26
Sleutels, portieren en ruiten
Bij het sluiten van de deuren bevestigt
u elke deurvanger op de pal op het
deurframe.
Eerst linkerdeur, dan rechterdeur slui‐
ten.
Antidiefstalbeveiliging
Vergrendelingssysteem
9 Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐
delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
De portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle portieren geslo‐
ten zijn.
Let op
Het vergrendelingssysteem kan niet
worden geactiveerd als de alarm‐
knipperlichten of stadslichten zijn in‐
geschakeld.
Vergrendelen en ontgrendelen is niet
mogelijk met de centrale vergrende‐
lingstoets.
Inschakelen
Tweemaal op toets e drukken.
Uitschakelen
Ontgrendel de portieren met de toets
c op de handzender.
Diefstalalarmsysteem
Het anti-diefstalalarmsysteem wordt
samen met de centrale vergrendeling
bediend.
Het bewaakt:
■ Portieren, achterklep, motorkap
■ Passagiersruimte,