6.4.3 Wissen van een individuele meting
BENNING IT 130
Selecteer met de functiekeuzeschakelaar de schakelstand SETTINGS-instellingen.
Selecteer DELETE RESULTS (GEGEVENS WISSEN) in het menu MEMORY (GEHEUGEN).
Afbeelding 6.9: Wissen van een individuele meting (installatiestructuurveld geselecteerd)
Toetsen in het installatiestructuurveld
TAB
OP/NEER
Functiekeuzeschakelaar Annuleren/terug naar de meetfunctie.
ESC
MEM
Toetsen in het meetresultaatveld
OP/NEER
TEST
TAB/ESC
Functiekeuzeschakelaar Annuleren/terug naar de meetfunctie.
Afbeelding 6.10:
Wissen van een individuele meting
Selecteert de geheugenplaats (object/blok/zekering/meetpunt).
Selecteert het nummer van de geselecteerde geheugenplaats (1
tot 199).
Annuleren/terug naar het geheugenmenu.
Roept het meetresultaatveld van individuele metingen op.
Selecteert een individuele meting.
Opent een dialoogvenster om een individuele meting te wissen.
Door nogmaals op de toets te drukken, wordt de individuele meting
gewist.
Annuleren/terug naar het installatiestructuurveld.
- 66 -
Beheer van meetwaarden
Afbeelding 6.11:
Weergave nadat de meting werd gewist