122
Rijden en bediening
De tankdop kan aan de onderste
haak van de tankklep hangen.
Breng de dop na het tanken weer aan
en draai deze rechtsom vast.
Voorzichtig
Gemorste brandstof onmiddellijk
afwassen.
Brandstofverbruik - CO
uitstoot
De vaststelling van het brandstofver‐
bruik is geregeld door de Europese
Richtlijn 715/2007 692/2008 A.
De richtlijn is afgestemd op het wer‐
kelijke verkeer: Stadsritten tellen
voor
1
/
en ritten over buitenwegen
3
voor ongeveer
/
. Er wordt ook reke‐
2
3
ning gehouden met koude starts en
acceleratietijden.
Een onderdeel van de richtlijn is bo‐
vendien de vermelding van de CO
emissie.
Het brandstofverbruik hangt af van de
persoonlijke rijstijl, de staat van het
wegdek en de verkeersomstandighe‐
den.
De brandstofverbruiksmeting houdt
rekening met het leeggewicht van de
auto zoals vastgesteld volgens de
richtlijnen. Accessoires houden mo‐
gelijk een geringe verhoging van het
brandstofverbruik en de CO
-
in en kunnen een lagere maximum‐
2
snelheid tot gevolg hebben.
-
2
Trekken
Algemene informatie
Alleen trekhaken gebruiken die voor
uw auto zijn goedgekeurd. Trekhaken
later door een werkplaats laten inbou‐
wen. Zo nodig wijzigingen in de auto
aanbrengen, zoals in het koelsys‐
teem, de hitteschilden of andere uit‐
-emissie
2
rusting.
Inbouwmaten van trekhaken die in de
fabriek gemonteerd zijn 3 179.
Rijgedrag en
aanhangertips
Bij beremde aanhangers/caravans de
losbreekkabel bevestigen.
Alvorens een aanhangwagen aan te
koppelen, de kogel van de trekhaak
smeren. Bij gebruik van een trillings‐
demper die slingerbewegingen
dempt en op de koppelingskogel in‐
werkt, mag de kogel niet worden ge‐
smeerd. Voor aanhangers met een
geringe rijstabiliteit wordt het gebruik
van een trillingsdemper aanbevolen.