Achterste binnenverlichting
Bus
De interieurverlichting onderaan en in
het dak bevinden zich in de passa‐
giersruimte achteraan.
Bedien de tuimelschakelaar op het in‐
strumentenpaneel:
c indrukken
= aan
OFF indrukken = uit
Bagageruimteverlichting
De bagageruimteverlichting kan zo‐
danig worden ingesteld dat deze gaat
branden bij het openen van de zij- of
achterdeuren, of juist continu is inge‐
schakeld.
Om in te schakelen schakelaar in‐
drukken:
■ Continu aan
■ Brandt samen met de binnenver‐
lichting
■ Continu uit
Verlichting
Wanneer de deuren worden gesloten,
dooft de instapverlichting na enige tijd
of direct als het contact wordt inge‐
schakeld.
Leeslampen
Leeslamp vooraan
Bediening met toets l.
Het leeslampje kan naar wens wor‐
den gericht.
87