wijzigen
Draadloze sensoren
(Instellingen voor gegevens vastleggen, pagina
op de sensor.
67).
51