Onderhoud
5 Leg elektrische leidingen (6) voorzichtig aan de
kant en steek de inbussleutel maat 5 mm in de
instelopening (5).
Zakt de veerarm, dan is de veerkracht te gering
Draai de inbussleutel naar links (tegen de rich-
ting van de wijzers van de klok in).
Gaat de veerarm naar boven, dan is de veer-
kracht te hoog
Draai de inbussleutel naar rechts (met de wij-
zers van de klok mee).
6 Test de werking.
7 Schuif de afscherming (3) naar voren en breng
de 2 vergrendelingen (2) handmatig in de bekle-
ding in.
8 Steek de sleufkopschroevendraaier in de ope-
ning (4), druk de afscherming (3) iets omhoog
en breng de inklikbare haak (1) aan in de bekle-
ding.
9 Beweeg de veerarm omhoog en omlaag en
controleer of de afscherming (3) goed vast zit.
De inklikbare haak (1) moet in de bekleding zit-
ten.
– De afschermingen moeten zonder te klemmen
in de zijgeleidingen glijden.
86
Instelling van de cardanophanging
De cardanophanging is correct ingesteld, wanneer
de lampbehuizing in elke positie stabiel blijft en niet
vanzelf beweegt.
A
Om dit te bereiken, kunt u de remkracht instel-
len bij het gewricht (A) en bij het tussengewricht
(B).
Gebruiksaanwijzing Polaris 100/200
B