Model 187 & 189
Gebruiksaanwijzing
Capaciteit meten
Let op
Om eventuele beschadiging aan de meter of
de te testen apparatuur te voorkomen, dient u
de stroom naar het circuit uit te schakelen en
alle hoogspanningscondensators te ontladen
voordat u de capaciteit meet. Gebruik de
gelijkspanningsfunctie om te bevestigen dat
de condensator is ontladen.
Capaciteit is het vermogen van een component om een
elektrische lading op te slaan. De eenheid van capaciteit
is de farad (F). De capaciteit van de meeste condensators
valt binnen het nanofarad (nF)- tot microfarad (µF)-bereik.
De meter meet de capaciteit door de condensator
gedurende een bekende tijdsperiode met een bekende
stroom te belasten, de resulterende spanning te meten en
vervolgens de capaciteit te berekenen. Bij condensators
die groter zijn dan 100 µF duurt het opladen verscheidene
seconden. De belasting van de condensator kan
maximaal 3 V zijn.
Het capaciteitsbereik van de meter bedraagt 1 nF, 10 nF,
100 nF, 1 µF, 10 µF, 100 µF, 1 mF, 10 mF en 50 mF.
3-12
Om de capaciteit te meten, stelt u de meter in zoals in
afbeelding 3-8. De blauwe toets wisselt de selectie tussen
capaciteit en diodetest.
De volgende druktoetsen kunnen gedurende de
capaciteitsmeting niet worden gebruikt:
•
frequentie ( N)
•
FAST MN MX ( O M)
Hier volgen enkele tips voor het meten van de capaciteit:
•
U kunt metingen van gelijksoortige waarden sneller
verrichten door R in te drukken om handmatig het
juiste bereik te selecteren.
•
De meetnauwkeurigheid van condensators met kleine
waarden kan worden verbeterd door D in te
drukken met de meetkabels open om de
restcapaciteit van de meter en kabels af te trekken.