114
Rijden en bediening
wielen afzonderlijk afgeremd. Daar‐
door wordt de rijstabiliteit van de auto
op een glad wegdek aanmerkelijk
verbeterd.
ESP®
Plus
is bedrijfsklaar zodra het
contact wordt ingeschakeld en de
controlelamp v op de instrumenten‐
groep dooft.
Wanneer ESP®
Plus
ingrijpt, gaat v
knipperen.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp v 3 76.
Uitschakelen
Het is mogelijk het ESP®
schakelen, wanneer de aandrijfwie‐
len moeten kunnen doorslaan:
v-toets indrukken. Controlelampje v
brandt op de instrumentengroep en
het bericht ANTISLIP-SYSTEEM
UIT verschijnt in het driver information
center.
U kunt het ESP®
Plus
weer activeren
door nogmaals op de knop v te druk‐
ken. Controlelamp v op de instru‐
mentengroep dooft. De volgende
keer dat het contact wordt ingescha‐
keld is het ESP®
veerd.
Wanneer de auto een snelheid van
50 km/u bereikt, wordt ESP®
tomatisch opnieuw geactiveerd.
Storing
Als het systeem een storing regis‐
treert, brandt controlelampje A op
de instrumentengroep en verschijnt
het bericht CONTROLEER ESP in
het driver information center.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
uit te
Plus
door een werkplaats laten verhelpen.
Boordinformatie 3 79.
Plus
opnieuw geacti‐
Plus
au‐