Model 187 & 189
Gebruiksaanwijzing
Stroom meten
WWaarschuwing
Probeer nooit de stroom in een circuit te
meten als het nullastpotentiaal naar aarde
groter is dan 1000 V. U kunt de meter
beschadigen of letsel oplopen als de zekering
doorslaat tijdens een meting.
Let op
Om eventuele beschadiging aan de meter of
de te testen apparatuur te voorkomen, dient u
de zekeringen van de meter te controleren
voordat u de stroom meet. Gebruik de juiste
aansluitingen, de juiste functie en het juiste
bereik voor uw meting. Schakel de probes
nooit parallel met een willekeurig circuit of
component als de meetkabels met de
stroomaansluitingen zijn verbonden.
Stroom is de stroming van elektronen door een geleider.
Om de stroom te meten, moet u het te testen circuit
verbreken en vervolgens de meter in serie met het circuit
plaatsen.
3-16
Ga als volgt te werk om wissel- of gelijkstroom te meten:
1.
Schakel de stroom naar het circuit uit. Ontlaad alle
hoogspanningscondensators.
2.
Sluit de zwarte meetkabel aan op de COM-aansluiting.
Sluit de rode meetkabel aan op een ingang die
geschikt is voor het meetbereik (zie tabel 3-1).
Opmerking
Om te voorkomen dat de 440 mA-zekering van
de meter doorslaat, moet u de mA/ µ A-
aansluiting alleen gebruiken als u zeker bent dat
de stroom lager is dan 400 mA.
Tabel 3-1. Stroom meten
Ingangs-
Draaiknop
waarde
I
K
!
of
#
=
x
#
of
Bereiken
5,0000 A
10,000 A (aflezing knippert
bij 10 A, signaleert
overbelasting ( 0L) bij 20 A)
50,000 mA
500,00 mA
500,00 µA
5000,0 µA