148
Verzorging van de auto
6. Vulslang op het bandventiel
schroeven.
7. Schakelaar op de compressor in
stand O zetten.
8. De rode voedingskabel < op de
compressor op de starthulpaan‐
sluiting 3 153 aansluiten.
9. De andere zwarte voedingska‐
bel ] op de massa van de auto
aansluiten, bijv. op het motorblok
of op een bout van de motorop‐
hanging.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de mo‐
tor te laten draaien.
10. Wipschakelaar op de compressor
in stand I zetten. De band wordt
gevuld met afdichtmiddel.
11. De drukmeter van de compressor
slaat kortstondig uit tot 6 bar. De
druk begint daarna weer te dalen.
12. Al het afdichtmiddel wordt in de
band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
13. De voorgeschreven bandenspan‐
ning moet binnen 10 minuten wor‐
den bereikt. Bandenspanning
3 178. Nadat de voorgeschreven
bandenspanning bereikt is de
compressor uitschakelen.
Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning niet binnen 10 minu‐
ten bereikt, dan de bandenrepa‐
ratieset verwijderen. Auto één