2. Klik op Printer, Setup (Instellen), Properties
(Eigenschappen) of Options (Opties). U moet wellicht op een
combinatie van deze knoppen klikken. Het venster Properties
(Eigenschappen) wordt weergegeven met de menu's Paper
(Papier), Graphics (Afbeeldingen) en Device Options
(Apparaatopties). Deze menu's bevatten de instellingen voor
de printerdriver.
3. Als u een menu wilt weergeven, klikt u op de bijbehorende
tab boven aan het venster. Zie "Instellingen voor de
printerdriver wijzigen" op pagina 76 voor meer informatie
over het wijzigen van de instellingen.
74
Printersoftware