Inleiding
U kunt de standaard werkconfiguratie van de meter
wijzigen door de in de fabriek ingestelde Setup-opties te
veranderen.
Vele van deze Setup-opties beïnvloeden de algemene
werking van de multimeter en zijn actief in alle functies.
Andere opties zijn specifiek voor één functie of een groep
functies.
Deze instellingen worden opgeslagen en kunnen worden
gewijzigd in de Setup-modus door middel van de in dit
hoofdstuk beschreven procedure.
Setup-opties selecteren
Zet de meter aan en druk op O T (SETUP) om Setup
te activeren.
De Setup-opties wijzigen
Als in Setup op O T (SETUP) wordt gedrukt, worden
wijzigingen opgeslagen aan de laatste selectie waarna de
volgende optie wordt geactiveerd.
Elke setup-optie verschijnt in het primaire display in de in
tabel 5-1 en 5-2 getoonde volgorde.
De opties in tabel 5-1 verschijnen uitsluitend als aan de
precondities is voldaan. De opties in tabel 5-2 verschijnen
voor alle functies. (Als u dc V meet, is geen van de in
tabel 5-1 getoonde precondities vereist en verschijnen
uitsluitend de in tabel 5-2 getoonde selecties.)
Druk op O N (CANCEL) om Setup af te sluiten.
Vergeet niet uw laatste selectie op te slaan door eerst op
O T te drukken.
Hoofdstuk 5
5-1