Download Print deze pagina
Epson LQ-2080 Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor LQ-2080:

Advertenties

®
24-naalds dot-matrixprinter
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgesla-
gen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm
of op enige wijze, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SEIKO EPSON CORPORATION. SEI-
KO EPSON CORPORATION wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik
van de informatie in dit document. Evenmin kan SEIKO EPSON CORPORATION aanspra-
kelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit
document.
Noch SEIKO EPSON CORPORATION, noch zijn filialen kunnen door de koper van dit
product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten
ontstaan als gevolg van wijzigingen en reparaties uitgevoerd door onbevoegden. Deze
handleiding werd met grote zorg opgesteld. EPSON is echter niet verantwoordelijk voor
kleine onachtzaamheden zoals drukfouten.
SEIKO EPSON CORPORATION, noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld
voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderde-
len of verbruiksgoederen kenbaar als Original EPSON Products of EPSON Approved
Products by SEIKO EPSON CORPORATION.
EPSON is een gedeponeerd handelsmerk van SEIKO EPSON CORPORATION.
IBM en PS/2 zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines
Corporation.
Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en andere landen.
Presto! is een handelsmerk van NewSoft Technology Corporation.
Algemene kennisgeving: Andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als
identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars.
Copyright © 1999 van Epson Deutschland GmbH, Düsseldorf.
Gebruikershandleiding

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson LQ-2080

  • Pagina 1 Noch SEIKO EPSON CORPORATION, noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van wijzigingen en reparaties uitgevoerd door onbevoegden.
  • Pagina 2 FCC Certification of this device and may cause H. Horiuchi interference levels which exceed the limits esta- President van EPSON EUROPE B.V. blished by the FCC for this equipment. It is the responsibility of the user to obtain and use a shielded equipment interface cable with this de- vice.
  • Pagina 3: Knoppen En Lampjes Op Het Bedieningspaneel

    Knoppen en lampjes op het bedieningspaneel Paper Out-lampje Font-knop smalschriftknop Pause-knop Brandt wanneer er geen Selecteert het Activeert de Onderbreekt tijdelijk de papier overblijft of het lettertype. Zie smalschriftmodus afdruktaak. Indien u papier niet correct hoofdstuk 5. nogmaals op de knop smalschriftlampje geladen werd.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoud Kennismaking met uw printer Gebruiksvriendelijke functies ......1 Beschikbare papierpaden ....... . 3 Afdrukken op kettingpapier .
  • Pagina 5 Hoofdstuk 2 Afdrukken op kettingpapier De papierhendel instellen ......2-2 De papierdiktehendel instellen ......2-3 De achterste push-tractor gebruiken .
  • Pagina 6 EPSON Remote! installeren ......4-22 EPSON Remote! openen ......4-22...
  • Pagina 7 EPSON Status Monitor 2 installeren ..... . . 6-2 EPSON Status Monitor 2 openen ......6-4 Informatie over de printerstatus raadplegen .
  • Pagina 8 Lijst met commando's ........C-13 EPSON ESC/P2-besturingscodes ..... C-14 IBM 2391 Plus-emulatie besturingscodes .
  • Pagina 9: Kennismaking Met Uw Printer

    10 cpi (characters per inch). Daarnaast bevat uw printer een printerdriver, het hulpprogram- ® ® ma EPSON Status Monitor 2 voor Microsoft Windows 95/98 waarmee u snel en makkelijk de status van uw printer kunt nagaan en bijkomende software. Verder biedt uw printer nog een heleboel opties zodat u het afdrukproces helemaal kunt afstem- men op uw persoonlijke wensen.
  • Pagina 10: Hoofdstuk 2

    Als u de voorste of achterste push-tractor gebruikt (optioneel), kunt u met de afscheurfunctie het kettingpapier naar de afscheurrand van de printer verplaaten wanneer u klaar bent met afdrukken. Vervolgens kunt u de afgedrukte vellen makkelijk afscheuren. Zo vermijdt u dat het papier dat tussen opeenvolgende documenten zit verloren gaat.
  • Pagina 11: Beschikbare Papierpaden

    papierhendel Met de functie voor precisieverplaatsing kunt u de top-of- form-positie (bovenzijde formulier) en de afscheurpositie instellen. (Zie de Verklarende woordenlijst voor uitleg over de top-of-form- en de afscheurpositie.) Met de functie voor precisieverplaatsing verplaatst u het papier naar voor of achter in stappen van 1/180 inch zodat de top-of-form-positie en de afscheurpositie heel accuraat is.
  • Pagina 12: Afdrukken Op Kettingpapier

    Afdrukken op kettingpapier Om op kettingpapier af te drukken hebt u de keuze uit drie tractorposities (push aan voorzijde, push aan achterzijde en pull) en drie invoeren (voorinvoer, achterinvoer en onderinvoer). In dit gedeelte verneemt u welk papierpad en welke tractorpositie in uw specifiek geval geschikt zijn wanneer u afdrukt op ketting- papier.
  • Pagina 13 tractor positie Beschrijving Wanneer u deze tractor gebruikt, laadt u papier via de achterinvoer. Opmerking: Dikke doorslagformulieren laadt u via de voorinvoer omdat deze een recht papierpad vereisen. Let op: Laad kettingpapier met etiketten niet via de achterinvoer. achterste push De etiketten kunnen dan in de printer losraken van het steunvel en een papierstoring veroorzaken.
  • Pagina 14 Zoals aangegeven in de onderstaande tabel kunt u kiezen uit drie invoeren wanneer u de pull-tractor gebruikt: voorinvoer, onde- rinvoer en achterinvoer. Papierinvoer Beschrijving Als u op dik papier afdrukt zoals doorslagformulieren of kettingpapier met etiketten, laadt u het papier via de voorinvoer omdat hier het papier nagenoeg helemaal recht ingevoerd wordt.
  • Pagina 15 De push en pull-tractor combineren Voor een optimale continue papierinvoer en om het risico op papierstoringen te beperken combineert u twee tractors. Dit is vooral handig wanneer u ononderbroken afdrukt op voorbe- drukte formulieren, doorslagformulieren, etiketten en wanneer u afbeeldingen afdrukt. Wanneer u twee tractors combineert, kunt u via de voorinvoer papier in de voorste push-tractor en de voorste pull-tractor laden of via de achterinvoer papier in de achterste push-tractor en de achterste pull-tractor laden.
  • Pagina 16: Op Losse Vellen Afdrukken

    Op losse vellen afdrukken Zoals de onderstaande illustratie toont, heeft uw printer twee papierinvoeren voor losse vellen: een boveninvoer en een voor- invoer. Als de voorste of achterste push-tractor kettingpapier bevat, kunt u losse vellen via de boven- of voorinvoer laden zonder het kettingpapier te verwijderen.
  • Pagina 17: Optionele Onderdelen

    Papier laden via de voorinvoer Via deze invoer kunt u normale losse vellen laden alsook losse doorslagformulieren, enveloppen of briefkaarten. Opmerking: Laad losse doorslagformulieren die uitsluitend aan de zijkant met een lijmrand ingebonden zijn steeds via de voorinvoer. Optionele onderdelen Uw printer beschikt over alle nodige middellen om kettingpapier en losse vellen te laden en te bedrukken.
  • Pagina 18: Lintcartridge

    Wanneer de afdrukkwaliteit afneemt, dient u de lintcartridge te vervangen. Originele EPSON-lintcartridges zijn specifiek ont- worpen voor EPSON-printers en leveren de beste resultaten. Ze zorgen ervoor dat de printer naadloos functioneert en de print- kop en de andere printeronderdelen lang meegaan.
  • Pagina 19 Gebruik geen beschadigd of gerafeld netsnoer. Zorg bij gebruik van een verlengsnoer dat de totale stroom- belasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet ho- ger ligt dan de maximale stroomsterkte van het verlengsnoer. Zorg er ook voor dat de totale hoeveelheid ampères van alle apparaten die op het stopcontact zijn aangesloten niet meer is dan voor het stopcontact is toegestaan.
  • Pagina 20: Waarschuwingssymbool Op De Printkop

    Raak de printkop nooit aan wanneer de printer pas een afdruktaak beëindigd heeft. Laat de printkop eerst een aantal minuten afkoelen. Strenge energienormen NERGY TAR-partner heeft EPSON be- paald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van het NERGY TAR-programma inzake zuinig energieverbruik.
  • Pagina 21: Wegwijs In Uw Handleidingen

    Wegwijs in uw handleidingen Deze Gebruikershandleiding reikt u gedetailleerde informatie aan over de installatie en het gebruik van uw printer. De bijgeleverde Naslaggids behandelt in het kort de grondbeginselen van het werken met deze printer. Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmer- kingen Voor deze handleiding gelden de volgende conventies: Waarschuwingen moet u in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen.
  • Pagina 22 Hoofdstuk 1 De printer configureren De printer uitpakken ........1-2 Een plaats voor de printer kiezen .
  • Pagina 23: De Printer Uitpakken

    De printer uitpakken Naast deze handleiding bevat de doos een aantal schijven met EPSON-printersoftware, een instructieblad en de volgende arti- kelen: papiergeleider printer papierseparator netsnoer schroevendraaier lintcartridge Opmerking: Bij sommige modellen printers is het netsnoer permanent aan de printer bevestigd. Verder is de vorm van de netsnoerstekker afhankelijk van het land waar u de printer gekocht hebt.
  • Pagina 24: Een Plaats Voor De Printer Kiezen

    Let op: Voor elk type netspanning is een ander model printer beschik- baar. Het is niet mogelijk een bepaald model printer voor een ander type netspanning aan te passen. De netspanning staat aangegeven op het etiket op de achterkant van uw printer. Indien de aangegeven netspanning niet overeenkomt met de plaatselijke netspanning, neemt u contact op met uw leverancier.
  • Pagina 25 Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken en trillingen. Plaats de printer in de buurt van een goed toegankelijke wandcontactdoos. Vermijd het gebruik van stopcontacten die met een muur- schakelaar of een automatische tijdklok kunnen worden in- en uitgeschakeld. Een stroomonderbreking kan ertoe leiden dat de informatie in het geheugen van de printer of de computer gewist wordt.
  • Pagina 26: Kettingpapier Plaatsen

    EPSON raadt aan gebruik te maken van originele EPSON-lint- cartridges (S015086). Producten die niet door EPSON zijn ver- vaardigd kunnen aan uw printer schade veroorzaken die niet onder de EPSON-garantie valt.
  • Pagina 27 1. Controleer of de printer uit staat. De printer staat uit als het oppervlak van de Operate-knop zich op gelijke hoogte be- vindt als de beschermranden van de knop (zie afbeelding). Let op: Als u de printkop verplaatst terwijl de printer aan staat, kan de printer schade oplopen.
  • Pagina 28 4. Zorg dat de printkop is afgekoeld of laat deze anders enkele minuten afkoelen. Schuif de printkop vervolgens met de hand naar de installatiepositie van de lintcartridge (het ingekeepte gedeelte van de papierspanner). Opmerking: Als u de pull-tractor gebruikt, kunt u de lintcartridge vervangen zonder de printkop naar de installatiepositie voor de cartridge te verschuiven.
  • Pagina 29 5. Verwijder de reeds aanwezige cartridge door deze enigszins naar voren en omhoog te trekken. De lintgeleider klikt daar- door los van de metalen pinnetjes achter de printkop. Werp de lintcartridge weg in overeenstemming met lokale milieu- voorschriften. lintgeleider 6. Haal de nieuwe lintcartridge uit de verpakking. Verwijder de separator in het midden van de lintcartridge en werp de separator weg.
  • Pagina 30 7. Houd de cartridge met de lintspanknop omhoog. Plaats de voorste twee inkepingen van de lintcartridge over de penne- tjes aan weerszijden van de printer (zie illustratie). Plaats de cartridge vervolgens in horizontale positie. 8. Plaats de achterste twee inkepingen van de cartridge over de pennetjes ter weerszijden van de printer.
  • Pagina 31 9. Til de lintgeleider van de cartridge omhoog ( ) en duw deze stevig over de metalen pinnetjes achter de printkop ( ). Zorg dat het lint niet gedraaid of dubbelgevouwen is en dat het zich achter de printkop bevindt. Druk de geleider omlaag tot deze vastklikt.
  • Pagina 32: De Papiergeleider En De Papierseparator Bevestigen

    11. Breng de printerkap opnieuw aan door de lipjes aan de voorzijde in de openingen op de printer te plaatsen en de kap vervolgens omlaag te duwen tot deze vastklikt. De papiergeleider en de papierseparator bevestigen U installeert de papiergeleider en de papierseparator als volgt: 1.
  • Pagina 33 2. Zorg dat de klep van de papiergeleider open is (zie illustra- tie). Bevestig de papiergeleider door de openingen aan de onderzijde van de papiergeleider over de pennetjes achter de papierspanner te schuiven. papierspanner klep papiergeleider 3. Sluit de klep van de papiergeleider. 1-12 De printer configureren...
  • Pagina 34: De Printer Aansluiten Op Het Lichtnet

    De printer aansluiten op het lichtnet 1. Controleer of de printer uit staat. De printer staat uit als het oppervlak van de Operate-knop zich op gelijke hoogte be- vindt als de beschermranden van de knop (zie afbeelding). 2. Controleer of de netspanning op het etiket aan de achterzijde van de printer overeenkomt met de in uw land gangbare netspanning.
  • Pagina 35: De Printer Op Een Computer Aansluiten

    De printer op een computer aansluiten Om de computer aan te sluiten op de ingebouwde parallelle interface van de printer, hebt u een afgeschermde, twisted-pair parallelle kabel nodig met een D-SUB, 25-pins, mannelijke con- nector voor aansluiting op de computer en een 36-pins Centro- ®...
  • Pagina 36: De Printersoftware Installeren

    De printerdriver is het programma dat de printer aanstuurt. Met de printerdriver kunt u instellingen opgeven voor de afdrukkwaliteit en -resolutie, het papierformaat enzovoort. EPSON Status Monitor 2 (alleen Windows 95/98) De EPSON Status Monitor 2 meldt printerfouten en beeldt printerstatusinformatie af. 1-15 De printer configureren...
  • Pagina 37: De Printersoftware Installeren Onder Windows 3

    Met EPSON Remote! kunt u de standaardinstellingen van de printer eenvoudig vanaf uw beeldscherm veranderen. Zie pa- gina 4-22 voor gebruik van EPSON Remote! utility onder DOS. Hoe u de printersoftware installeert, leest u in het gedeelte "De printersoftware installeren onder Windows 95, 98, of NT4.0" of "De printersoftware installeren onder Windows 3.1 of NT3.5x"...
  • Pagina 38: Onder Windows 3.1 Of Nt 3.5X

    Zie "De printersoftware gebruiken" in hoofdstuk 4 voor meer informatie over het starten en gebruiken van de software. Zie ook " EPSON Status Monitor 2 gebruiken" in hoofdstuk 6. De printersoftware installeren onder Windows 3.1 of NT 3.5x Als u Windows 3.1 of Windows NT 3.5x gebruikt, installeert u de...
  • Pagina 39 5. Wanneer de installatie voltooid is, klikt u op OK om het installatieprogramma af te sluiten. Het installatieprogramma selecteert automatisch de LQ-2080 als de standaardprinter voor Windows-toepassingen. Zie "De printersoftware gebruiken" in hoofdstuk 4 voor meer informatie over het starten en gebruiken van de software.
  • Pagina 40: Voor Dos-Gebruikers

    Kies de EPSON LQ-2080-printer wanneer tijdens de configuratie of installatie van de DOS-toepassing naar een printer gevraagd wordt. Als de LQ-2080 printer-printer niet in de printerlijst van de toepassing voorkomt, kiest u de eerste van de onderstaande printers die in de printerlijst voorkomt:...
  • Pagina 41 Hoofdstuk 2 Afdrukken op kettingpapier De papierhendel instellen ......2-2 De papierdiktehendel instellen ......2-3 De achterste push-tractor gebruiken .
  • Pagina 42: Hoofdstuk 2 Afdrukken Op Kettingpapier

    De papierhendel instellen U kunt papier vanuit verschillende bronnen in de printer laden, bijvoorbeeld via de achterste push-tractor of de papiergeleider. U kiest de gewenste papierbron met de papierhendel. In de onder- staande tabel worden de verschillende standen van de papierhen- del nader toegelicht.
  • Pagina 43: De Papierdiktehendel Instellen

    Stand Beschrijving papierhendel Voorste push-tractor Voor het laden van kettingpapier als de optionele tractor in de voorste push-positie geïnstalleerd is. Zet de hendel ook in deze stand bij gecombineerd gebruik van de achterste push- en pull-tractors. Pull tractor Voor het laden van kettingpapier als de optionele tractor op de printer is geplaatst in de pull-positie.
  • Pagina 44: De Achterste Push-Tractor Gebruiken

    Aan de hand van de onderstaande tabel kunt u bepalen welke stand geschikt is voor het door u gebruikte papier. Papiersoort* Stand hendel gewoon kettingpapier -1 of 0 Dun papier -1 of 0 Doorslagformulieren zonder carbonpapier:** 2 vellen (origineel + 1 doorslag) 3 vellen (origineel +2 doorslagen) 4 vellen (origineel +3 doorslagen) 5 vellen (origineel +4 doorslagen)
  • Pagina 45: Kettingpapier In De Achterste Push-Tractor Laden

    Kettingpapier in de achterste push-tractor laden Als een tractor in de pull-positie geïnstalleerd is, dient u deze te verwijderen en de papierspanner opnieuw aan te brengen vol- gens de instructies op pagina 2-32 voordat u de achterste push- tractor in gebruik neemt. Opmerking: Om papierstoringen te voorkomen is het raadzaam dikke doorslagformu- lieren te laden via de voor- of onderinvoer en de pull-tractor of de voorste...
  • Pagina 46 2. Zet de papierhendel in de stand voor de achterste push- tractor. Zet bovendien de papierdiktehendel (onder de prin- terkap) in de stand die geschikt is voor de dikte van het gebruikte papier. 3. Ontgrendel het linker en rechter papierdoorvoerwieltje door de vergrendelingen naar voren te trekken.
  • Pagina 47 4. Schuif het linker papierdoorvoerwieltje naar de linkerrand van het papier. Gebruik daarbij de in de printer aangebrachte schaalverdeling. (Het afdrukken begint bij de “0”.) Duw ver- volgens de vergrendeling terug naar achter en klik deze vast. voorzijde van de printer Opmerking: Zie “Papier uitlijnen”...
  • Pagina 48 6. Open de vergrendelingen van beide papierdoorvoerwieltjes. Zorg dat de rand van het papier schoon en recht is. Plaats de eerste vier gaten in het papier (met de afdrukzijde onder) over de pennen van de tractor. Sluit vervolgens de klepjes van de papierdoorvoerwieltjes.
  • Pagina 49: Een Afgedrukt Document Uit De Achterste Push-Tractor

    10. Zorg dat de printer aan staat. Het is soms nodig de printer- driverinstellingen (zie hoofdstuk 4) te controleren en te ver- anderen. Wanneer de printer gegevens ontvangt, wordt het papier geladen en begint de printer automatisch met afdruk- ken. De afgedrukte pagina’s worden over de papiergeleider naar de achterzijde van de printer gevoerd.
  • Pagina 50 2. Open de klep van de papiergeleider en scheur het afgedrukte document langs de afscheurrand van de printer los. Opmerking: Als de perforatie in het papier zich niet ter hoogte van de afscheur- rand bevindt, kunt u het papier met de functie voor precisieverplaat- sing verschuiven.
  • Pagina 51: De Voorste Push-Tractor Gebruiken

    Let op: Scheur het afgedrukte document los voordat u op de Load/Eject -knop drukt. Het omgekeerd invoeren van verschillende pagina’s tegelijk kan een papierstoring veroorzaken. De voorste push-tractor gebruiken Om de voorste push-tractor te gebruiken, dient u de optionele tractoreenheid aan te schaffen en deze in de voorste push-positie te installeren.
  • Pagina 52 2. Open de voorste papiergeleider door aan het lipje in het midden van de geleider te trekken. Verwijder vervolgens de geleider door deze aan beide zijkanten vast te pakken en recht naar u toe uit de printer te trekken. lipje 3.
  • Pagina 53: Kettingpapier In De Voorste Push-Tractor Laden

    Kettingpapier in de voorste push-tractor laden U laadt papier als volgt in de voorste push-tractor: 1. Open de voorste papiergeleider door aan het lipje in het midden van de geleider te trekken. Verwijder vervolgens de geleider door deze aan beide zijkanten vast te pakken en recht naar u toe uit de printer te trekken.
  • Pagina 54 3. Open het linker- en rechter papierdoorvoerwieltje door de vergrendelingen naar achteren te duwen. 4. Schuif het linker papierdoorvoerwieltje naar de linkermarge van het papier, tot aan de in de printer aangebrachte pijl. (Het afdrukken begint bij de pijl.) Trek de vergrendeling vervol- gens naar voren en klik deze vast.
  • Pagina 55 5. Verschuif het rechter papierdoorvoerwieltje en stel dit in op de breedte van het papier, maar vergrendel het wieltje niet. Plaats de papiersteun halverwege de twee papierdoorvoer- wieltjes, zoals in de afbeelding hierboven. 6. Open de vergrendelingen van beide papierdoorvoerwieltjes. Zorg dat de rand van het papier schoon en recht is.
  • Pagina 56 8. Bevestig de voorste papiergeleider door deze zoals hieronder weergegeven langs de montagegleuven van de printer te schuiven. Sluit vervolgens de voorste papiergeleider. 9. Schuif de zijgeleiders naar het midden van de bovenste pa- piergeleider. Zorg dat de printerkap en de klep van de papier- geleider gesloten zijn.
  • Pagina 57: Een Afgedrukt Document Uit De Voorste Push-Tractor

    10. Zorg dat de printer aan staat. Het is soms nodig de printer- driverinstellingen (zie hoofdstuk 4) te controleren en te ver- anderen. Wanneer de printer gegevens ontvangt, wordt het papier geladen en begint de printer automatisch met afdruk- ken. De afgedrukte pagina’s worden over de papiergeleider naar de achterzijde van de printer gevoerd.
  • Pagina 58 2. Open de klep van de papiergeleider en scheur het afgedrukte document langs de afscheurrand van de printer los. Opmerking: Als de perforatie in het papier zich niet ter hoogte van de afscheur- rand bevindt, kunt u het papier met de functie voor precisieverplaat- sing verschuiven.
  • Pagina 59: De Voorste Push-Tractor Verwijderen

    Let op: Scheur het afgedrukte document los voordat u op de Load/Eject -knop drukt. Het omgekeerd invoeren van verschillende pagina’s tegelijk kan een papierstoring veroorzaken. De voorste push-tractor verwijderen U verwijdert de tractor als volgt uit de voorste push-positie: 1. Verwijder het papier uit de tractor volgens de instructies in het vorige gedeelte.
  • Pagina 60: De Tractor In De Pull-Positie Gebruiken (Optioneel)

    5. Breng de voorste papiergeleider opnieuw aan door deze langs de montagegleuven van de printer te schuiven tot hij vastklikt. Sluit vervolgens de voorste papiergeleider. De tractor in de pull-positie gebruiken (optioneel) Het gebruik van de tractor in pull-positie is ideaal voor afdrukken op dik en zwaar kettingpapier zoals doorslagformulieren of ket- tingpapier met etiketten.
  • Pagina 61: De Tractor In De Pull-Positie Installeren

    Als u de kans op papierstoringen wilt verkleinen en kettingpapier optimaal wilt doorvoeren, kunt u beide tractors gelijktijdig ge- bruiken. Als u op deze manier afdrukt, laadt u papier in zowel de voorste push-tractor als de pull-tractor, of in zowel de achterste push-tractor als de pull-tractor.
  • Pagina 62: Papier In De Pull-Tractor Laden

    3. Laat de tractor omlaag zakken in de daarvoor bedoelde mon- tagegleuven van de printer. Duw de tractor aan beide kanten goed omlaag om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit. U kunt nu kettingpapier in de pull-tractor laden zoals beschreven in het volgende gedeelte.
  • Pagina 63 2. Schuif de zijgeleiders naar het midden van de papiergeleider. 3. Zet de papierhendel in de stand voor de pull-tractor. Zet bovendien de papierdiktehendel in de stand die geschikt is voor de dikte van het gebruikte papier. 4. Ontgrendel het linker en rechter papierdoorvoerwieltje door de vergrendelingen naar voren te trekken.
  • Pagina 64 5. Schuif het linker papierdoorvoerwieltje naar de linkermarge van het papier. Gebruik daarbij de op de papiergeleider aangebrach- te schaalverdeling. (Het afdrukken begint bij de pijl.) Duw ver- volgens de vergrendeling terug naar achter en klik deze vast. Opmerking: Zie “Papier uitlijnen” en “Afdrukgebied” in Appendix C voor meer informatie over de positie van de linkermarge.
  • Pagina 65 8. Voer het papier in de voor-, onder- of achterinvoer (zoals hieronder beschreven) in tot het zichtbaar is tussen de afdruk- rol en de lintgeleider. Trek vervolgens het papier omhoog tot de perforatie tussen de eerste en tweede pagina zich op gelijke hoogte bevindt met de bovenzijde van het lint van de printer.
  • Pagina 66 10. Schuif het rechter papierdoorvoerwieltje naar rechts om het papier goed te spannen. Zet het wieltje vervolgens vast door de vergrendeling omlaag te duwen. 11. Als u de voorinvoer gebruikt, brengt u de voorste papierge- leider aan en plaatst u het kettingpapier zoals hieronder weergegeven.
  • Pagina 67 Let op: Draai nooit aan de knop om het papier te spannen of de top-of-form positie (bovenzijde formulier) in te stellen. De printer kan hierdoor beschadigd raken of de top-of- form positie (bovenzijde formulier) kwijtraken. Span het papier altijd. De afdrukkwaliteit kan minder goed zijn als u dit achterwege laat.
  • Pagina 68: Papier Uit De Pull-Tractor Verwijderen

    16. Wanneer de afdruktaak voltooid is, opent u de klep van de papiergeleider en scheurt u het afgedrukte document los langs de perforatie die zich het dichtst bij de opening van de papieruitvoer bevindt. Papier uit de pull-tractor verwijderen 1. Als u gereed bent met afdrukken, scheurt u het ongebruikte papier los langs de perforatie die zich het dichtst bij de papie- rinvoer bevindt.
  • Pagina 69: Push En Pull Combineren Met Twee Tractors

    Push en pull combineren met twee tractors Voor een optimale continue papierinvoer en om het risico op papierstoringen te beperken combineert u twee tractors. Als u twee tractors gelijktijdig gebruikt, kunt u papier in de voorinvoer lader met zowel de voorste push-tractor als de pull-tractor. U kunt papier in de achterinvoer laden met zowel de achterste push- tractor als de pull-tractor.
  • Pagina 70 Let op: Draai nooit aan de knop om het papier te verplaatsen. De printer kan hierdoor beschadigd raken of de top-of-form positie (bovenzijde formulier) kwijtraken. 5. Plaats het papier op de papierdoorvoerwieltjes van de pull- tractor volgens de instructies onder "Papier in de pull-tractor laden"...
  • Pagina 71: De Pull-Tractor Verwijderen

    11. Soms is het nodig de printerdriverinstellingen te controleren en te wijzigen, zoals beschreven in hoofdstuk 4. Druk vervol- gens een document af. De printer begint met afdrukken bij de huidige positie, zonder het papier te verplaatsen. De afge- drukte pagina’s worden over de papiergeleider naar de ach- terzijde van de printer gevoerd.
  • Pagina 72 3. Druk op de vergrendelingslipjes van de tractor, kantel de tractor naar u toe en til deze uit de printer. 4. Berg de tractor op een veilige plaats op of installeer deze in de voorste push-positie volgens de instructies onder pagina 2-11. 5.
  • Pagina 73: Doorslagformulieren Laden

    Doorslagformulieren laden U kunt afdrukken op doorslagformulieren zonder carbonpapier die uit maximaal vijf doorslagen plus het origineel bestaan. Zet de papierdiktehendel in de stand die geschikt is voor het gebruik- te aantal doorslagen. Bij afdrukken op dik papier zoals doorslagformulieren behaalt u de beste resultaten als u een recht of bijna recht papierpad kiest.
  • Pagina 74: Kettingpapier Met Etiketten Laden

    Kettingpapier met etiketten laden Gebruik voor het afdrukken op etiketten alleen etiketten die zijn aangebracht op continue steunvellen met afscheurstroken die geschikt zijn voor een tractorinvoer. Maak geen afdrukken op losse vellen met etiketten omdat de printer etiketten op een glanzende achtergrond veelal niet goed invoert.
  • Pagina 75: Kettingpapier Met Etiketten Verwijderen

    Laad geen kettingpapier met etiketten dat beschadigd, omgekruld of gekreukeld is. Laat tussen twee afdruktaken geen etiketten in de printer zitten. De etiketten kunnen dan rond de afdrukrol krullen en tijdens de volgende afdruktaak een papierstoring veroorzaken. Kettingpapier met etiketten verwijderen Om te voorkomen dat etiketten van het steunvel losraken en in de printer vastlopen, dient u kettingpapier met etiketten als volgt uit de printer te verwijderen.
  • Pagina 76: Wisselen Tussen Afdrukken Op Kettingpapier En Afdrukken Op Losse Vellen

    Wisselen tussen afdrukken op kettingpapier en afdrukken op losse vellen U kunt zonder papier te verwijderen of te laden snel en eenvoudig wisselen tussen afdrukken op kettingpapier met een push tractor en afdrukken op losse vellen. Overschakelen naar afdrukken op losse vellen U schakelt als volgt over van afdrukken op kettingpapier met de voorste of achterste push-tractor naar afdrukken op losse vellen.
  • Pagina 77: Overschakelen Naar Afdrukken Op Kettingpapier

    2. Druk op de Load/Eject-knop om het kettingpapier naar de stand-by positie terug te verplaatsen. Het papier is nog steeds bevestigd aan de push-tractor maar bevindt zich niet meer in het papierpad. 3. Laad papier in de bovenste of voorste papiergeleider zoals beschreven in hoofdstuk 3.
  • Pagina 78: De Top-Of-Form Positie (Bovenzijde Formulier) Instellen

    De Top-of-form positie (bovenzijde formulier) instellen De top-of-form positie (bovenzijde formulier) is de plaats op de pagina waar de printer begint met afdrukken. Als een document te hoog of te laag op een pagina wordt afgedrukt, kunt u aan de hand van de onderstaande instructies de top-of-form positie (bo- venzijde formulier) met precisieverplaatsing wijzigen.
  • Pagina 79 Let op : Draai nooit aan de knop om de top-of-form positie (bovenzijde formulier) in te stellen. De printer kan hierdoor beschadigd raken of de top-of-form positie (bovenzijde formulier) kwijt- raken. plastic afdekking lint Opmerking: De printer heeft een minimale en een maximale top-of-form positie (bovenzijde formulier).
  • Pagina 80: Papier Naar De Afscheurrand Verplaatsen

    Lees het onderstaande voorbeeld door als u de top-of-form positie (bovenzijde formulier) wilt instellen voor kettingpapier dat in de pull-tractor geladen is: Breng eerst een merkteken aan op 6,5 mm boven de afscheurrand van het papier. Plaats het papier vervolgens zodanig dat het merkteken samenvalt met de bovenrand van de plastic afdekking van het lint.
  • Pagina 81: De Tear Off/Bin-Knop Gebruiken

    U kunt de afscheurfunctie op twee manieren gebruiken: handma- tig door op de Tear Off/Bin-knop van de printer te drukken of automatisch door de afscheurmodus te activeren. Als de perforatie tussen twee pagina’s zich niet ter hoogte van de afscheurrand bevindt, kunt u het papier met precisieverplaatsing verschuiven.
  • Pagina 82: De Afscheurpositie Instellen

    Als de automatische afscheurfunctie actief is, verplaatst de printer het papier automatisch naar de afscheurpositie telkens wanneer de printer een volledige pagina met gegevens of een paginadoor- voeropdracht zonder verdere gegevens ontvangt. De afscheurpositie instellen Als de perforatie in het papier zich niet ter hoogte van de afscheur- rand bevindt, kunt u het papier met precisieverplaatsing ver- schuiven naar de afscheurpositie.
  • Pagina 83 4. Druk op de LF/FF-knop D om het papier achterwaarts te ver- plaatsen of druk op de Load/Eject-knop U om het papier voor- waarts te verplaatsen. Druk op de knop tot de perforatie in het papier zich ter hoogte van de afscheurrand bevindt. afscheurrand Opmerking: De printer heeft een minimale en een maximale afscheurpositie.
  • Pagina 84: Hoofdstuk 3 Afdrukken Op Losse Vellen

    Hoofdstuk 3 Afdrukken op losse vellen Losse vellen gebruiken ........3-2 Geschikte papiersoorten en beschikbare invoereenheden 3-2 Losbladige doorslagformulieren laden .
  • Pagina 85: Losse Vellen Gebruiken

    Losse vellen gebruiken Geschikte papiersoorten en beschikbare invoereenheden Zoals hieronder getoond kunt u losbladig papier vel voor vel laden met de papiergeleider aan de bovenzijde van de printer of met de papiergeleider aan de voorzijde van de printer. U kunt afdrukken op gewone vellen los papier, op losbladige doorslag- formulieren, op briefkaarten en op enveloppen.
  • Pagina 86: Losbladige Doorslagformulieren Laden

    In de onderstaande tabel wordt aangegeven welke papiersoorten u in de boven- en voorinvoer kunt laden en in welke stand de papierdiktehendel voor elke papiersoort moet worden gezet. Voor meer informatie over de papierdiktehendel, raadpleegt u het gedeelte pagina 2-3. Paper type Beschikbare Stand papier-...
  • Pagina 87 Gebruik alleen doorslagformulieren zonder carbonpapier die zoals hieronder weergegeven zijn ingebonden. uitsluitend aan de bovenzijde uitsluitend aan de zijkant met met een lijmrand ingebonden een lijmrand ingebonden U kunt de boven- of voorinvoer gebruiken voor het laden van losbladige doorslagformulieren die aan de bovenzijde zijn ingebonden.
  • Pagina 88 Plaats dit soort formulieren in de voorinvoer met de inbindrand eerst en de afdrukzijde omhoog, zoals hieronder weergegeven. afdrukzijde omhoog U laadt doorslagformulieren die aan de zijkant zijn ingebon- den altijd in de voorinvoer. Plaats dit soort formulieren in de voorinvoer met de bovenrand eerst en de afdrukzijde om- hoog, zoals hieronder weergegeven.
  • Pagina 89: Enveloppen Laden

    Gebruik doorslagformulieren alleen bij een normale tempe- ratuur en vochtigheidsgraad, binnen de volgende grenzen: Temperatuur15 tot 25° C Vochtigheid 30 tot 60% RV Enveloppen laden Enveloppen kunnen uitsluitend in de boveninvoer geladen wor- den. Volg hiervoor de instructies onder “Losse vellen in de boveninvoer laden”...
  • Pagina 90: Briefkaarten Laden

    Gebruik geen enveloppen die gekreukeld of omgebogen zijn. Vermijd ook het gebruik van erg dunne enveloppen, aange- zien deze tijdens het afdrukken kunnen omkrullen en papier- storingen kunnen veroorzaken. Als u enveloppen van No. 6-formaat gebruikt, dient u de linkerzijde van de enveloppen tegen de pijl op de printer te plaatsen.
  • Pagina 91: Losse Vellen In De Boveninvoer Laden

    Zet de papierdiktehendel (onder de printerkap) in stand 2. Alvorens een afdruktaak te starten moet u de kaartmodus instellen. Druk hiervoor op de Tear Off/Bin-knop tot beide Tear Off/Bin-lampjes branden. Wanneer u gereed bent met het afdrukken van briefkaarten, drukt u één keer op de Tear Off/Bin-knop om de kaartmodus uit te schakelen.
  • Pagina 92 2. Open de klep van de papiergeleider. Verschuif de linkerzij- geleider tot deze vastklikt naast de pijl op de papiergeleider. Stel vervolgens de rechterzijgeleider in op de breedte van het gebruikte papier. 3. Zet de papierhendel in de stand voor losse vellen. Zet boven- dien de papierdiktehendel (onder de printerkap) in de stand die geschikt is voor de dikte van het gebruikte papier.
  • Pagina 93 4. Sluit de klep van de papiergeleider. 5. Druk zo nodig op de Operate-knop om de printer aan te zetten. 6. Plaats een vel papier met de afdrukzijde omlaag tussen de zijgeleiders en duw dit naar binnen tot u weerstand voelt. De printer voert het papier onmiddellijk in en is gereed om met afdrukken te beginnen.
  • Pagina 94: Losse Vellen In De Voorinvoer Laden

    7. Controleer de instellingen van de printerdriver volgens de instructies in hoofdstuk 4 en pas deze, zo nodig, aan. Stuur een afdruktaak naar de printer. Wanneer de printer gegevens ontvangt, drukt deze de pagina af. De pagina wordt vervolgens uitgevoerd naar de papiergeleider. Verwijder de afgedrukte pagina en breng een nieuw vel papier aan om door te gaan met het afdrukken van het document.
  • Pagina 95 3. Open de voorste papiergeleider door aan het lipje in het midden van de geleider te trekken. Verschuif de linkerzijge- leider zoals hieronder weergegeven. (Het afdrukken begint bij de pijl.) Stel vervolgens de rechterzijgeleider in op de breedte van het gebruikte papier. 4.
  • Pagina 96 6. Plaats een vel papier met de afdrukzijde omhoog tussen de zijgeleiders en duw dit naar binnen tot u weerstand voelt. De printer voert het papier onmiddellijk in en is gereed om met afdrukken te beginnen. Opmerking: Sluit de printerkap altijd alvorens af te drukken. 7.
  • Pagina 97 Let op: Draai nooit aan de knop om de top-of-form positie (bovenzijde formulier) in te stellen of een vel papier uit te voeren terwijl de printer aan staat. De printer kan hierdoor beschadigd raken of de top-of-form positie (bovenzijde formulier) kwijtraken. 3-14 Afdrukken op losse vellen...
  • Pagina 98: De Printersoftware Gebruiken

    EPSON Remote! installeren ......4-22 EPSON Remote! openen ......4-22...
  • Pagina 99: Informatie Over De Printersoftware

    Informatie over de printersoftware De EPSON printersoftware die u bij de printer ontvangen hebt, bestaat uit de printerdriversoftware, het hulpprogramma EPSON Remote! en het hulpprogramma EPSON Status Monitor 2 voor Windows 95/98. Een printerdriver is een softwareprogramma waarmee een com- puter een printer kan aansturen.
  • Pagina 100: De Printerdriver Onder Windows 95/98 Gebruiken

    De printerdriver onder Windows 95/98 gebruiken De printer kan op twee manieren worden geopend: vanuit een Windows-toepassing of vanuit het menu Start. Als u de printer- driver vanuit een Windows-toepassing opent, gelden alle door u opgegeven instellingen uitsluitend voor de gebruikte toepassing. Zie “De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen”...
  • Pagina 101 1. Klik op Print Setup (Afdrukinstellingen) of Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand) van de door u gebruikte toepas- sing. Het dialoogvenster Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdrukinstellingen) verschijnt. De printersoftware gebruiken...
  • Pagina 102: De Printerdriver Vanuit Het Menu Start Openen

    2. Controleer of uw printer geselecteerd is en klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klikken.) Het venster Properties (Eigenschappen) verschijnt, met daarin de menu’s Paper en Graphics. Deze menu’s bevat- ten de printerdriverinstellingen.
  • Pagina 103: Overzicht Van De Printerdriverinstellingen

    3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en kies Properties (Eigenschappen). Het venster Properties (Ei- genschappen) geopend wordt, met daarin de menu’s Paper en Graphics. Deze menu’s bevatten de printerdriverinstellingen. 4. U opent een menu door te klikken op de bijbehorende tab aan de bovenzijde van het venster.
  • Pagina 104 Paper size Hiermee selecteert u het gewenste pa- pierformaat. Als het gewenste papier- formaat niet in het venster zichtbaar is, klikt u op de schuifbalk om de rest van de lijst te zien. Als het gewenste papier- formaat niet in de lijst voorkomt, klikt u op Custom en geeft u een papierformaat op in het geopende dialoogvenster.
  • Pagina 105: De Printerdriver Onder Windows 3.1 Gebruiken

    Resolution Hier kunt u de gewenste afdrukresolu- tie opgeven. Als u een hogere resolutie selecteert, zijn afdrukken gedetailleer- der. De afdruksnelheid is echter lager. Dithering U kunt deze optie op Fine laten staan (de standaardinstelling) of een ander dither-patroon kiezen, afhankelijk van het gewenste soort afdruk.
  • Pagina 106: De Printerdriver Vanuit Windows-Toepassingen Openen

    Opmerking: Hoewel veel Windows-toepassingen de instellingen die u vastlegt in de printerdriver tenietdoen, is dat niet altijd het geval. Het is daarom raadzaam te controleren of de printerdriverinstellingen naar wens ingesteld zijn. De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen Volg de onderstaande stappen om de printerdriver vanuit een Windows-toepassing te openen.
  • Pagina 107: De Printerdriver Vanuit Het Control Panel (Configuratiescherm) Openen

    2. Controleer of uw printer geselecteerd is en klik op Printer, Setup of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klikken.) Het dialoogvenster Options wordt geopend. Raadpleeg het gedeelte op (pagina 4-11 voor meer informatie over de instellingen in dit dialoogvenster.
  • Pagina 108: Overzicht Van De Printerdriverinstellingen

    Overzicht van de printerdriverinstellingen De printerdriverinstellingen worden hieronder beschreven. Raadpleeg de vorige gedeeltes als u wilt weten hoe u de printer- driverinstellingen kunt openen. Als u de gewenste instellingen vastgelegd hebt, klikt u op OK om de instellingen toe te passen of op Cancel (Annuleren) om de gemaakte veranderingen te annuleren.
  • Pagina 109: De Printerdriver Onder Windows 4.0 Gebruiken

    Dialoogvenster Options Dithering U kunt deze optie op Fine laten staan (de standaardinstelling) of een ander dither-patroon kiezen, afhankelijk van het gewenste soort afdruk. Intensity Control Hiermee kunt u een afdruk helderder of donkerder maken door de schuif- balk te verplaatsen. Nadat u de printerdriverinstellingen hebt gecontroleerd en even- tueel aangepast, kunt u beginnen met afdrukken op kettingpapier (zie hoofdstuk 2) of op losse vellen (zie hoofdstuk 3).
  • Pagina 110: De Printerdriver Vanuit Windows-Toepassingen Openen

    De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen Volg de onderstaande stappen om de printerdriver vanuit een Windows-toepassing te openen. Opmerking: De onderstaande stappen bevatten algemene richtlijnen voor het openen van de printerdriver. De manier waarop de printerdriver geopend wordt, kan voor elke toepassing anders zijn. Voor meer details raadpleegt u de handleiding van uw toepassing.
  • Pagina 111: De Printerdriver Vanuit Het Menu Start Openen

    2. Controleer of uw printer geselecteerd is en klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klik- ken.) Het venster Document Properties (Documenteigenschap- pen) verschijnt, met daarin de menu’s Page Setup en Advanced.
  • Pagina 112: Overzicht Van De Printerdriverinstellingen

    3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw prin- ter en kies Document Defaults (Standaardwaarden docu- ment). Het venster Default Document Properties geopend wordt, met daarin de menu’s Paper en Graphics. Deze menu’s bevatten de printerdriverinstellingen. 4. U opent een menu door te klikken op de bijbehorende tab aan de bovenzijde van het venster.
  • Pagina 113 Paper Size Kies in de lijst Paper Size het formaat papier dat u in de printer geladen hebt. Paper Source Selecteer de gewenste papierbron in de lijst Paper Source. Orientation Hiermee kunt u een afdrukstand kie- zen (Portrait of Landscape). menu Advanced Paper/Output Controleer de in het menu Page Setup...
  • Pagina 114: De Printerdriver Onder Windows Nt 3.5X Gebruiken

    Graphic Selecteer Resolution en kies vervolgens een afdrukresolutie in de keuzelijst Change Setting. Als u een hogere resolu- tie selecteert, zijn afdrukken gedetailleer- der. De afdruksnelheid is echter lager. Document Dubbelklik op Halftone Color Adjust- Options ment om het dialoogvenster Halftone Color Adjustment te openen.
  • Pagina 115: De Printerdriver Vanuit Windows-Toepassingen Openen

    De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen Volg de onderstaande stappen om de printerdriver vanuit een Windows-toepassing te openen. Opmerking: De onderstaande stappen bevatten algemene richtlijnen voor het openen van de printerdriver. De manier waarop de printerdriver geopend wordt, kan voor elke toepassing anders zijn. Voor meer details raadpleegt u de handleiding van uw toepassing.
  • Pagina 116 2. Controleer of uw printer geselecteerd is en klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klikken.) Het venster Document Properties verschijnt, met daarin de printerdriverinstellingen Form en Orientation. Voor meer informatie over deze instellingen gaat u naar "Overzicht van de printerdriverinstellingen"...
  • Pagina 117: De Printerdriver Vanuit Het Control Panel (Configuratiescherm) Openen

    De printerdriver vanuit het Control Panel (Configuratiescherm) openen U opent de printerdriver als volgt vanuit het Control Panel (Con- figuratiescherm): 1. Dubbelklik in het venster Hoofdgroep op het pictogram Print Manager (Afdrukbeheer). Het venster Afdrukbeheer geo- pend wordt. 2. Selecteer uw printer , klik op Printer en selecteer Properties (Eigenschappen).
  • Pagina 118 Document Properties (dialoogvenster) Form Hiermee selecteert u de gewenste pa- piersoort. Als de gewenste papiersoort niet aanwezig is, selecteert u deze in de lijst Form. Orientation Hiermee kunt u een afdrukstand kie- zen (Portrait of Landscape). De afbeel- ding in het venster toont welke stand u geselecteerd hebt.
  • Pagina 119: Het Hulpprogramma Epson Remote! Gebruiken

    Enter te drukken. Voer daarna de op het scherm weergegeven instructies voor gebruik van het hulppro- gramma uit. U kunt EPSON Remote! ook openen door C:\PANEL achter de DOS-prompt te typen en op Enter te drukken. De...
  • Pagina 120 Hoofdstuk 5 De printerinstellingen met het bedieningspaneel van de printer veranderen Ingebouwde lettertypen en smalschrift selecteren ... 5-2 Informatie over standaardinstellingen van de printer ..5-4 Standaardinstellingen veranderen .
  • Pagina 121: Ingebouwde Lettertypen En Smalschrift Selecteren

    Ingebouwde lettertypen en smalschrift selecteren De printer heeft twaalf ingebouwde lettertypen (zie onderstaande tabel). Met de modus voor smalschrift kunt u per regel meer letters van een ingebouwd lettertype afdrukken. U kunt een lettertype en de smalschriftmodus selecteren met de knoppen op het bediening- spaneel van de printer, zoals hieronder verder uitgelegd wordt.
  • Pagina 122 2. Om een lettertype te selecteren drukt u op de Font-knop tot de twee Font-lampjes het gewenste lettertype op de onder- staande manieren aangeven. Font-lampjes Font Draft o o n Roman o n o Sans Serif o n n Courier n o o Prestige n o n...
  • Pagina 123: Informatie Over Standaardinstellingen Van De Printer

    Informatie over standaardinstellingen van de printer De standaardinstellingen van de printer zijn van invloed op veel printerfuncties. Hoewel het vaak mogelijk is deze functies met uw software of met de printerdriver in te stellen, is het soms nodig een standaardinstelling met de standaardinstellingenmo- dus te veranderen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 124 Settings Optionele onderdelen Character table Standaardmodel: Italic, PC 437, PC 850, PC 860, PC 863, PC 865, PC 861, BRASCII, Abicomp, Roman 8, ISO Latin 1, PC 858, ISO 8859-15, Alle andere modellen: Italic, PC 437, PC 850, PC 437 Greek, PC 853, PC 855, PC 852, PC 857, PC 864, PC 866, PC 869, MAZOWIA, Code MJK, ISO 8859-7, ISO Latin 1T,...
  • Pagina 125 Skip over perforation Deze instelling is alleen actief als u kettingpapier gebruikt. Als u On selecteert, voegt de printer een marge in van 1 inch (25,4 mm) tussen de laatste regel onderaan de pagina en de eerste regel bovenaan de volgende pagina. Omdat de in een toepassing op- gegeven marge-instellingen meestal de met het bedieningspa- neel opgegeven instellingen vervangen, dient u deze instelling alleen te gebruiken als u de boven- en ondermarges niet in de...
  • Pagina 126 U kunt een wachttijd opgeven van 10 seconden of 30 seconden. Software Als u ESC/P2 selecteert, functioneert de printer in de EPSON ESC/P2-modus. Als u IBM 2391 Plus selecteert, emuleert de printer een IBM-printer. Character table U kunt kiezen tussen 13 standaard tekentabellen en tabellen voor 22 andere landen.
  • Pagina 127 International character set for Italic table U kunt kiezen uit diverse internationale tekensets voor de cursieve tekentabel. Elke tekenset bevat acht tekens die voor elk land anders zijn. U hebt daardoor de mogelijkheid de cursieve tekentabel aan uw behoeften aan te passen. Zie Appendix C voor voorbeelden. 0 slash Wanneer u deze instelling activeert, wordt de nul afgedrukt met een schuine streep erdoor ( );...
  • Pagina 128: Standaardinstellingen Veranderen

    Auto CR (regelterugloop) Deze instelling is alleen beschikbaar in de IBM 2391 Plus-emula- tiemodus. Wanneer u On selecteert, wordt aan elk door de printer ontvangen regelinvoerteken (LF) of ESC J-teken een regelterug- loopteken toegevoegd. De afdrukpositie wordt hierdoor naar het begin van de volgende regel verplaatst.
  • Pagina 129 Opmerking: Voor het afdrukken van de instructies voor taalselectie en voor het gebruik van de standaardinstellingenmodus hebt u drie losse vellen papier van A4- of Letter-formaat nodig of drie vellen papier van ten minste 279 mm lang en 210 mm breed. Zie hoofdstuk 2 voor informatie over het laden van kettingpapier of hoofdstuk 3 voor het laden van losse vellen.
  • Pagina 130 Opmerking: De pijlen op de instructievellen geven aan wat de huidige instellin- gen van de printer zijn. 5. Wanneer u de gewenste instellingen opgegeven hebt, drukt u op de Operate-knop om de printer uit te schakelen en de standaardinstellingenmodus te verlaten. Alle opgegeven ver- anderingen blijven van kracht tot u deze opnieuw verandert.
  • Pagina 131: Epson Status Monitor 2 Gebruiken

    EPSON Status Monitor 2 installeren ..... . . 6-2 EPSON Status Monitor 2 openen ......6-4 Informatie over de printerstatus raadplegen .
  • Pagina 132: Epson Status Monitor 2 Installeren

    Monitor. EPSON Status Monitor 2 installeren Opmerking: U hoeft de EPSON Status Monitor 2 niet opnieuw te installeren als u het hulpprogramma gelijktijdig met uw printersoftware geïnstalleerd hebt. Installeer de Status Monitor als volgt: 1. Start Windows. Plaats de cd met printersoftware in de cd- rom-lezer.
  • Pagina 133 Monitor Windows shared printers. Klik vervolgens op Next. Zodra u EPSON Status Monitor 2 geïnstalleerd hebt en u de com- puter opnieuw gestart hebt, start de Status Monitor automatisch en wordt aan de taakbalk onderaan in uw scherm een achtergrond- controle-pictogram in de vorm van een printer toegevoegd.
  • Pagina 134: Epson Status Monitor 2 Openen

    EPSON Status Monitor 2 openen Als u het hieronder getoonde venster EPSON Status Monitor 2 wilt openen, dubbelklikt u op het printervormige achtergrond- controle-pictogram in de taakbalk onderaan in uw scherm. U kunt dit venster ook openen vanuit het menu Start. Klik op Start, ga naar Programs (Programma’s), kies Epson en klik vervolgens op...
  • Pagina 135 Wanneer u de Status Monitor installeert, voegt deze automatisch de namen en pictogrammen van alle op uw computer aangesloten EPSON-printers aan de lijst toe. Als u een printer aan de lijst wilt toevoegen of eruit verwijderen, selecteert u in het menu Settings de opdracht Add Printer of Delete Printer.
  • Pagina 136: Menu Printing

    Voor gebruik van het venster Printer Status, gaat u naar pagina 6-10. Job Status Toont informatie over de afdruktaken die de geselecteerde printer nog heeft uit te voeren. EPSON Status Monitor 2 gebruiken...
  • Pagina 137 Sluit het venster EPSON Status Monitor 2. View-menu Kies een van de onderstaande opties in het menu View om het aanzicht en de inhoud van het venster EPSON Status Monitor 2 en de lijst Installed Printers te veranderen. Toolbar/Status Toont of verbergt de werkbalk en de statusbalk van het venster EPSON Sta- tus Monitor 2.
  • Pagina 138 Raad- pleeg voor meer informatie “Achtergrondcontrole inschakelen” op pagina 6-11. Add Printer/ Hiermee kunt u printers waarover u Delete Printer statusinformatie wilt zien toevoegen aan de lijst Installed Printers of eruit verwijderen. EPSON Status Monitor 2 gebruiken...
  • Pagina 139 Help-menu Klik op Help in het venster EPSON Status Monitor 2 om de on line Help te openen. Klik op About voor het versienummer van de Status Monitor en informatie over copyright. EPSON Status Monitor 2 gebruiken...
  • Pagina 140: Het Venster Printer Status Gebruiken

    Printer Status door te dubbelklikken op een printer in de lijst Installed Printers, of door een printer te selecteren en vervolgens Printer Status te kiezen in het menu Printer van het venster EPSON Status Monitor 2. U kunt het venster Printer Status ook openen door te klikken op de knop Details in het dialoogvenster Status Alert.
  • Pagina 141: Controlevoorkeuren Instellen

    Details waarmee u het venster Printer Status kunt openen. Achtergrondcontrole inschakelen Volg de onderstaande stappen om de status van de geselecteerde printer te volgen en geef op wanneer het dialoogvenster Status Alert moet verschijnen. 6-11 EPSON Status Monitor 2 gebruiken...
  • Pagina 142 Als het pictogram niet op de taakbalk weergegeven wordt, opent u EPSON Status Monitor 2 vanuit het menu Start zoals be- schreven op pagina 6-4. Ga vervolgens naar Background Monitoring in het menu Settings en klik op Monitor from restart of op Monitor now.
  • Pagina 143: Het Pictogram Voor Achtergrondcontrole Gebruiken

    1 uit op pagina 6-12.) Als u dubbelklikt op het achtergrondcontrolepictogram, wordt het venster EPSON Status Monitor 2 geopend. Klik met de rech- termuisknop op het pictogram om een snelmenu te openen waar- in u kunt aangeven of het dialoogvenster Status Alert moet worden afgebeeld vóór alle andere vensters op uw bureaublad.
  • Pagina 144: Probleemoplossing

    Hoofdstuk 7 Probleemoplossing De foutindicators gebruiken ......7-2 Problemen en oplossingen ....... 7-4 Problemen met stroomvoorziening .
  • Pagina 145: De Foutindicators Gebruiken

    De foutindicators gebruiken De meest voorkomende printerproblemen kunt u identificeren aan de hand van de lampjes op het bedieningspaneel. Als de printer ophoudt te functioneren en er een of meer lampjes op het bedieningspaneel branden of knipperen of de printer laat geluids- signalen horen, kunt u aan de hand van de volgende tabel vast- stellen wat het probleem is en er een oplossing voor proberen te vinden.
  • Pagina 146 Status geluids Probleem lampjes patroon Oplossing • • • fPaper Out Kettingpapier wordt niet tot aan de stand-by positie ingevoerd. n Pause Scheur het afgedrukte document langs de perforatie af en druk vervolgens op de Load/Eject-knop. De printer verplaatst het papier naar de stand-by positie.
  • Pagina 147: Problemen En Oplossingen

    Problemen en oplossingen De meeste printerproblemen zijn eenvoudig te verhelpen. Ge- bruik de informatie in dit gedeelte om de oorzaak van een prin- terprobleem vast te stellen en daar een oplossing voor te vinden. Bepaal om welk soort probleem het gaat en raadpleeg vervolgens de betreffende pagina: Problemen met stroomvoorziening .
  • Pagina 148: Problemen Met Stroomvoorziening

    Problemen met stroomvoorziening De lampjes op het bedieningspaneel branden even, maar gaan vervolgens uit en blijven uit. Oorzaak Oplossing Het voltage van het apparaat Controleer wat het voltage van de stemt niet overeen met de printer en de plaatselijke netspanning plaatselijke netspanning.
  • Pagina 149: Problemen Met Het Laden Of Invoeren Van Losse Vellen

    Problemen met het laden of invoeren van losse vellen De printer laadt geen losse vellen papier of voert deze niet goed in. Oorzaak Oplossing De papierhendel staat in de Zet de papierhendel in de stand voor stand voor een tractor. losse vellen.
  • Pagina 150 De printer voert een los vel papier niet volledig uit. Oorzaak Oplossing Het papier is te lang. Druk op de Load/Eject-knop om het vel uit te voeren. Controleer of de paginalengte van het gebruikte papier voldoet aan de specificaties voor losse vellen papier in Appendix C.
  • Pagina 151: Problemen Met Het Laden Of Invoeren Van Kettingpapier

    Problemen met het laden of invoeren van kettingpapier De printer laadt geen kettingpapier of voert dit niet goed in. Oorzaak Oplossing De papierhendel is niet juist Zet de papierhendel in de tractor-stand ingesteld. die overeenkomt met de gewenste papierbron. Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie over het instellen van de papierhendel.
  • Pagina 152: Onjuiste Top-Of-Form Positie (Bovenzijde Formulier)

    EPSON Remote!. Zie “Informatie over standaardinstellingen van de printer” in hoofdstuk 5 of “Het hulpprogramma EPSON Remote! gebruiken” in hoofdstuk 4.
  • Pagina 153: Onjuiste Afscheurpositie

    U hebt het papier verplaatst Stel de top-of-form positie (bovenzijde met de knop terwijl de printer formulier) in met de functie voor ingeschakeld was. precisieverplaatsing. Zie “De Top-of- Form positie (bovenzijde formulier) instellen” in hoofdstuk 2. Let op: Draai nooit aan de knop om de top-of-form positie (bovenzijde formulier) in te stellen.
  • Pagina 154: Problemen Met Afdrukken Of Afdrukkwaliteit

    EPSON Remote!. Zie kettingpapier. “Informatie over standaardinstellingen van de printer” in hoofdstuk 5 of “Het hulpprogramma EPSON Remote! gebruiken”...
  • Pagina 155 Uw software is onjuist Selecteer uw printer via het geconfigureerd voor gebruik bureaublad van Windows of in de met de printer. door u gebruikte toepassing. Installeer de printerdriver zo nodig (opnieuw) volgens de instructies in hoofdstuk 1. 7-12 Probleemoplossing...
  • Pagina 156 De printer brengt geluid voort, maar er wordt niets afgedrukt of het afdrukken stopt plotseling. Oorzaak Oplossing De papierdiktehendel is niet Zet de papierdiktehendel in de juiste juist ingesteld. stand voor de gebruikte papiersoort. Zie “De papierdiktehendel instellen” in hoofdstuk 2. Het lint is onvoldoende Span het lint door aan de gespannen of hangt slap, of...
  • Pagina 157 Activeer de automatische regelinvoer elke tekstregel geen met behulp van de regelinvoeropdracht standaardinstellingenmodus of het verzonden. hulpprogramma EPSON Remote! zodat de printer aan elk regelterugloopteken een regelinvoerinstructie toevoegt. Zie “Informatie over de standaardinstellingen van de printer” in hoofdstuk 5 of “Het hulpprogramma EPSON Remote! gebruiken”...
  • Pagina 158 Schakel de automatische regelinvoer elke tekstregel twee uit met behulp van de regelinvoerinstructies standaardinstellingenmodus of het verzonden. hulpprogramma EPSON Remote!. Zie “Informatie over de standaardinstellingen van de printer” in hoofdstuk 5 of “Het hulpprogramma EPSON Remote! gebruiken” in hoofdstuk 4.
  • Pagina 159 EPSON Remote!. De tekentabel die u met uw software opgeeft vervangt de tekentabel die u met de standaardinstellingenmodus of EPSON Remote! opgegeven hebt. De printer die u wilt Kies de juiste printer via het gebruiken, is niet in uw bureaublad van Windows of in uw software geselecteerd.
  • Pagina 160: Papierstoringen Opheffen

    Papierstoringen opheffen U verwijdert vastgelopen papier als volgt: 1. Druk op de Operate-knop om de printer uit te zetten. 2. Als er één vel los papier in de papiergeleider vastgelopen is, verwijdert u dit voorzichtig. 3. Verwijder de printerkap. Verwijder de papiergeleider als u kettingpapier via de achterinvoer laadt.
  • Pagina 161: Verticale Regels In Afdrukken Uitlijnen

    Verticale regels in afdrukken uitlijnen Als u merkt dat de verticale lijnen in afdrukken niet juist uitge- lijnd zijn, kunt u dit probleem verhelpen met de bidirectionele- aanpassingsmodus van de printer. Opmerking: Voor het uitvoeren van de onderstaande procedure hebt u vier vellen los papier van A3-formaat of vier pagina’s kettingpapier nodig van ten minste 279 mm lang en 376 mm breed.
  • Pagina 162: Een Zelftest Afdrukken

    5. Nadat u het beste patroon in de laatst afgedrukte reeks geko- zen hebt, drukt u op de Operate-knop om de printer uit te zetten en de bidirectionele aanpassingsmodus af te sluiten. De gemaakte keuzes worden automatisch opgeslagen. Een zelftest afdrukken U kunt een zelftest uitvoeren om te bepalen of een probleem door de printer of de computer veroorzaakt wordt: Als de resultaten van de zelftest bevredigend zijn, functio-...
  • Pagina 163: Een Hex-Dump Afdrukken

    2. Om de test met het lettertype Draft uit te voeren houdt u de LF/ FF-knop ingedrukt terwijl u op de Operate-knop drukt om de printer aan te zetten. Om de test met de letter-quality-letterty- pen van de printer uit te voeren houdt u de Load/Eject-knop ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
  • Pagina 164 U drukt een hex-dump als volgt af. 1. Controleer of er papier in de printer zit en zet de printer uit. Let op: Wanneer u de printer uitzet, dient u ten minste vijf seconden te wachten alvorens deze weer aan te zetten, omdat de printer anders beschadigd kan raken.
  • Pagina 165 Appendix A Accessoires aan de printer toevoegen Optionele onderdelen ........A-2 Optionele onderdelen voor papierinvoer .
  • Pagina 166: Optionele Onderdelen

    Optionele onderdelen Zoals hieronder aangegeven kunt u uw printer uitrusten met een groot aantal in- en uitvoeropties en interfacekaarten. Indien u een optie wenst te bestellen, raadpleegt u uw verdeler. Optionele onderdelen voor papierinvoer Invoereenheid met extra grote capaciteit (C80673 ) Voert tot 150 vellen papier, 25 standaard- of bankenveloppen of 30 briefkaarten in de printer zonder dat u de lade hoeft bij...
  • Pagina 167: Optionele Interfacekaarten

    U kunt een extra interfacekaart installeren als aanvulling op de ingebouwde parallelle interface van de printer en zo zorgen voor een verhoogde netwerkcompatibiliteit. De volgende EPSON-in- terfacekaarten zijn geschikt voor gebruik met uw printer. (Som- mige interfacekaarten zijn niet in alle landen beschikbaar.)
  • Pagina 168: Een Optionele Invoereenheid Gebruiken

    Voor instructies bij de installatie van een interfacekaart gaat u naar pagina Appendix A-19. Modelnummer Naam C82305 / C82306 Serial interface card C82307 / C82308 32KB serial interface card C82310 / C82311 32KB serial interface card C82312 LocalTalk interface card C82313 32KB IEEE-488 interface card C82314...
  • Pagina 169: De Invoereenheid Met Extra Grote Capaciteit Of De Dubbelvakstoevoerder Installeren

    Opmerking: De supplementaire invoereenheid dient steeds in combinatie met de invoereenheid met extra grote capaciteit gebruikt te worden. Deze lade kunt u niet afzonderlijk gebruiken. De invoereenheid met extra grote capaciteit of de dubbelvakstoevoerder installeren De installatieprocedure voor de invoereenheid met extra grote capaciteit en de dubbelvakstoevoerder is identiek.
  • Pagina 170 3. Druk de tabs aan weerskanten van de papierspanner omhoog en verwijder de papierspanner van de printer. Indien de printer een tractor in pull-positie heeft, verwijdert u deze volgens de instructies op pagina 2-31. Berg de printeronder- delen die u verwijdert op in een veilige plaats. 4.
  • Pagina 171: Papier Laden In De Invoereenheid Met Extra Grote Capaciteit

    Om de invoereenheid te verwijderen gaat u in omgekeerde volg- orde te werk. Papier laden in de invoereenheid met extra grote capaciteit In deze invoereenheid kunt u tot 150 standaard losse vellen laden, 25 standaard- of bankenveloppen of 30 briefkaarten. Ver- der kunt u in deze eenheid een stapel losse doorslagformulieren met een maximale dikte van 15 mm laden.
  • Pagina 172 2. Klap de papiersteun naar beneden. papiersteun 3. Maak de linker- en rechterpapiergeleider van de invoereen- heid los door de vergrendelingshendels naar voren te duwen. papiergeleiders Accessoires aan de printer toevoegen...
  • Pagina 173 4. Neem de linkerpapiergeleider onderaan vast en verschuif hem naar de pijl op de achterkant van de papiersteun. Klik vervolgens de linkervergrendelingshendel vast door hem naar achter te duwen. Neem de rechtergeleider onderaan vast en stel hem in op de breedte van het papier. Vergrendel de geleider niet.
  • Pagina 174 7. Trek beide papierhouderhendels naar voren tot de papierge- leiders loskomen en laad vervolgens het papier. 8. Waaier een stapel papier (maximaal 150 losse vellen) los. Stoot vervolgens de stapel papier op een vlak oppervlak om de randen gelijk te maken. 9.
  • Pagina 175 12. Stel de papiertypehendel in op de stand voor losse vellen (zie illustratie). Klap vervolgens de papiersteun omhoog en sluit de klep van de papiergeleider. stand voor kettingpapie stand voor losse vellen Opmerking: Sluit de printerkap altijd alvorens af te drukken. De printer drukt niet af als de kap open is.
  • Pagina 176: De Papierbron Selecteren (Vak 1 Of Vak 2)

    De papierbron selecteren (vak 1 of vak 2) Als de dubbelvakstoevoerder geïnstalleerd werd, dient u via uw toepassing of het bedieningspaneel van de printer de gewenste papierbron op te geven (vak 1of vak 2). Zoals de onderstaande illustratie aangeeft, is de invoereenheid met extra grote capaciteit vak 1 en de supplementaire invoereenheid vak 2.
  • Pagina 177: Wisselen Tussen Afdrukken Op Kettingpapier En Afdrukken Op Losse Vellen In De Invoereenheid

    Wisselen tussen afdrukken op kettingpapier en afdrukken op losse vellen in de invoereenheid U kunt makkelijk wisselen tussen kettingpapier op een push- tractor en losse vellen in de invoereenheid zonder het kettingpa- pier te verwijderen. Omschakelen naar kettingpapier 1. Indien er zich nog losse vellen in het papierpad bevinden, drukt u op de knop Load/Eject om deze uit te voeren.
  • Pagina 178: De Rolpapierhouder Gebruiken

    4. Verschuif de papiertypehendel van de invoereenheid naar de stand voor losse vellen. 5. Indien u de dubbelvakstoevoerder gebruikt, selecteert u het gewenste vak volgens de instructies op pagina Appendix A-12. De rolpapierhouder gebruiken Indien u de optionele rolpapierhouder (#8310) installeert, kunt u afdrukken op 8.5-inch rolpapier dat doorgaans voor telexmachines gebruikt wordt.
  • Pagina 179 2. Let erop dat u het statief en de bodemplaat in de juiste richting plaatst (zie illustratie). Plaats vervolgens de bodem- plaat op het statief en maak gebruik van de bijgeleverde klemmen om beide aan elkaar vast te maken. 3. Bevestig op de onderstaande manier de spanstok aan beide uiteindes van het statief.
  • Pagina 180: De Rolpapierhouder Installeren

    De rolpapierhouder installeren 1. Controleer of de printer uit staat. 2. Plaats de rolpapierhouder op de getoonde manier onder de printer. Stop de twee pennen aan de onderkant van de printer in de twee gaten in de bodemplaat. Let op: De rolpapierhouder zit niet vast aan de printer.
  • Pagina 181 3. Zet de papierdiktehendel (onder de printerkap) in de stand die overeenkomt met de dikte van het papier dat u op de rol geladen hebt. 4. Zet de papierhendel in de stand voor losse vellen. 5. Maak de bovenrand van het papier gelijk door het voorloop- stuk van de rol gelijk af te snijden.
  • Pagina 182 8. Zet de printer aan. Plaats het voorloopstuk van het papier op de achterste push-tractor en duw het in de printer tot u een weer- stand voelt. De printer laadt vervolgens het papier automatisch. 9. Plaats de papiergeleider terug op zijn plaats en klap de klep dicht.
  • Pagina 183: Rolpapier Verwijderen

    Rolpapier verwijderen Rolpapier kunt u niet achterwaarts doorvoeren. Als u het rolpa- pier wilt verwijderen opent u de klep van de papiergeleider, verwijdert u de papiergeleider, en snijdt u het net achter de invoerplaats af. Druk nogmaals op de Load/Eject-knop om het resterende papier uit te voeren.
  • Pagina 184: De Seriële Interfacekaart C82305 Of C82306 Gebruiken A

    3. Schuif de interfacekaart in de sleuven aan weerskanten van de interfacehouder. Duw de kaart stevig naar binnen zodat de connector aan de achterkant van de kaart volledig in de interne fitting van de printer vastklikt. Plaats de schroeven terug en draai ze vast. Opmerking: Bewaar de afdekplaat op een veilige plaats;...
  • Pagina 185 Handshake-timing Als er nog slechts 256 bytes geheugenruimte overblijft, verzendt de printer de code X-OFF naar de computer of stelt hij de DTR-vlag in op 1 (MARK) ter indicatie dat hij geen gegevens meer kan ontvan- gen. Stijgt de hoeveelheid geheugenruimte tot 512 bytes, dan ver- zendt de printer de code X-ON of stelt hij de DTR-vlag in op 0 (SPACE) ter indicatie dat hij opnieuw gegevens kan ontvangen.
  • Pagina 186: Appendix B De Printer Reinigen En Vervoeren

    Appendix B De printer reinigen en vervoeren De printer reinigen ........B-2 De printer vervoeren .
  • Pagina 187: De Printer Reinigen

    Gebruik geen stugge of schurende borstels. Sproei geen smeermiddelen in de printer omdat onjuiste olie het mechanisme kan beschadigen. Indien u vermoedt dat de printer toe is aan een smeerbeurt neemt u contact met een EPSON-verdeler. De printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 188: De Printer Vervoeren

    De printer vervoeren Als u de printer moet vervoeren, verpakt u deze als volgt in de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke beschermmateriaal: Waarschuwing: Om de lintcartridge uit de printer te kunnen nemen moet u de printkop met de hand verplaatsen. Als de printer kort geleden gebruikt is, kan de printkop heet zijn.
  • Pagina 189: Appendix C Specificaties

    Lijst met commando's ........C-13 EPSON ESC/P2-besturingscodes ....C-14 IBM 2391 Plus-emulatie besturingscodes .
  • Pagina 190: Printerspecificaties

    Printerspecificaties Mechanische specificaties Afdrukmethode: 24-naalds impact dot-matrixprinter Afdruksnelheid: High speed draft 400 cps (characters per second) bij 10 cpi (characters per inch) maximum Draft 300 cps bij 10 cpi Briefkwaliteit 100 cps bij 10 cpi Afdrukrichting: Bidirectionele koppositionering voor tekst en afbeeldingen.
  • Pagina 191 15 mm. Supplementaire invoereenheid maximaal 50 vellen van 82 g/m papier Opmerking: De totale dikte van de stapel mag niet groter zijn dan 5 mm. Buffer: 64KB of 0KB (instelbaar in de standaardinstellingenmodus of het hulpprogramma EPSON Remote!) Specificaties...
  • Pagina 192 Ingebouwde Bitmaplettertypen lettertypen: EPSON Draft 10, 12, 15 cpi EPSON Roman 10, 12, 15 cpi, proportioneel EPSON Sans Serif 10, 12, 15 cpi, proportioneel EPSON Courier 10, 12, 15 cpi EPSON Prestige 10, 12 cpi EPSON Script 10 cpi EPSON OCR-B...
  • Pagina 193: Elektrische Specificaties

    Afmetingen en gewicht: Hoogte 268 mm Breedte 639 mm Diepte 402 mm Gewicht circa 13 kg Lint: zwarte lintcartridge (S015086) Levensduur lint: 8 miljoen tekens (LQ, 10 cpi, 48 punten per teken) Elektrische specificaties 120 V model 220 tot 240 V-model Ingangsstroom 99 tot 132 V 198 tot 264 V...
  • Pagina 194: Papier

    Papier Opmerking: Gebruik kringlooppapier en enveloppen uitsluitend bij een normale temperatuur en vochtigheidsgraad, binnen de volgende grenzen: Temperatuur 15 tot 25°C Vochtigheid 30 tot 60% RV Laad geen beschadigd, gevouwen of gekreukeld papier. Standaard losse vellen: voorinvoer, boveninvoer of een optio- nele invoereenheid Breedte Voor- en boveninvoer:...
  • Pagina 195 Losbladige doorslagformulieren laden: voorinvoer, bovenin- voer of invoereenheid Breedte Voor- en boveninvoer: 100 tot 420 mm Invoereenheid met extra grote capaciteit 100 tot 297 mm Lengte Voorinvoer: 148 tot 420 mm Boveninvoer: 100 tot 420 mm Invoereenheid met extra grote capaciteit 100 tot 297 mm Kopieën...
  • Pagina 196: Inbinding

    Briefkaarten: voor- en boveninvoer Breedte 100 tot 148 mm Lengte Voorinvoer: 148 mm Boveninvoer: 100 tot 148 mm Dikte 0,22 mm Gewicht 192 g/m kettingpapier (standaard en met doorslagen): voor-, achter- of onderinvoer Breedte 101,6 tot 406,4 mm Lengte 101,6 tot 558,8 mm Kopieën 1 origineel + maximaal 4 kopiën Dikte...
  • Pagina 197 kettingspapier met etiketten: voor- en onderinvoer 23,8 × 63,5 mm Grootte etiket minimum 2,5 mm radius minimum Breedte rugvel 101,6 tot 406,4 mm Lengte rugvel (één vel) 101,6 tot 558,8 mm Dikte rugvel 0,07 tot 0,09 mm Totale dikte 0,16 tot 0,19 mm Gewicht etiket 68 g/m Rolpapier: alleen achterinvoer via rolpapierhouder...
  • Pagina 198: Papieruitlijning

    Papieruitlijning Voorinvoer De printer begint af te drukken vanaf de pijl. Links van de pijl bevindt zich het gebied waarop niet afgedrukt wordt. Achterinvoer De printer begint af te drukken vanaf het merkteken "0" op de schaalverdeling. Links van “0” bevindt zich het gebied waarop niet afgedrukt wordt.
  • Pagina 199: Afdrukgebied

    Afdrukgebied Losse vellen, enveloppen, en briefkaarten: afdruk- afdruk- gebied gebied A De minimum bovenmarge is 4,2 mm. B De minimum linkermarge is 3 mm. De minimum rechtermarge is 3 mm. De maximum breedte is 406,4 mm en de maximum afdrukbare breedte is 345,4 mm. Bij losse vellen breder dan 351,4 mm vergroten de zijmarges evenredig met de breedte van het papier.
  • Pagina 200 Kettingpapier: Afdrukgebied A De minimum marge boven en onder de perforatie is 4,2 mm. B De minimum linker- en rechtermarge is 13 mm. De maximum afdrukbare breedte is 345,4 mm. De maximum breedte is 406,4 mm en De maximum afdrukbare breedte is 345,4 mm. Bij kettingpapier breder dan 371,4 mm vergroten de zijmarges evenredig met de breedte van het papier.
  • Pagina 201: Veiligheidsverklaringen

    Richtlijn voor laag voltage 73/23/EECEN 60950 EMC-richtlijn 89/336/EECEN 55022 Class B EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 EN 50082-1 IEC 801-2 IEC 801-3 IEC 801-4 Lijst met commando's Uw printer biedt ondersteuning voor de volgende EPSON ESC/ P2-besturingscodes en IBM 2391 Plus emulatie-besturingscodes. C-13 Specificaties...
  • Pagina 202: Epson Esc/P2-Besturingscodes

    EPSON ESC/P2-besturingscodes Wanneer u een EPSON ESC/P2-printer selecteert in uw software hebt u toegang tot geavanceerde lettertypen en afbeeldingen. Algemene werking ESC @, ESC U, ESC EM Papiertoevoer: FF, LF, ESC 0, ESC 2, ESC 3, ESC +, CR Paginaformaat:...
  • Pagina 203 Streepjescodecommando's Uw printer beschikt over krachtige middelen om streepjescodes af te drukken en heeft de volgende ingebouwde streepjescode- fonts: EAN-13, EAN-8, Interleaved 2 of 5, UPC-A, UPC-E, Code 39, Code 128, en POSTNET. Raadpleeg de streepjescodecomman- do's onderaan. ESC (B Select Barcode Printing Formaat:...
  • Pagina 204 c: Controlevlag Bit 0 = Controlecijfer 0: De printer voegt geen controlecijfer toe. 1: De printer voegt een controlecijfer toe. Bit 1 = Door mensen leesbaar teken (HRC) 0: De printer voegt de HRC toe. 1: De printer voegt de HRC niet toe. Bit 2 = Plaats van het vlagteken (alleen voor EAN-13 en UPC-A) 0: Center 1: Onder...
  • Pagina 205 Barcodetype Streepjescodedata EAN-13 0-9 (Hex 30-39) EAN-8 0-9 (Hex 30-39) UPC-A 0-9 (Hex 30-39) UPC-E 0-9 (Hex 30-39) Interleaved 2 of 5 0-9 (Hex 30-39) POSTNET 0-9 (Hex 30-39) Code 39 0-9 (Hex 30-39), (Hex 41-5A), (Hex 20, 24, 25, 2B, 2D, 2E, 2F) Code 128 Set A, Set B, Set C...
  • Pagina 206: Ibm 2391 Plus-Emulatie Besturingscodes

    IBM 2391 Plus-emulatie besturingscodes Deze printer emuleert de IBM Proprinter aan de hand van de onderstaande commando's. Meer details vindt u in de gebrui- kershandleiding van de IBM 2391 Plus. Algemene werking NUL, DC3, ESC j, BEL, CAN, DC1, ESC Q, ESC [ K, ESC U, ESC [ F Papiertoevoer: FF, LF, ESC 5, ESC A, ESC A (AGM...
  • Pagina 207: Tekentabellen

    Downloaden: Er is geen dowloadcommando. Alternate Graphic Mode Tekentabellen Via de standaardinstellingenmodus of de softwarecommando's kunt u de hieronder getoonde tekentabellen selecteren. Opmerking: De meeste tekentabellen zijn dezelfde als tabel PC 437 voor hex codes 00 t/m 7F; voor deze tabellen worden uitsluitend de tekens voor hex codes 80 t/m FF getoond.
  • Pagina 208 PC 850 (Multilingual) PC 860 (Portuguese) PC 863 (Canadian-French)* PC 865 (Nordic) C-20 Specificaties...
  • Pagina 209 PC 861 (Icelandic) BRASCII Abicomp C-21 Specificaties...
  • Pagina 210 Roman 8 ISO Latin 1 C-22 Specificaties...
  • Pagina 211 PC 858 ISO 8859-15 PC 437 Greek* C-23 Specificaties...
  • Pagina 212 PC 853 (Turkish)* PC 855 (Cyrillic)* PC 852 (East Europe)* PC 857 (Turkish)* C-24 Specificaties...
  • Pagina 213 PC 864 (Arabic)* PC 866 (Russian)* PC 869 (Greek)* MAZOWIA (Poland)* C-25 Specificaties...
  • Pagina 214 Code MJK (CSFR)* ISO 8859-7* ISO Latin 1 T (Turkish)* Bulgaria (Bulgarian)* C-26 Specificaties...
  • Pagina 215 PC 774 (LST 1283: 1993)* Estonia (Estonia)* ISO 8859-2* C-27 Specificaties...
  • Pagina 216 PC 866 LAT. (Latvian)* PC 866 UKR (Ukranian)* PC APTEC (Arabic)* PC 708 (Arabic)* C-28 Specificaties...
  • Pagina 217 PC 720 (Arabic)* PC AR 864 (Arabic)* Cursieve tekentabel Voor hexcode 15 zijn er geen tekens beschikbaar in de tabel met cursieve tekens. C-29 Specificaties...
  • Pagina 218: Internationale Tekensets Voor De Cursieve Tekentabel

    Internationale tekensets voor de cursieve tekentabel U kunt een van de volgende acht internationale tekensets kiezen voor de tabel met cursieve tekens via de standaardinstellingen- modus of het commando ESC R. Wanneer u bijvoorbeeld “Italic France” kiest, worden de tekens in de rij “France” in de tabel hieronder gebruikt in de tabel met cursieve tekens.
  • Pagina 219: Verklarende Woordenlijst

    (automatische regeldoorvoer) Indien u deze functie activeert via de standaardinstellingenmodus of het hulp- programma EPSON Remote! voegt de printer automatisch een regelinvoerteken (LF) toe aan elk regelterugloopteken (CR). besturingscodes Een speciale code waarmee een functie van de printer aangestuurd wordt (bv.
  • Pagina 220 concept De afdrukmodus waarin de printer afdrukt wanneer u Draft selecteert als letter- type. Bij een hoge afdruksnelheid print de printer het Draft-lettertype met minder punten per teken. Zie ook high-speed draft en bijna briefkwaliteit. Zie characters per inch. data dump Zie hex dump.
  • Pagina 221 Een modus voor het maken van conceptafdrukken die u via de standaardinstel- lingenmodus of het hulpprogramma EPSON Remote! kunt activeren. Bij high- speed draft wordt een minimum aantal punten per teken gebruikt met een heel hoge afdruksnelheid als gevolg. Zie ook draft en bijna briefkwaliteit.
  • Pagina 222 Afdrukroutine waarbij de printkop in één richting afdrukt. Unidirectioneel afdrukken is vooral geschikt voor afbeeldingen, omdat de verticale uitlijning zeer nauwkeurig is. Unidirectioneel afdrukken kunt u instellen via de standaar- dinstellingenmodus of het hulpprogramma EPSON Remote!. Zie ook bidirectio- neel afdrukken. zelftest Een test om de werking van de printer te controleren.
  • Pagina 223: Papierposities

    Papierposities stand-by positie In deze positie is het papier bevestigd aan de printer maar bevindt het zich niet in de printer. afscheurpositie In deze positie kunt u het afgedrukte document afscheuren aan de scheurrand. top-of-form positie (bovenzijde formulier) In de bovenstaande illustratie zijn de letters ABC afgedrukt in de top-of-form positie.
  • Pagina 224: Printeronderdelen

    Printeronderdelen zijgeleiders papiergeleider papierseparator klep papiergeleider printerkap papierhendel voorste knop papiergeleider bedieningspaneel (gesloten) papierdiktehendel lintcartridge afdekplaat parallelle interface papierspanner tractor voorste papiergeleider voorste zijgeleiders (open)
  • Pagina 225 EPSON ESC/P2-besturingscodes 2-34 tot 2-35 C-14 tot C-17 losbladige doorslagformulieren EPSON Remote!, hulpprogramma 4-22 3-3 tot 3-6 EPSON Status Monitor 2 4-2 losse vellen: 3-1 tot 3-14 6-2 tot 6-13 AGM 5-5 installatie 6-2 Alternate Graphic Mode 5-5 openen 6-4...
  • Pagina 226 Zie ook High-speed draft. capaciteit A-2 A-5 tot A-14 hulpprogramma Zie ook invoereenheid. EPSON Remote! 4-22 EPSON Status Monitor 2 4-2 6-2 tot 6-13 kettingpapier afdrukken 4 tot 7 2-1 tot 2-43 formulieren met doorslagen 2-33 IBM 2391 Plus-emulatie...
  • Pagina 227 DOS 1-19 voor NT 4.0 4-15 tot 4-17 voor Windows 3.1 4-11 tot 4-12 openen voor Windows 95/98 EPSON Status Monitor 2 6-4 4-6 tot 4-8 printer driver. Zie printerdriver. openen Operate-knop 5 vanuit NT 3.5x 4-18 tot 4-19...
  • Pagina 228 problemen met afdrukken of CE-keurmerk C-13 afdrukkwaliteit 7-11 tot 7-16 elektrische C-5 problemen met afscheurpositie 7-10 lijst met commando's C-13 tot C-17 problemen met het laden of mechanische C-2 tot C-5 invoeren van kettingpapier 7-8 omgeving C-5 problemen met laden of invoeren papier C-6 tot C-12 van losse vellen 7-6 tot 7-7 papieruitlijning C-10...
  • Pagina 229 kettingpapier met etiketten 2-35 papierspanner 2-21 printerkap 1-6 pull tractor 2-31 tot 2-32 rolpapier A-19 van afgedrukt document uit achterste push-tractor 2-9 voorste push-tractor 2-19 voorste papiergeleider 2-13 voorste push-tractor 2-19 voorzijde papiergeleider 2-8 2-12 3-12 papierinvoer 6 3-2 tot 3-3 11 tot 3-14 push-tractor 4...