6.4
Wissen van meetresultaten
6.4.1 Wissen van het volledige meetwaardegeheugen
BENNING IT 130
Selecteer met de functiekeuzeschakelaar de schakelstand SETTINGS-instellingen.
Selecteer CLEAR ALL MEMORY (VOLLEDIG GEHEUGEN WISSEN) in het menu MEMORY
(GEHEUGEN). De volgende waarschuwing verschijnt:
Toetsen
OP/NEER
6.4.2 Wissen van alle metingen per geheugenplaats en
TEST
subgeheugenplaatsen
ESC/Functiekeuzeschakelaar Annuleren/terug naar het menu SPEICHER (GEHEUGEN).
Selecteer met de functiekeuzeschakelaar de schakelstand SETTINGS-instellingen.
Selecteer DELETEC RESULTS (GEGEVENS WISSEN) in het menu MEMORY (GEHEUGEN).
Afbeelding 6.8: Wissen van alle metingen per geheugenplaats en subgeheugenplaatsen
Toetsen in het installatiestructuurveld
TAB
OP/NEER
Functiekeuzeschakelaar Annuleren/terug naar de meetfunctie.
ESC
TEST
Afbeelding 6.6: Volledig meetwaardegeheugen wissen
Schakelt tussen NEEN en JA.
Bevestigt
meetwaardegeheugen.
Afbeelding 6.7: Wissen van het meetwaardegeheugen
Selecteert de geheugenplaats (object/blok/zekering/meetpunt).
Selecteert het nummer van de geselecteerde geheugenplaats (1
tot 199).
Annuleren/terug naar het geheugenmenu.
Opent een dialoogvenster om alle metingen op de geselecteerde
geheugenplaats en op de ondergeschikte geheugenplaatsen te
wissen. Door nogmaals op de toets te drukken, worden alle
metingen
geheugenplaatsen gewist.
het
wissen
op
de
geheugenplaats
- 65 -
Beheer van meetwaarden
van
het
volledige
en
de
ondergeschikte