Onderhoudswerkzaamheden, reparaties en instellingen aan het meetinstrument en de accessoires mogen uitsluitend door geautoriseerde vakmensen worden uitgevoerd. Gebruik uitsluitend standaard of als optie verkrijgbare BENNING-accessoires, die u van uw geautoriseerde dealer hebt ontvangen! Let erop dat de meetcategorie van sommige accessoires lager is dan die van het meetinstrument.
Pagina 5
BENNING IT 130 Beknopte handleiding Sluit geen spanningsbronnen op de C1-ingang aan. Deze mag uitsluitend worden gebruikt voor het aansluiten van door BENNING aanbevolen ampèretangadapters. De maximale ingangsspanning bedraagt 3 V! Alle gebruikelijke veiligheidsbepalingen moeten in acht worden genomen om een...
Voorkant en aansluitingen BENNING IT 130 Beknopte handleiding Koppel de Commander los van het meetinstrument en de installatie en schakel de Commander uit, voordat u het deksel van het accuvak opent. Binnenin de Commander kan sprake zijn van gevaarlijke spanningen.
1 x USB-interfacekabel 6 x oplaadbare NiMh-accu's, type AA 2 x batterijen, type AAA 1 x oplader 1 x CD-ROM met protocol-software BENNING PC-WIN IT 130 en uitvoerige bedieningshandleiding in PDF-formaat 1 x gedrukte beknopte handleiding 1 x kalibratiecertificaat - 7 - ...
Aanduidingen en symbolen BENNING IT 130 Beknopte handleiding Aansluitmonitor De aansluitmonitor geeft de aangesloten spanningen op de meetaansluitingen alsmede de informatie met betrekking tot de actieve meetaansluitingen in het wisselstroomnet aan. De aangesloten spanning wordt door middel van de weergave van de meetklemmen weergegeven.
Eenvoudige storing in het IT-netwerk. Zekering F1, F2 of F3 is defect. Wanneer zekering F2 of F3 is doorgebrand, mag het apparaat niet langer gebruikt worden. Het apparaat moet dan voor onderzoek/reparatie naar de firma Benning worden gestuurd. Keuze van de meetfuncties...
Nr.: 2/3 R ISO: >999 M Nr.: 3/3 R LOW: 0,17 Met de meegeleverde pc-software BENNING PC-Win IT 130 kan het meetwaardegeheugen van het meetinstrument worden uitgelezen (download) en kunnen reeds op de pc aangemaakte installatiestructuren aan het meetinstrument (upload) worden overgedragen....
Slechts zekering F1 mag vervangen worden. Wanneer zekering F2 of F3 is doorgebrand, mag het apparaat niet langer gebruikt worden. Het apparaat moet dan voor onderzoek/reparatie naar de firma Benning worden gestuurd. M 0,315 A/250 V, 205 mm (757211) Deze zekering is bedoeld ter bescherming van de interne schakelcircuits van de laagohmige meting/continuïteitstest, voor het geval de meetpennen gedurende de meting...
Type AA, oplaadbaar NiMh/alkali, Aantal: 6 stuks Kalibratie BENNING waarborgt de naleving van de in de gebruiksaanwijzing vermelde technische gegevens en nauwkeurigheidsinformatie gedurende het 1ste jaar na de leveringsdatum. Om de aangegeven nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen behouden, moet het instrument regelmatig door onze fabrieksservice worden gekalibreerd.
2 x L = 20 m, 1 x L = 4,5 m Art.nr.: 044113 Ampèretangadapter BENNING CC 1, 1 A - 400 A AC Uitgang: 1 mV per 1 A Art.nr.: 044037 BENNING CC 3, 0,2 A - 300 A AC/DC Uitgang: 1 mV/10 mV per 1 A Art.nr.: 044038...
Metingen 2.1 Nulcompensatie van de meetkabels BENNING IT 130 Beknopte handleiding 1. De functie instellen R LOW of Continuïteit selecteren R LOW 2. De meetkabels kortsluiten. Kortgesloten meetkabels 3. Druk de toets 4. Druk op de toets CAL (HELP). Na de compensatie (nulcompensatie) van de meetkabels wordt in eerste instantie de gemeten waarde en aansluitend 0,00 Ω...
2.2 TRMS-spanning (V AC/DC), frequentie en fasevolgorde (draaiveld) BENNING IT 130 Beknopte handleiding 1. De functie instellen. 2. Aansluitschema Aansluiting van de als optie verkrijgbare Commander-meetstekker (044149) en de 3-aderige meetkabel Aansluiting van de 3-aderige meetkabel en de als optie verkrijgbare CEE-meetadapter (044148) in het driefasesysteem 3.
Zoemer [AAN. UIT] alleen voor Continuïteit R LOW 3. Aansluitschema Aansluiting van de 3-aderige meetkabel en de als optie verkrijgbare meetkabel BENNING TA 5 (044039) Aansluiting van de 3-aderige meetkabel en de Commander-meetpen 4.b Continuïteit: 4.a R LOW-laagohmig: Druk de toets...
2.7 Leidingsimpedantie (Z BENNING IT 130 Beknopte handleiding 1. De functie 2. Subfunctie, parameters en grenswaarden instellen. instellen. Kabelimpedantie ΔU Spanningsverval Type zekering I L-N/L [zonder (---), gL/gG, B, C, K, D] Nominale stroomsterkte van de zekering Uitschakeltijd van de zekering Max.
Opmerking: In het menu SETTINGS moet de gebruikte ampèretang worden ingesteld. 2. Aansluitschema Aansluiting van de als optie verkrijgbare ampèretang BENNING CC 1 (044037), BENNING CC 3 (044038) 4. Druk de toets om met een doorlopende meting te beginnen. Druk de toets nogmaals in om de meting te beëindigen.
Maximale grenswaarde: [zonder (---), 0,1 lux ÷ 20 klux]. 3. Aansluitschema Positioneren van de als optie verkrijgbare verlichtingssterktesensor BENNING Luxmeter type B (044111) 4. Druk de toets om met een doorlopende meting te beginnen. Druk de toets nogmaals in om de meting te beëindigen.
2.11 Enkelvoudige fout lekstroom (ISFL) in IT-netwerk (R BENNING IT 130 Beknopte handleiding 1. De functie 2. Subfunctie en grenswaarden instellen. instellen. ISFL Enkelvoudige fout lekstroom (In het menu SETTINGS moet het IT- netwerk worden ingesteld) Maximale grenswaarde [zonder (---), 3,0 mA ÷ 20,0 mA] 3.