5)
PATIËNT OP DE MATRAS (OPT-MODUS)
Het geïntegreerde Microklimaatbeheer-systeem treedt automatisch
in werking met de via de MCM-toets ingestelde intensiteit wanneer
de patiënt op het bed gaat liggen en stopt wanneer de patiënt uit bed gaat.
Zolang de patiënt op de matras blijft, gaat de automatische optimalisatie
van de matras door. De optimalisatie vindt plaats als de positie van de
patiënt voldoende verandert om de Optimization Detection
[Optimalisatie-detectie] in te schakelen of indien dit door de automatische
timer voor Optimalisatie ingeschakeld wordt.
OPMERKING Tijdens de optimalisatie van de druk knippert het Matras-pictogram.
Een volledig groen OPT-pictogram geeft aan dat de matras de optimale druk heeft
bereikt.
De optimalisatie stopt en de luchtdruk van de matras wordt op een vast niveau ingesteld als
►
het matrasplatform is 10 of meer graden gekanteld (anti-Trendelenburg kanteling)
►
het matrasplatform is 10 of meer graden gekanteld (laterale kanteling)
►
het matrasplatform is 5 of meer graden gekanteld (Trendelenburg kanteling)
►
kantelbeperking van het matrasplatform heeft een waarde van 7 graden of minder (anti-Trendelenburg kanteling)
►
kantelbeperking van het matrasplatform heeft een waarde van 7 graden of minder (laterale kanteling)
►
kantelbeperking van het matrasplatform heeft een waarde van 3 graden of minder (Trendelenburg kanteling)
OPMERKING Als het verplegend personeel het op enig moment nodig vindt om de matras van de patiënt opnieuw te optimaliser-
en, kan dit gestart worden door de OPT-toets (1) aan te raken. Dit heeft niet tot gevolg dat de Optimalisatie-instellingen opgeheven
worden, en dit proces wordt voortgezet als voorheen.
Handmatige optimalisatie van de druk:
►
druk op de OPT-toets (1).
Om de intensiteit van de Microklimaatbeheer in te stellen:
►
druk op de MCM-toets (7).
6)
MAXIMALE BINNENDRUK MATRAS
Voor het instellen van de maximale binnendruk matras:
►
druk op de toets Mode (6) tot "MAX" op de plaats van de
naam van de modus verschijnt.
OPMERKING Tijdens het opblazen knippert het Matras-pictogram icon totdat het groen wordt.
OPMERKING Tijdens MAX-modus wordt de tekst "MAX" afgewisseld met tekst die het resterende aantal minuten van de MAX-mo-
dus aangeeft (bijv. 30´).
OPMERKING Na 30 minuten begint de optimalisatie van de druk opnieuw. Het aftellen wordt weergegeven op de plek van naam
modus (9).
OPMERKING De maximale binnendruk van de matras kan geregeld worden met of zonder een patiënt op de matras.
OPMERKING Om Maximale Binnendruk Matras te verlengen, kunt u de toets Modus nogmaals indrukken tijdens de laatste 5 minu-
ten van de MAX-modus.
7)
INSTELLEN COMFORTABELE DRUK
De matrasdruk kan aangepast worden op basis van de behoeften
van de patiënt. De druk kan in Zone A (zitgedeelte) of in Zone B
(rug- en beengedeelte van de matras) afzonderlijk ingesteld worden.
De grijze pijl onder het pictogram Drukniveau van Zone A of Zone B
geeft de geoptimaliseerde druk aan.
De druk aanpassen na optimalisatie van de druk:
►
druk op de toets Comfort (4) om Zone A of B te selecteren
►
druk op de toets MINUS (2) of PLUS (3) om de druk in de
geselecteerde zone (A of B) aan te passen
OPMERKING Letter A of B onder het pictogram Matras geeft de
geselecteerde zone aan.
OPMERKING Om deze afzonderlijke instellingen te annuleren op
de toets OPT drukken en de drukniveaus gaan terug naar
geoptimaliseerde druk.
D9U001GE5-0207_05
Afb. Patiënt op de matras
Afb. Maximale binnendruk matras
Afb. Instellen comfortabele druk
73