2. Houd de knop Pause ongeveer drie seconden ingedrukt. Het
lampje Pause begint te knipperen en de modus Micro Adjust
(Fijnafstelling) wordt geactiveerd.
3. Open de klep van de papiergeleider en druk vervolgens op
de knop LF/FF om het papier achterwaarts door te voeren of
op de knop Load/Eject om het papier voorwaarts door te
voeren, totdat de perforatie van het papier is uitgelijnd met
de afscheurrand van de aandrukrol voor het papier.
afscheurrand van de aandrukrol voor het papier
Opmerking:
De printer heeft minimum- en maximumwaarden voor de
afscheurpositie. Als u probeert de afscheurpositie verder aan te
passen, hoort u een pieptoon en wordt het papier niet verder
verplaatst.
4. Scheur de afgedrukte pagina's af.
5. Druk op de knop Pause om de modus Micro Adjust
(Fijnafstelling) uit te schakelen.
Als u het afdrukken wilt hervatten, wordt het papier automatisch
ingevoerd tot de positie voor het begin van pagina's en wordt het
afdrukken gestart.
perforatie van papier
Papierverwerking
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
67