Packet mode (Pakketmodus)
Selecteer de instelling AUTO (Automatisch) als u afdrukt vanuit
Windows-toepassingen met de printerdriver op de cd-rom met
printersoftware die bij de printer wordt geleverd. Schakel deze
functie uit als u verbindingsproblemen ondervindt bij het
afdrukken vanuit toepassingen die werken onder andere
besturingssystemen, zoals DOS.
Auto CR (IBM PPDS)
Deze instelling is alleen beschikbaar in IBM PPDS-
emulatiemodus. Als de functie voor automatisch Enter-teken is
ingeschakeld, wordt aan elke regelinvoer (LF) of ESC J-code een
Enter-teken (CR) toegevoegd zodat het afdrukken vanaf de
linkermarge wordt voortgezet. Als deze instelling niet is
ingeschakeld, moet u na de LF-code een CR-code verzenden om
de afdrukpositie naar de linkermarge te verplaatsen.
A.G.M. (IBM PPDS)
Schakel de andere grafische modus (A.G.M.) in zodat de
opdrachten ESC 3, ESC A, ESC J, ESC K, ESC L, ESC Y, ESC Z en
ESC * in de IBM PPDS-emulatiemodus op dezelfde manier
werken als in de modus ESC/P2.
De A.G.M-functie is alleen beschikbaar in IBM PPDS-
emulatiemodus.
Character table (Codetabel)
U kunt kiezen uit diverse codetabellen. Deze instelling wordt
gebruikt als u afdrukt met de printerdriver.
Als u de printerdriver gebruikt, wijzigt u de instellingen in de
printerdriver. Zie "Overzicht van instellingen voor de
printerdriver" op pagina 83 voor meer informatie.
132
Bedieningspaneel