102
Rijden en bediening
Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 102
Remmen .................................... 111
Brandstof ................................... 121
Trekken ...................................... 122
Rijtips
Controle over de auto
Nooit met afgezette motor rijden
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Stuurbekrachtiging
Stuurwiel nooit volledig in een van de
eindstanden draaien, wanneer de
auto stilstaat: daarbij kan de stuur-
pomp beschadigd raken.
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
De eerste paar ritten tijdens de inrij-
periode en ook na het aanbrengen
van nieuwe remblokken niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont-
wikkeling optreden door het verdam-
pen van was en olie op het uitlaatsys-
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Rijd tijdens de eerste inrijperiode niet
overmatig hard of met hoge motor-
toerentallen.
Tijdens de inrijperiode liggen het
brandstof- en motorolieverbruik mo-
gelijk iets hoger.