Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Contactspanning (Uc) - Benning IT 130 Bedieningshandleiding

Installatiemeter
Verberg thumbnails Zie ook voor IT 130:
Inhoudsopgave

Advertenties

BENNING IT 130
Het DC-gedeelte van MI en EV RCD's wordt getest met een gelijkstroom. Het door-
laatlimiet ligt tussen 0,5 x en 1,0 x I
Aansluitplan

5.4.1 Contactspanning (Uc)

Afbeelding 5.17: Aansluiting van de optionele Commander-teststekker (044149)
Lekstroom die via de aardleiderverbindingen ten opzichte van aarde wegloopt, veroorzaakt een
spanningsafname op de aardingsweerstand, dus een spanningsverschil tussen de PE-
potentiaalcompensatie en aarde. Dit spanningsverschil noemt men contactspanning en doet zich
voor op alle toegankelijke geleidende delen die aangesloten zijn op de randaarding PE. De
contactspanning moet altijd kleiner zijn dan de maximaal toegelaten contactspanning. De
contactspanning wordt gemeten met een teststroom van minder dan ½ I
de RCD's te vermijden en vervolgens naar de nominale waarde I
Uitvoering van de contactspanningsmeting
Selecteer met de functiekeuzeschakelaar de schakelstand RCD.
Stel de subfunctie in op Uc.
Stel de testparameters in.
Breng de testdraden in contact met het testobject (zie afbeelding 5.17).
Druk op de toets TEST om de meting te starten.
Sla het meetresultaat op door op de toets MEM te drukken (optioneel).
De weergegeven contactspanning heeft betrekking op de nominale verschilstroom van de
aardlekschakelaar en wordt om veiligheidsredenen vermenigvuldigd met een factor. De factor
1,05 wordt gebruikt om een negatieve tolerantie van het resultaat te vermijden. Tabel 5.1
beschrijft de berekening van de contactspanning.
.
en van de 3-geleider testdraad
NDC
- 41 -
, om het activeren van
te normaliseren.
N
∆N
Metingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave