6 Meetwaardebeheer
6.1
Geheugenstructuur
BENNING IT 130
Na het uitvoeren van de meting kunnen de meetresultaten met alle relevante meetparameters
worden opgeslagen in het testapparaat.
Het geheugen van het testapparaat is opgesplitst in vier niveaus, waarbij elk niveau over 199
geheugenplaatsen beschikt. Het aantal metingen dat op een geheugenplaats kan worden
opgeslagen, is niet beperkt.
Het installatiestructuurveld beschrijft de geheugenplaats van de meting (welk object, blok,
zekering en meetpunt) en hoe deze kan worden bereikt.
Het meetresultaatveld geeft informatie over het soort en het aantal metingen die bij de
geselecteerde geheugenplaats (object, blok, zekering en meetpunt) behoren.
Afbeelding 6.1: Installatiestructuurveld en meetresultaatveld
De voordelen van de geheugenstructurering zijn:
Meetresultaten kunnen volgens een typische elektrische installatie worden gestructureerd
en opgeslagen.
De structuur van de te testen elektrische installatie kan met de pc-software BENNING PC-
Win IT 130 worden aangemaakt en naar het testapparaat BENNING IT 130 worden
overgedragen (uploaden van installatiestructuren).
Eenvoudig doorzoeken van installatiestructuren en bijbehorende meetresultaten.
Testrapporten en ZVEH-testprotocollen kunnen na het uitlezen van de meetresultaten
(download) op de pc met behulp van de protocolsoftware BENNING PC-Win IT 130
worden opgesteld.
Installatiestructuurveld
Menu Speicher (Geheugen)
Installatiestructuurveld
1ste niveau:
OBJECT: Standaardnaam van de geheugenplaats
001: Nummer van de geheugenplaats
2de niveau:
BLOCK (Blok): Standaardnaam van de geheugenplaats
002: Nummer van de geheugenplaats
3de niveau:
FUSE (Zekering): Standaardnaam van de geheugenplaats
003: Nummer van de geheugenplaats
4de niveau:
CONNECTION
(Meetpunt):
geheugenplaats
004: Nummer van de geheugenplaats
Aantal metingen op de geselecteerde geheugenplaats
[Aantal metingen op de geselecteerde geheugenplaats en de
- 61 -
ondergeschikte geheugenplaatsen]
Beheer van meetwaarden
Standaardnaam
van
de