Temperatuur meten
Om de temperatuur te meten, stelt u de meter in zoals in
afbeelding 3-10. De meter drukt de temperatuur uit in de
laatst gebruikte eenheid: Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).
Nadat u de temperatuurfunctie heeft geselecteerd, kunt u
de eenheid wijzigen door de blauwe toets in te drukken.
De meter onthoudt de geselecteerde eenheid tot de
volgende wijziging.
Het primaire display geeft ofwel de temperatuur of het
bericht ' 0PEn' (voor een open thermokoppel) weer. Door
kortsluiting van de ingang wordt de temperatuur bij de
meteraansluitingen weergegeven.
Het secundaire display geeft een nulpuntsafwijking
weer. Deze nulpuntsafwijking is ingesteld als een
kalibratiewaarde in Setup. Zie hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
De volgende druktoetsen kunnen gedurende de
temperatuurmeting niet worden gebruikt:
•
frequentie ( N)
•
FAST MN MX ( O M)
•
bereik ( R)
Waarschuwing
Sluit de thermokoppels niet aan op onder stroom
staande elektrische circuits om brand of
elektrische schokken te voorkomen.
Metingen verrichten
Temperatuur meten
189
LOGGING MULTIMETER
F
AutoHOLD
FAST MN MX
LOGGING
YES
HOLD
HOLD
MIN MAX
MIN MAX
REL
REL
CANCEL
SAVE
NO
Hz
Hz
%
%
ms
ms
RANGE
RANGE
F
F
SETUP
nS
nS
C
C
F
F
mV
mV
C
C
ac+dc
ac+dc
A
A
V
V
mA
mA
ac+dc
ac+dc
mV
mV
A
A
dB
dB
A
A
V
V
mA
mA
dB
dB
ac+dc
ac+dc
A
A
OFF
OFF
ac+dc
ac+dc
VIEW
CLEAR MEM
TEMPERATURE
TEMPERATURE
mA
mA
V
V
A
A
COM
COM
A
A
10A MAX
400mA
CAT
FUSED
FUSED
1000V
80AK
Thermokoppelprobe
80PK-1 type K
Afbeelding 3-10. Temperatuur meten
3
C
Opening
of
buis
acr010f.eps
3-15