Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Epson LQ-590 Gebruikershandleiding

Epson LQ-590 Gebruikershandleiding

24-pins dotmatrixprinter
Inhoudsopgave

Advertenties

®
24-pins dotmatrixprinter
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een gegevensopslagsysteem of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of
op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of opnamen, hetzij op enige
andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation.
De informatie in dit document is alleen bedoeld voor gebruik met deze Epson-printer. Epson
is niet verantwoordelijk voor het toepassen van deze informatie op andere printers.
Seiko Epson Corporation noch haar filialen kunnen door de koper van dit product of door
derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als
gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product, onbevoegde wijzigingen
en reparaties, of (buiten de Verenigde Staten) het niet strikt volgen van de bedienings- en
onderhoudsinstructies van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade of
problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of verbruiksgoederen die niet als
Original Epson Products of Epson Approved Products zijn aangemerkt door Seiko Epson
Corporation.
EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Algemene kennisgeving: de overige productnamen die in dit document worden vermeld, dienen
uitsluitend ter identificatie en zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve houders. Epson maakt
geen enkele aanspraak op deze merken.
Copyright © 2003 van Seiko Epson Corporation, Nagano, Japan.
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson LQ-590

  • Pagina 1 De informatie in dit document is alleen bedoeld voor gebruik met deze Epson-printer. Epson is niet verantwoordelijk voor het toepassen van deze informatie op andere printers. Seiko Epson Corporation noch haar filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Hoofdstuk 1 Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen ..1 Waarschuwing voor hete onderdelen ......1 Belangrijke veiligheidsvoorschriften .
  • Pagina 4 Overzicht van instellingen voor de printerdriver ....83 EPSON Status Monitor 3 gebruiken ......86 EPSON Status Monitor 3 instellen .
  • Pagina 5 Foutindicaties ........142 EPSON Status Monitor 3 ......144 Zelftest afdrukken.
  • Pagina 6 Cartridge met inktlint ........179 Originele Epson-cartridge met inktlint ....179 De cartridge met inktlint vervangen .
  • Pagina 7 Opdrachtlijsten......... . .241 Besturingscodes van EPSON ESC/P ....241 Besturingscodes voor emulatie van IBM PPDS .
  • Pagina 8 viii...
  • Pagina 9: Hoofdstuk 1 Veiligheidsvoorschriften

    Hoofdstuk 1 Veiligheidsvoorschriften Waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en opmerkingen Waarschuwingen moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen worden aangegeven met de tekst Let op en moeten worden nageleefd om schade aan het apparaat te voorkomen. Opmerkingen bevatten belangrijke informatie over en tips voor het gebruik van de printer.
  • Pagina 10: Belangrijke Veiligheidsvoorschriften

    Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees alle veiligheidsvoorschriften voordat u de printer gaat gebruiken. Bovendien moet u alle waarschuwingen en instructies op de printer zelf volgen. Printer installeren Zet de printer niet op een instabiele ondergrond of in de buurt van een radiator of een andere warmtebron. Plaats de printer op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 11 Als u een verlengsnoer voor de printer gebruikt, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger liggen dan de maximale stroomsterkte van het verlengsnoer. Bovendien mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger liggen dan de maximale stroomsterkte van het stopcontact.
  • Pagina 12 Pas alleen de besturingselementen aan die in de bedieningsinstructies worden beschreven. Houd rekening met het volgende als u de printer in Duitsland wilt gebruiken: Er moet een stroomonderbreker van 10 of 16 ampère aanwezig zijn om afdoende bescherming tegen kortsluiting te bieden en om te voorkomen dat er te veel stroom op de printer staat.
  • Pagina 13 Gebruik de papiergeleider niet voor het invoeren van meerdelige formulieren, carbonpapier of etiketten. U kunt kettingpapier met etiketten het beste met het transportwiel in de trekpositie plaatsen. Het plaatsen van etiketten met het transportwiel in de voorste of achterste duwpositie wordt afgeraden. Voer etiketten nooit achterwaarts uit met de knop Load/Eject of de knop Tear Off/Bin.
  • Pagina 14: Printer Gebruiken

    Printer gebruiken Pas alleen de besturingselementen aan die in de gebruikersdocumentatie worden beschreven. Onjuiste aanpassingen van andere besturingselementen kunnen leiden tot beschadigingen die uitgebreide reparaties vereisen door een ervaren technicus. Wanneer u de printer uitschakelt, moet u ten minste vijf seconden wachten voordat u deze weer inschakelt.
  • Pagina 15 ® NERGY ® NERGY -partner heeft Epson bepaald dat dit product voldoet ® aan de richtlijnen van NERGY inzake doeltreffend energieverbruik. ® Het internationale NERGY Office Equipment Program is een internationaal programma ter bevordering van energiebesparing door het gebruik van energiebesparende computers en andere kantoorapparatuur.
  • Pagina 16 Veiligheidsvoorschriften...
  • Pagina 17: Hoofdstuk 2 Papierverwerking

    Hoofdstuk 2 Papierverwerking Papierbron selecteren De printer biedt diverse papierbronnen voor het afdrukken op losse vellen en op kettingpapier. U kunt papier in de printer invoeren aan de boven-, voor-, onder- en achterkant. Selecteer de papierbron die het meest geschikt is voor de manier waarop u wilt afdrukken.
  • Pagina 18: Trekpositie Voor Het Transportwiel Gebruiken

    Er zijn twee duwposities voor het transportwiel: voor en achter. Het transportwiel wordt in de fabriek in de achterste duwpositie geïnstalleerd. Zie de onderstaande tabel voor meer informatie over de duwposities en de bijbehorende papierpaden. Positie van Beschrijving transportwiel Plaats papier in de voorste papiersleuf. Als u op dik papier afdrukt, zoals op meerdelige formulieren, gebruikt u de voorste papiersleuf omdat dit papierpad bijna recht is.
  • Pagina 19 U kunt ook de optionele transportwieleenheid voor de trekpositie aanschaffen (C80020 voor de LQ-590, C80021 voor de LQ-2090) en deze in de trekpositie installeren. Als u een transportwiel in de duwpositie gebruikt met het optionele transportwiel in de trekpositie, kunt u een combinatie van een duw- en trektransportwiel maken.
  • Pagina 20: Afdrukken Op Losse Vellen

    Papiersleuf Beschrijving Als de voorste of onderste papiersleuf niet beschikbaar is, kunt u voor gewoon kettingpapier ook de achterste papiersleuf gebruiken. Bij papier dat in de achterste papiersleuf wordt geplaatst, is het papierpad niet recht. Het is mogelijk dat u hierdoor problemen ondervindt bij het plaatsen van papier.
  • Pagina 21: Hendel Voor Papiervrijgave Instellen

    Opmerking: Bij de LQ-590 wordt de voorste velgeleider geleverd. Bij de LQ-2090 is deze een optioneel onderdeel (C81401 ). Bij de LQ-2090 wordt de voorste papiergeleider geleverd. Bij de LQ-590 is deze een optioneel onderdeel (C81402 ). U kunt ook een stapel met losse vellen plaatsen met de optionele invoereenheid voor losse vellen.
  • Pagina 22 In de onderstaande tabel wordt elke positie van de hendel voor papiervrijgave beschreven. Positie van Beschrijving hendel voor papiervrijgave Positie voor losse vellen Voor het plaatsen van losse vellen in de bovenste of voorste papiersleuf. Zie “Losse vellen plaatsen” op pagina 51 voor meer informatie.
  • Pagina 23: Hendel Voor Papierdikte Aanpassen

    Hendel voor papierdikte aanpassen Voordat u met het afdrukken begint, moet u misschien de instelling voor de papierdikte wijzigen. Dit is afhankelijk van de papiersoort die u gebruikt. Voer de volgende procedure uit: 1. Schakel de printer uit en open de printerklep. De hendel voor papierdikte bevindt zich aan de linkerkant van de printer.
  • Pagina 24: Kettingpapier Plaatsen

    Papiersoort* Positie van hendel Kaarten Enveloppen: AIRMAIL No.6 AIRMAIL No.10 PLANE BOND 20lb BOND 24lb * Zie “Papier” op pagina 232 voor meer informatie. Opmerking: Als het kouder dan 5°C of warmer dan 35°C is, moet u de hendel voor papierdikte één positie hoger instellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
  • Pagina 25: Kettingpapier Plaatsen Met Het Transportwiel

    Kettingpapier plaatsen met het transportwiel De procedure voor het plaatsen van papier is afhankelijk van de positie van het transportwiel waarmee het papier in de printer wordt ingevoerd. Volg de onderstaande instructies voor de relevante transportwielpositie. In dit gedeelte vindt u instructies over “Transportwiel in de voorste duwpositie gebruiken”...
  • Pagina 26 Opmerking: Bij de LQ-590 wordt de voorste velgeleider geleverd. Bij de LQ-2090 is deze een optioneel onderdeel (C81401 ). Bij de LQ-2090 wordt de voorste papiergeleider geleverd. Bij de LQ-590 is deze een optioneel onderdeel (C81402 ).
  • Pagina 27 3. Plaats het transportwiel in de montagesleuven van de printer en druk beide uiteinden van het transportwiel omlaag zodat het transportwiel stevig vastzit. Zie “Papier plaatsen met het transportwiel in de voorste duwpositie” op pagina 19 voor instructies over het plaatsen van kettingpapier met het transportwiel in de voorste duwpositie.
  • Pagina 28 Voer de volgende procedure uit om papier te plaatsen met het transportwiel in de voorste duwpositie: 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld. 2. Open de klep aan de voorkant. Zorg dat het transportwiel is geïnstalleerd in de voorste duwpositie. 3.
  • Pagina 29 4. Ontgrendel de linker- en rechtertandwielen door de blauwe vergrendelingen van de tandwielen naar achteren te duwen. 5. Schuif het linkertandwiel ongeveer 12 mm van de meest linkse positie en trek de blauwe hendel naar voren om het tandwiel vast te zetten. Pas vervolgens het rechtertandwiel aan de breedte van het papier aan, maar zet het tandwiel niet vast.
  • Pagina 30 6. Verwijder de klep aan de voorkant door deze recht omlaag te duwen (zie hieronder). 7. Zorg ervoor dat het papier een schone, rechte rand heeft. Open vervolgens de kleppen van beide tandwielen en leg de eerste vier gaatjes van het papier op de pinnen van het transportwiel ( met de afdrukzijde naar boven).
  • Pagina 31 9. Schuif het rechtertandwiel om het papier recht te trekken en zet het tandwiel vervolgens vast door de vergrendeling voor het tandwiel omlaag te duwen. 10. Plaats de klep als het kettingpapier is gepositioneerd zoals hieronder wordt aangegeven. 11. Zorg dat de papiergeleider plat op de printer ligt en schuif de randgeleiders naar het midden van de papiergeleider.
  • Pagina 32 Opmerking: Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel als de printerklep is geopend of verwijderd, maar u kunt de klep gesloten het beste houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 33 3. Druk op de vergrendelingen van het transportwiel, trek het transportwiel omhoog en verwijder het uit de printer. 4. Sluit de klep aan de voorkant. Transportwiel in de achterste duwpositie gebruiken Het transportwiel wordt in de fabriek in de achterste duwpositie geïnstalleerd.
  • Pagina 34 In dit gedeelte vindt u instructies over “Transportwiel in de achterste duwpositie installeren” op pagina 26, “Papier plaatsen met het transportwiel in de achterste duwpositie” op pagina 27 en “Transportwiel uit de achterste duwpositie verwijderen” op pagina 31. Opmerking: Voor dik papier, zoals kettingpapier met etiketten of formulieren die uit vijf delen bestaan, is een relatief recht papierpad vereist om papierstoringen te vermijden.
  • Pagina 35 3. Plaats het transportwiel in de montagesleuven van de printer en druk beide uiteinden van het transportwiel omlaag zodat het transportwiel stevig vastzit. Zie “Papier plaatsen met het transportwiel in de achterste duwpositie” op pagina 27 voor instructies over het plaatsen van kettingpapier met het transportwiel in de achterste duwpositie.
  • Pagina 36 2. Stel de hendel voor papiervrijgave in op de achterste duwpositie. 3. Ontgrendel de linker- en rechtertandwielen door de blauwe vergrendelingen van de tandwielen naar voren te trekken. Papierverwerking...
  • Pagina 37 4. Schuif het linkertandwiel ongeveer 12 mm van de meest linkse positie en druk op de blauwe hendel om het tandwiel vast te zetten. Pas vervolgens het rechtertandwiel aan de breedte van het papier aan, maar zet het tandwiel niet vast. ongeveer 12 mm De driehoekmarkering boven op de printer geeft het meest linkse punt aan waar met afdrukken kan worden begonnen.
  • Pagina 38 Opmerking: Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel als de printerklep is geopend of verwijderd, maar u kunt de klep het beste gesloten houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 39 9. Schakel de printer in. Als de printer gegevens ontvangt, wordt het papier automatisch ingevoerd en wordt het afdrukken gestart. 10. Als u klaar bent met afdrukken, voert u de procedure bij “Kettingpapier verwijderen” op pagina 48 uit om het afgedrukte document te verwijderen.
  • Pagina 40: Transportwiel In De Trekpositie Gebruiken

    3. Druk op de vergrendelingen van het transportwiel, trek het transportwiel omhoog en verwijder het uit de printer. Transportwiel in de trekpositie gebruiken U kunt het beste het transportwiel in de trekpositie gebruiken als u afdrukt op dik en zwaar kettingpapier, zoals meerdelige formulieren of kettingpapier met etiketten.
  • Pagina 41 In dit gedeelte vindt u instructies over “Transportwiel in de trekpositie installeren” op pagina 33, “Papier plaatsen met het transportwiel in de trekpositie” op pagina 36 en “Transportwiel uit de trekpositie verwijderen” op pagina 43. Transportwiel in de trekpositie installeren Voordat u het transportwiel in de trekpositie installeert, moet u het uit de huidige positie verwijderen.
  • Pagina 42 2. Trek de printerklep iets omhoog en van de printer weg. 3. Druk de tabs aan beide zijden van de aandrukrol voor het papier omhoog en trek de aandrukrol iets omhoog en van de printer weg. Berg de aandrukrol voor het papier op een veilige plaats op.
  • Pagina 43 4. Bevestig desgewenst de papiergeleider, schuif de randgeleiders naar het midden van de papiergeleider en leg de papiergeleider plat op de printer. Opmerking: Als u papier via de achterkant wilt plaatsen, moet u het papier in het papierpad plaatsen voordat u de papiergeleider en het transportwiel installeert.
  • Pagina 44 Papier plaatsen met het transportwiel in de trekpositie Voer de volgende procedure uit om papier te plaatsen met het transportwiel in de trekpositie: 1. Zorg dat de printer is uitgeschakeld en dat de printerklep is verwijderd. Zorg er ook voor dat het transportwiel is geïnstalleerd in de trekpositie en dat de papiergeleider plat op de printer ligt.
  • Pagina 45 3. Ontgrendel de tandwielen door de vergrendelingen van de tandwielen naar voren te trekken. 4. Schuif het linkertandwiel ongeveer 12 mm van de meest linkse positie en duw de hendel terug om het tandwiel vast te zetten. Pas vervolgens het rechtertandwiel aan de breedte van het papier aan, maar zet het tandwiel niet vast.
  • Pagina 46 5. Zorg dat het papier een schone, rechte rand heeft. Open vervolgens de kleppen van de tandwielen. Opmerking: Zorg dat de printer is uitgeschakeld voordat u papier in de papiersleuf plaatst. Als u papier plaatst terwijl de printer aan is, kunnen er papierstoringen optreden.
  • Pagina 47 Onderste papiersleuf Plaats papier in de onderste papiersleuf met de afdrukzijde naar boven. 7. Plaats vier gaatjes van het papier boven de transportwielpinnen op beide tandwielen. Sluit vervolgens de kleppen van de tandwielen. 8. Schuif het rechtertandwiel om het papier recht te trekken en zet het tandwiel vervolgens vast.
  • Pagina 48 9. Schuif de randgeleiders op de papiergeleider naar het midden. 10. Als u papier in de voorste papiersleuf plaatst, moet u de klep aan de voorkant opnieuw bevestigen zoals hieronder wordt weergegeven. Als u papier plaatst in de onderste sleuf, gaat u naar de volgende stap.
  • Pagina 49 Vervolgens sluit u de klep van de papiergeleider. Opmerking: Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel als de printerklep is geopend of verwijderd, maar u kunt de klep het beste gesloten houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 50 Papier van het transportwiel in de trekpositie verwijderen Voer de volgende procedure uit om kettingpapier van het transportwiel in de trekpositie te verwijderen: 1. Als u klaar bent met afdrukken, scheurt u het papier af bij de perforatie die zich het dichtst bij de papiersleuf bevindt. 2.
  • Pagina 51 Transportwiel uit de trekpositie verwijderen Voer de volgende procedure uit om het transportwiel uit de trekpositie te verwijderen: 1. Verwijder, indien nodig, het papier van het transportwiel zoals wordt beschreven in “Papier van het transportwiel in de trekpositie verwijderen” op pagina 42. 2.
  • Pagina 52: Twee Transportwielen In Een Duw/Trek-Combinatie Gebruiken

    U kunt de kans op papierstoringen verkleinen en de invoer van kettingpapier verbeteren door het optionele extra transportwiel (C80020 voor de LQ-590, C80021 voor de LQ-2090) te installeren en vervolgens de twee transportwielen tegelijk te gebruiken.
  • Pagina 53 Voer de volgende procedure uit om twee transportwielen tegelijk te gebruiken: 1. Installeer één transportwiel in de voorste of achterste duwpositie zoals wordt beschreven in “Transportwiel in de voorste duwpositie installeren” op pagina 17 of “Transportwiel in de achterste duwpositie installeren” op pagina 26.
  • Pagina 54 Opmerking: Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel als de printerklep is geopend of verwijderd, maar u kunt de klep het beste gesloten houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 55 In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de verschillende manieren waarop kettingpapier kan worden ingevoerd met twee transportwielen. Ook wordt aangegeven hoe de hendel voor papiervrijgave voor elke methode moet worden ingesteld. Transportwiel- Positie van Papierpad posities hendel voor papiervrijgave Trekpositie en Transportwiel in...
  • Pagina 56: Afscheurfunctie Gebruiken

    Afscheurfunctie gebruiken Als het transportwiel in de duwpositie is geïnstalleerd, kunt u de afscheurfunctie gebruiken om het kettingpapier door te voeren naar de afscheurrand van de printer als u klaar bent met afdrukken. U kunt het afgedrukte document dan gemakkelijk afscheuren.
  • Pagina 57 Knop Tear Off/Bin gebruiken Voer de volgende procedure uit om kettingpapier te verwijderen met de knop Tear Off/Bin: 1. Als de printer klaar is met het afdrukken van het document, controleert u of het lampje Tear Off/Bin knippert. Opmerking: Als het lampje Tear Off/Bin knippert, bevindt het papier zich in de afscheurpositie.
  • Pagina 58 Opmerking: Als de perforatie van het papier niet goed is uitgelijnd met de afscheurrand, kunt u de afscheurpositie aanpassen met de functie Micro Adjust (Fijnafstelling) zoals wordt beschreven in “Afscheurpositie aanpassen” op pagina 66. 3. Scheur het afgedrukte document af met de afscheurrand van de aandrukrol voor het papier.
  • Pagina 59: Losse Vellen Plaatsen

    187 of “Voorste velgeleider en voorste papiergeleider” op pagina 205 voor meer informatie. Opmerking: Bij de LQ-590 wordt de voorste velgeleider geleverd. Bij de LQ-2090 is deze een optioneel onderdeel (C81401 ). Bij de LQ-2090 wordt de voorste papiergeleider geleverd. Bij de LQ-590 is deze een optioneel onderdeel (C81402 ).
  • Pagina 60: Beschikbare Papiersoorten

    één voor één vanaf de bovenkant van de printer invoeren. De vellen kunnen maximaal 257 mm (10,1 inch) breed zijn bij de LQ-590 en 420 mm (16,5 inch) bij de LQ-2090. Zie “Printerspecificaties” op pagina 225 voor meer informatie over papierspecificaties.
  • Pagina 61: Papier In De Papiergeleider Plaatsen

    Papier in de papiergeleider plaatsen Voer de volgende procedure uit om papier in de papiergeleider te plaatsen: 1. Zet de papiergeleider rechtop. Stel vervolgens de hendel voor papierdikte in op 0 als u gewone vellen papier gebruikt. U vindt deze hendel onder de printerklep. Als u enveloppen gebruikt, kunt u in “Enveloppen”...
  • Pagina 62 3. Schuif de linkerrandgeleider totdat deze vastklikt naast de driehoekmarkering op de papiergeleider. Pas vervolgens de rechterrandgeleider aan de breedte van het papier aan. 4. Plaats een vel papier met de afdrukzijde naar beneden tussen de randgeleiders. Schuif het vel zo ver mogelijk door. Het papier wordt automatisch door de printer ingevoerd om te worden afgedrukt.
  • Pagina 63: De Voorste Velgeleider Of Voorste Papiergeleider

    “Papier plaatsen op de voorste velgeleider of papiergeleider” op pagina 208 voor meer informatie. Opmerking: Bij de LQ-590 wordt de voorste velgeleider geleverd. Bij de LQ-2090 is deze een optioneel onderdeel (C81401 ). Bij de LQ-2090 wordt de voorste papiergeleider geleverd. Bij de LQ-590 is deze een optioneel onderdeel (C81402 ).
  • Pagina 64: Speciaal Papier Plaatsen

    Speciaal papier plaatsen Meerdelige formulieren U kunt meerdelige formulieren zonder carbonpapier gebruiken. De formulieren kunnen maximaal uit vijf delen bestaan (vier kopieën en het origineel). Zorg dat de hendel voor papierdikte is ingesteld op basis van het aantal lagen van het formulier. Zie “Hendel voor papierdikte aanpassen”...
  • Pagina 65: Etiketten

    208 om losse meerdelige formulieren te plaatsen. Opmerking: Bij de LQ-590 wordt de voorste velgeleider geleverd. Bij de LQ-2090 is deze een optioneel onderdeel (C81401 ). Bij de LQ-2090 wordt de voorste papiergeleider geleverd. Bij de LQ-590 is deze een optioneel onderdeel (C81402 ).
  • Pagina 66 Let op: U kunt kettingpapier met etiketten het beste met het transportwiel in de trekpositie plaatsen. Het plaatsen van etiketten met het transportwiel in de voorste of achterste duwpositie wordt afgeraden. Voer etiketten nooit achterwaarts uit met de knop Load/Eject of de knop Tear Off/Bin. Als etiketten achterwaarts worden uitgevoerd, kunnen ze gemakkelijk loskomen en papierstoringen veroorzaken.
  • Pagina 67 Kettingpapier met etiketten verwijderen Verwijder kettingpapier met etiketten op de volgende manier uit de printer om te voorkomen dat er etiketten loskomen waardoor papierstoringen ontstaan: 1. Scheur het nog in te voeren papier af bij de perforatie die zich het dichtst bij de papiersleuf bevindt. perforatie die zich het dichtst bij de papiersleuf bevindt...
  • Pagina 68: Enveloppen

    Enveloppen U kunt enveloppen met de papiergeleider één voor één invoeren of u kunt meerdere enveloppen invoeren met de optionele invoereenheid met grote capaciteit voor losse vellen (lade 1 van de invoereenheid voor losse vellen met twee laden). Voordat u enveloppen plaatst, moet u de hendel voor papierdikte instellen op positie 3, 4 of 6, afhankelijk van hoe dik de enveloppen zijn.
  • Pagina 69: Kaarten

    Opmerking: Controleer of u de envelop met de afdrukzijde naar beneden hebt geplaatst en of de bovenrand van de envelop eerst in de printer wordt ingevoerd. De afdrukkop mag niet naast de linker- of rechterrand van de envelop of ander dik papier afdrukken. Controleer of de toepassing zo is ingesteld dat er alleen op het afdrukbare gebied van de envelop wordt afgedrukt.
  • Pagina 70 Als u losse kaarten wilt plaatsen, volgt u de instructies in “Papier in de papiergeleider plaatsen” op pagina 53. Zie “Papier plaatsen in de invoereenheid met grote capaciteit voor losse vellen” op pagina 196 als u meerdere kaarten wilt plaatsen. Opmerking: Als u kaarten zo wilt plaatsen dat eerst de lange kant wordt ingevoerd, moet u ze in de bovenste papiersleuf plaatsen.
  • Pagina 71: Schakelen Tussen Afdrukken Op Kettingpapier En Losse Vellen

    Schakelen tussen afdrukken op kettingpapier en losse vellen U kunt gemakkelijk schakelen tussen afdrukken op kettingpapier met een transportwiel in de duwpositie en afdrukken op losse vellen zonder dat u het kettingpapier hoeft te verwijderen of opnieuw hoeft te plaatsen. Overschakelen naar afdrukken op losse vellen Voer de onderstaande procedure uit om over te schakelen van afdrukken op kettingpapier met een transportwiel in de...
  • Pagina 72 2. Druk op de knop Load/Eject om het kettingpapier achterwaarts door te voeren naar de stand-bypositie. Het papier bevindt zich nog steeds op het transportwiel in de duwpositie, maar het bevindt zich niet meer in het papierpad. 3. Zet de papiergeleider rechtop. 4.
  • Pagina 73: Overschakelen Naar Afdrukken Op Kettingpapier

    Overschakelen naar afdrukken op kettingpapier Voer de volgende procedure uit om over te schakelen van afdrukken op losse vellen naar afdrukken op kettingpapier met een transportwiel in de duwpositie: Opmerking: Als u wilt overschakelen van het afdrukken met de voorste velgeleider naar afdrukken met het transportwiel in de voorste duwpositie, moet u de voorste velgeleider verwijderen.
  • Pagina 74: Afscheurpositie Aanpassen

    Afscheurpositie aanpassen Als de perforatie van het papier niet is uitgelijnd met de afscheurrand, kunt u de perforatie met de functie Micro Adjust (Fijnafstelling) verplaatsen naar de afscheurpositie. Voer de volgende procedure uit om de afscheurpositie aan te passen. Let op: Gebruik nooit de knop om de afscheurpositie aan te passen, omdat de printer hierdoor beschadigd kan raken of omdat de afscheurpositie hierdoor verloren kan gaan.
  • Pagina 75 2. Houd de knop Pause ongeveer drie seconden ingedrukt. Het lampje Pause begint te knipperen en de modus Micro Adjust (Fijnafstelling) wordt geactiveerd. 3. Open de klep van de papiergeleider en druk vervolgens op de knop LF/FF om het papier achterwaarts door te voeren of op de knop Load/Eject om het papier voorwaarts door te voeren, totdat de perforatie van het papier is uitgelijnd met de afscheurrand van de aandrukrol voor het papier.
  • Pagina 76: Positie Voor Het Begin Van Pagina's Aanpassen

    Positie voor het begin van pagina's aanpassen De positie voor het begin van pagina's is de positie op de pagina waar de printer begint met afdrukken. Als er te hoog of te laag op de pagina wordt afgedrukt, kunt u deze positie wijzigen met de functie Micro Adjust (Fijnafstelling).
  • Pagina 77 Pause om de modus Micro Adjust (Fijnafstelling) te verlaten. Opmerking: Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel als de printerklep is geopend of verwijderd, maar u kunt de klep het beste gesloten houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 78 Papierverwerking...
  • Pagina 79: Hoofdstuk 3 Printersoftware

    U moet de printerdriver installeren zodat de Windows-toepassingen volledig kunnen beschikken over de printerfuncties. Met het programma EPSON Status Monitor 3 kunt u de status van de printer controleren, krijgt u waarschuwingen wanneer fouten optreden en wordt u geholpen met tips voor het oplossen van problemen.
  • Pagina 80: Printerdriver Gebruiken Met Windows Me, 98 En 95

    Opmerking: De LQ-2090 wordt gebruikt in de voorbeelden in het volgende gedeelte. Als u een LQ-590 hebt, kunt u de modelnaam in de voorbeelden vervangen door LQ-590. Dezelfde instructies gelden voor beide modellen. Hoewel in veel Windows-toepassingen de instellingen worden genegeerd die in de printerdriver zijn opgegeven, is dit niet altijd het geval.
  • Pagina 81: Printerdriver Openen Vanuit Windows-Toepassingen

    Printerdriver openen vanuit Windows-toepassingen Voer de volgende procedure uit om de printerdriver te openen vanuit een Windows-toepassing: 1. Kies Print Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand) van de toepassing. De printer moet zijn geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Name (Naam) in het dialoogvenster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling).
  • Pagina 82 2. Klik op Printer, Setup (Instellen), Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). U moet wellicht op een combinatie van deze knoppen klikken. Het venster Properties (Eigenschappen) wordt weergegeven met de menu's Paper (Papier), Graphics (Afbeeldingen) en Device Options (Apparaatopties). Deze menu's bevatten de instellingen voor de printerdriver.
  • Pagina 83: Printerdriver Openen Vanuit Het Menu Start

    Printerdriver openen vanuit het menu Start Voer de volgende procedure uit om de printerdriver te openen vanuit het menu Start: 1. Klik op Start en kies Settings (Instellingen). 2. Klik op Printers. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Properties (Eigenschappen).
  • Pagina 84: Instellingen Voor De Printerdriver Wijzigen

    Instellingen voor de printerdriver wijzigen De printerdriver bevat vier menu's: Paper (Papier), Graphics (Afbeeldingen), Device Options (Apparaatopties) en Utility (Hulpprogramma). Zie “Overzicht van instellingen voor de printerdriver” op pagina 83 voor een overzicht van de beschikbare instellingen. U kunt ook de Help weergeven door met de rechtermuisknop op items in de driver te klikken en What's this? (Wat is dit?) te kiezen.
  • Pagina 85: Printerdriver Gebruiken Met Windows Xp, 2000 En Windows Nt

    Opmerking: De LQ-2090 wordt gebruikt in de voorbeelden in het volgende gedeelte. Als u een LQ-590 hebt, kunt u de modelnaam in de voorbeelden vervangen door LQ-590. Dezelfde instructies gelden voor beide modellen. Hoewel in veel Windows-toepassingen de instellingen worden genegeerd die in de printerdriver zijn opgegeven, is dit niet altijd het geval.
  • Pagina 86: Printerdriver Openen Vanuit Windows-Toepassingen

    Printerdriver openen vanuit Windows- toepassingen Voer de volgende procedure uit om de printerdriver te openen vanuit een Windows-toepassing: Opmerking: Het besturingssysteem Windows 2000 wordt gebruikt in de voorbeelden in het volgende gedeelte. De voorbeelden kunnen afwijken van de werkelijke vensters die worden weergegeven. Dezelfde instructies zijn echter van toepassing.
  • Pagina 87 2. Klik op Printer, Setup (Instellen), Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). U moet wellicht op een combinatie van deze knoppen klikken. Het venster Document Properties (Documenteigenschappen) wordt weergegeven met de menu's Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit). Deze menu's bevatten de instellingen voor de printerdriver.
  • Pagina 88: Printerdriver Openen Vanuit Het Menu Start

    3. Als u een menu wilt weergeven, klikt u op de bijbehorende tab boven aan het venster. Zie “Instellingen voor de printerdriver wijzigen” op pagina 83 als u de instellingen wilt wijzigen. Printerdriver openen vanuit het menu Start Voer de volgende procedure uit om de printerdriver te openen vanuit het menu Start: Opmerking: De schermopnamen in deze procedure zijn afkomstig uit het...
  • Pagina 89 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) (in Windows XP of 2000) of Document Defaults (Standaardwaarden document) (in Windows NT 4.0). Het venster Default Document Properties (Eigenschappen voor Standaarddocument) wordt weergegeven met de menu's Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit).
  • Pagina 90 Als u met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer klikt en Properties (Eigenschappen) kiest in het snelmenu, verschijnt het venster voor de printersoftware. Dit venster bevat menu's waarin u de instellingen voor de printerdriver kunt opgeven. 4. Als u een menu wilt weergeven, klikt u op de bijbehorende tab boven aan het venster.
  • Pagina 91: Instellingen Voor De Printerdriver Wijzigen

    Instellingen voor de printerdriver wijzigen De printerdriver bevat twee menu's waarin u de instellingen voor de printerdriver kunt wijzigen: Layout (Indeling) en Paper/Quality (Papier/Kwaliteit). U kunt ook instellingen wijzigen in het menu Utility (Hulpprogramma) in de printersoftware. Zie “Overzicht van instellingen voor de printerdriver”...
  • Pagina 92: Printerinstellingen

    Bij afdrukken met de standaardinstellingen worden de instellingen in de printer gebruikt. EPSON Status U kunt op deze knop klikken om EPSON Status Monitor 3 Monitor 3 te openen. Als u de printer wilt controleren, moet het selectievakje Monitor the printing status (Afdrukstatus controleren) zijn ingeschakeld.
  • Pagina 93 Uitleg Monitoring Klik op deze knop om het dialoogvenster Monitoring Preferences Preferences (Controlevoorkeuren) te openen. In dit (Controlevoor- venster kunt u instellingen voor EPSON Status keuren) Monitor 3 opgeven. Paper/Output Controleer de instellingen bij Paper Size (Papier/uitvoer) (Papierformaat), Orientation (Afdrukstand) en Paper...
  • Pagina 94: Controle-Instellingen

    87 voor meer informatie. EPSON Status Monitor 3 gebruiken EPSON Status Monitor 3 wordt geleverd bij de printer en is beschikbaar voor Windows XP, ME, 98, 95, 2000 en Windows NT 4.0. Hiermee kunt u de status van de printer controleren, krijgt u waarschuwingen wanneer printerfouten optreden en instructies voor het oplossen van problemen.
  • Pagina 95: Epson Status Monitor 3 Instellen

    Installatiehandleiding. Opmerking: Als u de driver installeert met de “Point and Print”-methode, werkt EPSON Status Monitor 3 wellicht niet goed. Wilt u EPSON Status Monitor 3 gebruiken, dan moet u de driver opnieuw installeren, zoals wordt beschreven in de Installatiehandleiding.
  • Pagina 96 2. Klik op de knop Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren). Het dialoogvenster Monitoring Preferences (Controlevoorkeuren) wordt weergegeven. 3. De volgende instellingen zijn beschikbaar: Select Notification Hier wordt weergegeven of de selectievakjes (Melding voor foutmeldingen zijn in- of uitgeschakeld. selecteren) Schakel dit selectievakje in om de geselecteerde foutmelding weer te geven.
  • Pagina 97: Epson Status Monitor 3 Openen

    Klik op de knop Default (Standaard) om de standaardinstellingen voor alle items te herstellen. EPSON Status Monitor 3 openen Voer een van de volgende procedures uit om EPSON Status Monitor 3 te openen: Dubbelklik op het pictogram voor de printer in de taakbalk.
  • Pagina 98: Printer Instellen In Een Netwerk

    Als u EPSON Status Monitor 3 opent zoals hierboven wordt beschreven, wordt het volgende venster met de printerstatus weergegeven. U kunt informatie over de printerstatus bekijken in dit venster. Printer instellen in een netwerk Printer delen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer kunt delen in een standaard-Windows-netwerk.
  • Pagina 99 Zie “Met Windows NT 4.0” op pagina 108 voor Windows NT 4.0. Opmerking: Als u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 zo instellen dat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “EPSON Status Monitor 3 instellen” op pagina 87 voor meer informatie.
  • Pagina 100: Printer Instellen Als Een Gedeelde Printer

    De afdrukserver en de clients moeten in hetzelfde netwerksysteem zijn ingesteld en moeten vooraf onder hetzelfde netwerkbeheer vallen. De vensters die op de volgende pagina's worden weergegeven, kunnen verschillen, afhankelijk van de versie van het Windows- besturingssysteem. Printer instellen als een gedeelde printer Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows ME, 98 of 95 is, voert u de volgende procedure uit om de afdrukserver in te stellen.
  • Pagina 101 Gebruik geen spaties of afbreekstreepjes voor de share-naam. Als u dit wel doet, kan er een fout optreden. Als u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3 zo instellen dat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “EPSON Status Monitor 3 instellen” op pagina 87 voor meer informatie.
  • Pagina 102: Extra Driver Gebruiken

    U moet de clientcomputers zo instellen dat deze de printer in een netwerk kunnen gebruiken. Zie de volgende pagina's voor meer informatie: “Met Windows ME, 98 of 95” op pagina 102 “Met Windows XP of 2000” op pagina 104 “Met Windows NT 4.0” op pagina 108 Extra driver gebruiken Als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0 is, kunt u de extra drivers op de server...
  • Pagina 103 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Sharing (Delen) in het snelmenu. Als in Windows XP het volgende menu wordt weergegeven, klikt u op Network Setup Wizard (Wizard Netwerk instellen) of If you understand the security risks but want to share printers without running the wizard, click here.
  • Pagina 104 Voor een afdrukserver met Windows XP selecteert u Share this printer (Deze printer delen) en voert u de naam in het vak Share Name (Share-naam) in. Opmerking: Gebruik geen spaties of afbreekstreepjes voor de share-naam. Als u dit wel doet, kan er een fout optreden. 3.
  • Pagina 105 Voor een afdrukserver met Windows NT 4.0 Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt. Selecteer bijvoorbeeld Windows 95 om de extra driver voor clients met Windows ME, 98 of 95 te installeren. Klik vervolgens op OK. Opmerking: U hoeft Windows NT 4.0 x86 niet te selecteren, omdat deze driver al is geïnstalleerd.
  • Pagina 106 Voor een afdrukserver met Windows XP of 2000 Klik op Additional Drivers (Extra stuurprogramma's). Selecteer de versie van Windows die voor de clients wordt gebruikt en klik op OK. Voor clients met Selecteer Intel Windows 95 Windows ME, 98 of 95 or 98 (and Me) (Intel Windows 95 of 98 (en ME)) Voor clients met...
  • Pagina 107 Opmerking: U hoeft niet alleen de extra driver voor Intel Windows 2000 (of XP) te installeren, omdat deze driver vooraf is geïnstalleerd. Selecteer alleen Intel-drivers als extra driver. De overige extra drivers zijn niet beschikbaar. 4. Als hierom wordt gevraagd, plaatst u de cd-rom die bij de printer is geleverd in het cd-rom-station en klikt u op OK.
  • Pagina 108 Opmerking: Controleer de volgende items als de printer wordt gedeeld. U moet EPSON Status Monitor 3 zo instellen dat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de afdrukserver. Zie “EPSON Status Monitor 3 instellen” op pagina 87 voor meer informatie.
  • Pagina 109: Instelling Voor De Clients

    U moet de clientcomputers zo instellen dat deze de printer in een netwerk kunnen gebruiken. Zie de volgende pagina's voor meer informatie: “Met Windows ME, 98 of 95” op pagina 102 “Met Windows XP of 2000” op pagina 104 “Met Windows NT 4.0” op pagina 108 Instelling voor de clients In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printerdriver kunt installeren door toegang te krijgen tot de gedeelde printer in een...
  • Pagina 110: Met Windows Me, 98 Of

    U kunt de extra driver niet gebruiken onder het besturingssysteem van het serversysteem. Als u EPSON Status Monitor 3 wilt gebruiken op clients, moet u op elke client de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 installeren vanaf de cd-rom. Met Windows ME, 98 of 95 Voer de volgende procedure uit om clients met Windows ME, 98 of 95 in te stellen.
  • Pagina 111 5. Klik op de computer of server die op de gedeelde printer is aangesloten en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK. Opmerking: De naam van de gedeelde printer wordt wellicht gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer. Neem contact op met de beheerder van het netwerk als u de naam van de gedeelde printer wilt weten.
  • Pagina 112: Met Windows Xp Of 2000

    7. Controleer de naam van de gedeelde printer en geef aan of de printer moet worden gebruikt als standaardprinter. Klik op OK en volg de instructies op het scherm. Opmerking: U kunt de naam van de gedeelde printer wijzigen zodat deze alleen op de clientcomputer wordt weergegeven.
  • Pagina 113 1. Voor clients met Windows 2000: klik op Start en kies Settings (Instellingen) en Printers. Voor clients met Windows XP: klik op Start en kies Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Gebruikers van Windows XP Home Edition: kies eerst Control Panel (Configuratiescherm) en vervolgens Printers and Faxes (Printers en faxapparaten).
  • Pagina 114 4. Voor Windows 2000: typ de naam van de gedeelde printer en klik op Next (Volgende). Opmerking: U kunt ook “\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer)” opgeven als netwerkpad of wachtrijnaam.
  • Pagina 115 5. Klik op het pictogram van de computer of de server die op de gedeelde printer is aangesloten en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK. Opmerking: De naam van de gedeelde printer wordt wellicht gewijzigd door de computer of server die is aangesloten op de gedeelde printer.
  • Pagina 116: Met Windows Nt

    6. Voor Windows 2000: geef aan of de printer moet worden gebruikt als standaardprinter en klik op OK. 7. Controleer de instellingen en klik op Finish (Voltooien). Met Windows NT 4.0 Voer de volgende procedure uit om clients met Windows NT 4.0 in te stellen.
  • Pagina 117 4. Klik op het pictogram van de computer of de server die op de gedeelde printer is aangesloten en op de naam van de gedeelde printer. Klik vervolgens op OK. Opmerking: U kunt ook “\\(de naam van de computer die lokaal is aangesloten op de gedeelde printer)\(de naam van de gedeelde printer)”...
  • Pagina 118: Printerdriver Installeren Vanaf De Cd-Rom

    Ga naar de volgende stap als de extra driver voor Windows NT 4.0 is geïnstalleerd op een afdrukserver met Windows XP of 2000. Ga naar “Printerdriver installeren vanaf de cd-rom” op pagina 110 als de extra driver voor Windows NT 4.0 niet is geïnstalleerd op een afdrukserver met Windows XP of 2000 of als het besturingssysteem van de afdrukserver Windows ME, 98 of 95 is.
  • Pagina 119 2. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Het dialoogvenster EPSON Installation Program (EPSON-installatieprogramma) wordt weergegeven. Klik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten en typ de juiste stations- en mapnamen waarin de printerdriver voor clients zich bevindt.
  • Pagina 120: Afdrukken Annuleren

    De mapnaam verschilt, afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem. Besturingssysteem van de client Mapnaam Windows ME, 98 of 95 \<Taal>\WIN9X Windows XP, 2000 \<Taal>\WIN2000 Windows NT 4.0 \<Taal>\WINNT40 3. Selecteer de naam van de printer en klik op OK. Volg de instructies op het scherm.
  • Pagina 121: Installatie Van De Printersoftware Ongedaan Maken

    2. Als u alle documenten wilt annuleren, kiest u Purge Print Documents (Printertaken verwijderen) (voor Windows ME, 98 of 95) of Cancel All Documents (Alle documenten annuleren) (voor Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0) in het menu Printer. Wilt u een bepaald document annuleren, dan selecteert u het gewenste document en kiest u Cancel Printing (Afdrukken annuleren) (voor Windows ME, 98 of 95) of Cancel (Annuleren) (voor Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0) in...
  • Pagina 122: De Installatie Van De Printerdriver En Epson Status Monitor 3 Ongedaan Maken

    De installatie van de printerdriver en EPSON Status Monitor 3 ongedaan maken 1. Sluit alle toepassingen. 2. Klik op Start en kies Settings (Instellingen) en Control Panel (Configuratiescherm). 3. Dubbelklik op het pictogram Add/Remove Programs (Software). 4. Selecteer EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klik op Add/Remove (Toevoegen/verwijderen).
  • Pagina 123 Opmerking: Als u een computer met Windows XP of Windows 2000 gebruikt, klikt u op Change or Remove Programs (Programma's wijzigen of verwijderen). Vervolgens selecteert u EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) en klikt u op Change/Remove (Wijzigen/Verwijderen). 5. Klik op de tab Printer Model (Printermodel), selecteer het pictogram EPSON LQ-590 Advanced of EPSON LQ-2090 Advanced en klik op OK.
  • Pagina 124: Installatie Van De Usb-Apparaatdriver Ongedaan Maken

    7. Als u de installatie van EPSON Status Monitor 3 ongedaan wilt maken, klikt u op Yes (Ja) in het dialoogvenster. 8. Volg de instructies op het scherm. Installatie van de USB-apparaatdriver ongedaan maken Als u de printer aansluit op de computer via een USB-interfacekabel, wordt ook de USB-apparaatdriver geïnstalleerd.
  • Pagina 125 1. Voer stap 1 tot en met 3 van “Installatie van de printersoftware ongedaan maken” op pagina 113 uit. 2. Selecteer EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten) en klik op Add/Remove (Toevoegen/verwijderen). Printersoftware...
  • Pagina 126 Opmerking: EPSON USB Printer Devices (EPSON USB- afdrukapparaten) wordt alleen weergegeven als de printer is verbonden met Windows ME of 98 via een USB-interfacekabel. Als de USB-apparaatdriver niet correct is geïnstalleerd, wordt EPSON USB Printer Devices (EPSON USB- afdrukapparaten) wellicht niet weergegeven. Voer de volgende procedure uit om het bestand “Epusbun.exe”...
  • Pagina 127: Hoofdstuk 4 Bedieningspaneel

    Hoofdstuk 4 Bedieningspaneel Knoppen en lampjes Knop Font (ItemD) Hiermee selecteert u een van de lettertypen. Zie “Lettertype en tekenbreedte selecteren” op pagina 123 als u een lettertype wilt selecteren. Als de modus voor standaardinstellingen wordt geactiveerd, kunt u de knop gebruiken voor ItemD. U kunt op de knop ItemD drukken om het volgende menu te selecteren.
  • Pagina 128 Reset Als u tegelijkertijd op de knoppen Font en Pitch drukt, wordt de buffer van de printer leeggemaakt en worden de standaardinstellingen hersteld. Knop Font (ItemD) Hiermee selecteert u een van de instellingen voor de tekenbreedte. Zie “Lettertype en tekenbreedte selecteren”...
  • Pagina 129 Knop Tear Off/Bin (Set) Hiermee voert u kettingpapier door naar de afscheurpositie. Hiermee voert u kettingpapier achterwaarts door van de afscheurpositie naar de positie voor het begin van pagina's. Hiermee selecteert u een invoerlade voor losse vellen als de invoereenheid voor losse vellen is geïnstalleerd.
  • Pagina 130 Knop Load/Eject Hiermee plaatst u één vel papier. Hiermee voert u één vel papier uit als er een vel is geplaatst. Hiermee plaatst u kettingpapier vanaf de stand-bypositie. Hiermee voert u kettingpapier achterwaarts door naar de stand-bypositie als er een vel is geplaatst. Micro Adjust Als u de knop Pause langer dan drie seconden ingedrukt houdt, wordt de modus voor fijnafstelling van de printer...
  • Pagina 131: Lettertype En Tekenbreedte Selecteren

    Knop Pause Hiermee wordt het afdrukken tijdelijk stopgezet. Als u nogmaals op de knop drukt, wordt het afdrukken weer voortgezet. Als u deze knop gedurende drie seconden ingedrukt houdt, wordt de modus Micro Adjust (Fijnafstelling) geactiveerd. U kunt de modus Micro Adjust (Fijnafstelling) weer uitschakelen door nogmaals op de knop te drukken.
  • Pagina 132 De instellingen die u in de toepassingen opgeeft, hebben meestal voorrang op de instellingen die u met het bedieningspaneel van de printer kiest. Gebruik voor de beste resultaten de toepassing om een lettertype te selecteren en andere instellingen op te geven. De beschikbare tekenbreedte is afhankelijk van het lettertype dat u selecteert.
  • Pagina 133 2. Druk op de knop Font totdat de drie lampjes bij Font het gewenste lettertype aangeven (zie hieronder). Prestige N N O O O N Draft Script N O N O O O Roman Others N O O N N F Sans Serif O N N Courier...
  • Pagina 134: Informatie Over De Standaardinstellingen Van De Printer

    Informatie over de standaardinstellingen van de printer Met de standaardinstellingen worden veel functies van de printer geregeld. Hoewel u deze functies meestal kunt instellen met de software of de printerdriver, is het in sommige situaties misschien nodig in de modus voor standaardinstellingen een standaardinstelling te wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 135 Standaardinstellingen Menu Waarden (standaardwaarde is vetgedrukt) Print the current settings Execute (Uitvoeren) (De huidige instellingen afdrukken)* Page length for front tractor Lengte in inch: 3, 3.5, 4, 5.5, 6, 7, 8, 8.5, 11, (Paginalengte voor 70/6, 12, 14, 17 transportwiel in voorste positie) Page length for rear tractor Lengte in inch: 3, 3.5, 4, 5.5, 6, 7, 8, 8.5, 11,...
  • Pagina 136 Menu Waarden (standaardwaarde is vetgedrukt) Character table (Codetabel) Standaardmodel: italic, PC 437, PC 850, PC 860, PC 863, PC 865, PC 861, BRASCII, Abicomp, Roman 8, ISO Latin 1, PC858, ISO8859-15 Alle andere modellen: Italic, PC 437, PC 850, PC 437 Greek, PC 853, PC855, PC 852, PC 857, PC864, PC 866, PC 869, MAZOWIA, Code MJK, ISO 8859-7, ISO Latin 1T, Bulgaria, PC 774, Estonia, ISO...
  • Pagina 137 Page length for rear tractor (Paginalengte voor transportwiel in achterste positie) Met deze instelling kunt u een waarde in inch opgeven voor de paginalengte voor het kettingpapier dat is geplaatst op het transportwiel in de achterste duwpositie. Skip over perforation (Perforatie overslaan) Deze functie is alleen beschikbaar als er kettingpapier is geselecteerd.
  • Pagina 138 Als de printer is ingesteld op Auto, worden de gegevens geanalyseerd en worden lijnen die verticaal moeten worden uitgelijnd, unidirectioneel afgedrukt. Software Als u ESC/P2 selecteert, werkt de printer in de modus EPSON ESC/P. Als u IBM PPDS selecteert, emuleert de printer een IBM-printer. 0 slash (0 schuine streep)
  • Pagina 139 I/F (interface) mode (Interfacemodus) De printer beschikt over een ingang voor een optionele interface naast de ingebouwde parallelle interface en USB-interface. U hebt voor de interfacemodus de volgende mogelijkheden: Auto (Automatisch), Parallel, USB of Option (Optioneel). Als u Auto (Automatisch) selecteert, selecteert de printer automatisch de interface die de gegevens ontvangt en wordt die interface gebruikt tot het einde van de afdruktaak.
  • Pagina 140 Packet mode (Pakketmodus) Selecteer de instelling AUTO (Automatisch) als u afdrukt vanuit Windows-toepassingen met de printerdriver op de cd-rom met printersoftware die bij de printer wordt geleverd. Schakel deze functie uit als u verbindingsproblemen ondervindt bij het afdrukken vanuit toepassingen die werken onder andere besturingssystemen, zoals DOS.
  • Pagina 141 International character set for italic table (Internationale tekenset voor tabel met cursieve tekens) U kunt kiezen uit diverse internationale tekensets voor de tabel met cursieve tekens. Elke tekenset bevat acht tekens die specifiek zijn voor het land of de taal, zodat u de tabel met cursieve tekens naar behoefte kunt aanpassen.
  • Pagina 142: Standaardinstellingen Wijzigen

    Wanneer u afzonderlijke vellen gebruikt, moet u een nieuw vel papier plaatsen als er een vel is uitgevoerd uit de papiergeleider. Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel met de printerklep geopend of verwijderd, maar u kunt het beste de klep gesloten houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 143 1. Zorg dat er papier is geplaatst. 2. Druk op de knoppen voor Menu (Pitch en Tear Off/Bin) totdat u één pieptoon hoort en de lampjes bij Menu (beide lampjes bij Tear Off/Bin) gaan branden. De printer schakelt over naar de modus voor standaardinstellingen en drukt een bericht af waarin u wordt gevraagd de taal te selecteren voor het standaardinstelmenu.
  • Pagina 144: Vergrendelingsmodus

    6. Druk op de knop ItemD of ItemU om de menuparameters die u wilt wijzigen, te selecteren. Druk op de knop Set om door de waarden in de geselecteerde parameter te bladeren totdat u de gewenste instelling hebt gevonden. Nadat u de geselecteerde parameter hebt ingesteld op de gewenste instelling, kunt u andere parameters wijzigen door op de knop ItemD of ItemU te drukken of door de modus voor...
  • Pagina 145: Vergrendelingsmodus Inschakelen Of Uitschakelen

    Vergrendelingsmodus inschakelen of uitschakelen U kunt de vergrendelingsmodus gemakkelijk inschakelen of uitschakelen met de knoppen op het bedieningspaneel. Voer de volgende procedure uit om de vergrendelingsmodus in te schakelen: 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld. Let op: Wanneer u de printer uitschakelt, moet u ten minste vijf seconden wachten voordat u deze weer inschakelt.
  • Pagina 146: Instelling Voor Vergrendelingsmodus Wijzigen

    Zie “Standaardinstellingen wijzigen” op pagina 134 voor instructies over het wijzigen van de standaardinstelling. Epson raadt u aan de printer om veiligheidsredenen alleen te gebruiken als de printerklep gesloten is. De printer werkt wel met de printerklep geopend of verwijderd, maar u kunt het beste de klep gesloten houden voor maximale veiligheid.
  • Pagina 147 Voer de volgende procedure uit om de instelling voor de vergrendelingsmodus te wijzigen: 1. Controleer of er papier is geplaatst en de printer is uitgeschakeld. Let op: Wanneer u de printer uitschakelt, moet u ten minste vijf seconden wachten voordat u deze weer inschakelt. Anders ontstaat er wellicht schade aan de printer.
  • Pagina 148 5. Schakel de printer uit en verlaat de modus voor het instellen van de vergrendeling. Opmerking: U kunt de vergrendelingsmodus op elk gewenst moment uitschakelen door de printer uit te schakelen. Alle instellingen blijven van kracht totdat u ze opnieuw wijzigt. Zie “Vergrendelingsmodus inschakelen of uitschakelen”...
  • Pagina 149: Hoofdstuk 5 Problemen Oplossen

    De informatie die u nodig hebt om gewone problemen vast te stellen en op te lossen is beschikbaar via het controleprogramma EPSON Status Monitor 3. U kunt ook een zelftest of een hexdump afdrukken. Ga naar het betreffende gedeelte. Voor informatie over problemen met de afdrukkwaliteit, andere...
  • Pagina 150: Foutindicaties

    Foutindicaties Veel gewone printerproblemen kunt u herkennen aan de lampjes op het bedieningspaneel. Als de printer niet meer werkt en een of meer lampjes op het bedieningspaneel knipperen of branden, of als er pieptonen klinken, kunt u met de volgende tabel het probleem vaststellen en verhelpen.
  • Pagina 151 Statuslampjes op het Aantal Probleem bedieningspaneel pieptonen Oplossing ••• F Paper out Een vel papier is niet volledig O Pause uitgevoerd. Druk op de knop Load/Eject om het vel te verwijderen. ••• Kettingpapier wordt niet in de stand-bypositie geplaatst. Scheur de afgedrukte pagina af bij de perforatie en druk op de knop Load/ Eject.
  • Pagina 152: Epson Status Monitor 3

    EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 biedt statusberichten en een grafische weergave van de huidige printerstatus. Als er een probleem optreedt tijdens het afdrukken, wordt er een foutbericht weergegeven in het venster Progress Meter (Voortgangsmeter). Zelftest afdrukken Met de zelftest van de printer kunt u bepalen of het probleem door...
  • Pagina 153 Opmerking: Gebruik papier dat ten minste de volgende breedte heeft: Papiersoort LQ-590 LQ-2090 Kettingpapier 241 mm 376 mm (9,5 inch) (14,8 inch) Los vel A4 of Letter A3 liggend Voer de volgende procedure uit om een zelftest af te drukken: 1.
  • Pagina 154: Hexadecimale Dump Afdrukken

    3. Als u de zelftest wilt beëindigen, drukt u op Pause om het afdrukken te stoppen. Als er papier achterblijft in de printer, drukt u op de knop Load/Eject om de pagina uit te voeren. Schakel de printer vervolgens uit. Let op: Schakel de printer niet uit als er een zelftest wordt afgedrukt.
  • Pagina 155 Voer de volgende procedure uit om een hexdump af te drukken: 1. Controleer of er papier is geplaatst en de printer is uitgeschakeld. Let op: Wanneer u de printer uitschakelt, moet u ten minste vijf seconden wachten voordat u deze weer inschakelt. Anders ontstaat er wellicht schade aan de printer.
  • Pagina 156: Problemen En Oplossingen

    Problemen en oplossingen Veel problemen die zich voordoen bij het bedienen van de printer kunt u eenvoudig oplossen. Gebruik de informatie in dit gedeelte om de bron te zoeken en een oplossing te vinden voor de printerproblemen. “Problemen met de stroomvoorziening” op pagina 149 “Problemen met het plaatsen of invoeren van papier”...
  • Pagina 157: Problemen Met De Stroomvoorziening

    Problemen met de stroomvoorziening De lampjes op het bedieningspaneel branden kort, gaan vervolgens uit en blijven uit. Oorzaak Oplossing Het voltage van de printer Controleer het voltage van de printer en komt niet overeen met het het stopcontact. Als de voltages niet voltage van het stopcontact.
  • Pagina 158: Problemen Met Het Plaatsen Of Invoeren Van Papier

    Problemen met het plaatsen of invoeren van papier Losse vellen papier worden verkeerd of niet ingevoerd. Oorzaak Oplossing Er bevindt zich kettingpapier Druk op de knop Load/Eject om het in het papierpad. kettingpapier uit te voeren naar de stand-bypositie. Stel de hendel voor papiervrijgave in op de positie voor losse vellen en plaats een nieuw vel.
  • Pagina 159 Een los vel wordt niet helemaal uitgevoerd door de printer. Oorzaak Oplossing Papier is te lang. Druk op de knop Load/Eject om het vel te verwijderen. Ga na of de lengte van het papier voldoet aan de specificaties voor losse vellen bij “Papier” op pagina 232.
  • Pagina 160 Kettingpapier wordt verkeerd of niet ingevoerd. Oorzaak Oplossing De hendel voor de Stel de hendel voor papiervrijgave in op papiervrijgave is niet goed de juiste positie voor de papierbron die ingesteld. u wilt gebruiken. Zie “Hendel voor papiervrijgave instellen” op pagina 13 voor meer informatie.
  • Pagina 161: Problemen Met De Afdrukpositie

    Problemen met de afdrukpositie Onjuiste positie voor begin van pagina's Uw afbeelding wordt te hoog of te laag op de pagina afgedrukt. Oorzaak Oplossing De instellingen voor het Controleer de instelling voor het papierformaat in de papierformaat in de toepassing of de toepassing of de printerdriver printerdriver.
  • Pagina 162: Onjuiste Afscheurpositie

    De instellingen in de Geef de correcte instellingen op in de printerdriver die u wilt printerdriver of in de toepassing gebruiken, zijn niet opgegeven voordat u begint met afdrukken. in de software. U hebt het papier verplaatst Pas de positie voor het begin van met de knop terwijl de printer pagina's aan met de functie Micro was ingeschakeld.
  • Pagina 163 U hebt het papier verplaatst Pas de afscheurpositie aan met de met de knop terwijl de printer functie Micro Adjust (Fijnafstelling). Zie was ingeschakeld. “Positie voor het begin van pagina's aanpassen” op pagina 68 voor meer informatie. De printer die u wilt Geef de correcte instelling op in de gebruiken, is niet geselecteerd printerdriver of in de toepassing...
  • Pagina 164: Problemen Met Afdrukken Of Met De Afdrukkwaliteit

    Problemen met afdrukken of met de afdrukkwaliteit De printer is ingeschakeld, maar er wordt niet afgedrukt. Oorzaak Oplossing De interfacekabel is gebroken De interfacekabel is gebroken of of verdraaid. verdraaid. Als u een andere interfacekabel hebt, vervangt u de kabel en controleert u of de printer correct functioneert.
  • Pagina 165 De printer drukt niet af als de computer gegevens verzendt. Oorzaak Oplossing De printer is onderbroken. Druk op de knop Pause om het lampje Pause uit te schakelen. De interfacekabel is niet stevig Controleer of de kabel stevig is bevestigd. bevestigd tussen de printer en de computer.
  • Pagina 166 Afzonderlijke vellen worden niet of verkeerd ingevoerd (met twee of meer vellen tegelijk). Oorzaak Oplossing De vellen plakken aan elkaar Waaier het papier goed uit voordat u het vast vanwege statische gebruikt. elektriciteit. De afdruk is flets. Oorzaak Oplossing Het inktlint is versleten. Vervang het inktlint zoals wordt beschreven in “De cartridge met inktlint vervangen”...
  • Pagina 167 Een deel van de afdruk ontbreekt of er ontbreken punten op willekeurige plaatsen. Oorzaak Oplossing Het inktlint heeft te veel Span het inktlint met de draaiknop of speling of is losgeraakt of de plaats de cartridge met inktlint opnieuw cartridge met inktlint is niet in de printer zoals wordt beschreven in juist geplaatst.
  • Pagina 168 Alle tekst wordt op dezelfde regel afgedrukt. Oorzaak Oplossing Er is geen opdracht voor een Schakel in de nieuwe regel ingevoerd aan standaardinstellingenmodus van de het einde van elke regel. printer de functie voor automatische regelinvoer in, zodat elk Enter-teken automatisch wordt gevolgd door een regelinvoer.
  • Pagina 169 Er worden onbekende tekens, onjuiste lettertypen of andere verkeerde tekens afgedrukt. Oorzaak Oplossing De communicatie tussen de Controleer of u de juiste printer en de computer interfacekabel gebruikt en of het verloopt niet goed. communicatieprotocol correct is ingesteld. Zie “Elektronisch” op pagina 228 en raadpleeg de documentatie bij de computer.
  • Pagina 170: Netwerkproblemen

    Verticaal afgedrukte lijnen zijn niet uitgelijnd. Oorzaak Oplossing De uitlijning voor Gebruik de aanpassingsmodus voor bidirectioneel afdrukken, de bidirectioneel afdrukken om dit standaardafdrukmodus van probleem te verhelpen. Zie “Verticale de printer, is niet correct lijnen uitlijnen” op pagina 168 voor ingesteld.
  • Pagina 171: Usb-Problemen Oplossen

    Windows 95 naar Windows XP, ME, 98 of 2000. Neem contact op met de leverancier van de computer voor meer informatie. Controleer of EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten) wordt weergegeven in het menu Device Manager (Apparaatbeheer) (alleen Windows ME en 98)
  • Pagina 172 Als de drivers correct zijn geïnstalleerd, verschijnt EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten) in het menu Device Manager (Apparaatbeheer). Als EPSON USB Printer Devices (EPSON USB- printerapparaten) niet verschijnt in het menu Device Manager (Apparaatbeheer), klikt u op het plusteken (+) naast Other devices (Overige apparaten) om de geïnstalleerde...
  • Pagina 173 Als USB Printer (USB-printer) wordt weergegeven bij Other devices (Overige apparaten), is de USB-apparaatstuurdriver niet correct geïnstalleerd. Als EPSON LQ-590 (voor LQ-590- gebruikers) of EPSON LQ-2090 (voor LQ-2090-gebruikers) wordt weergegeven, is de printerdriver niet correct geïnstalleerd. Als USB Printer (USB-printer), EPSON LQ-590 (voor LQ-590-...
  • Pagina 174 5. Klik op OK als het volgende dialoogvenster verschijnt. Klik nogmaals op OK om het dialoogvenster System Properties (Systeemeigenschappen) te sluiten. 6. Schakel de printer uit en start de computer opnieuw op. Installeer de drivers opnieuw volgens de procedure in de Installatiehandleiding.
  • Pagina 175: Papierstoringen Verhelpen

    Installeer de USB-apparaatdriver en de printerdriver opnieuw als u Windows 98 gebruikt. Verwijder EPSON Printer Software (EPSON-printersoftware) via de optie Add/Remove Programs (Software) in Control Panel (Configuratiescherm) en verwijder vervolgens EPSON USB Printer Devices (EPSON USB-afdrukapparaten). Installeer hierna de software opnieuw volgens de procedure in de Installatiehandleiding.
  • Pagina 176: Verticale Lijnen Uitlijnen

    Opmerking: Als u instructies en uitlijningspatronen wilt afdrukken, hebt u vier losse vellen of vier vellen kettingpapier met de volgende minimumafmetingen nodig: Papiersoort LQ-590 LQ-2090 241 × 279 mm 376 × 279 mm Kettingpapier (9,5 × 11 inch) (14,8 ×...
  • Pagina 177 Wanneer u afzonderlijke vellen gebruikt, moet u een nieuw vel papier plaatsen als er een vel is uitgevoerd uit de papiergeleider. De instelinstructies worden afgedrukt in de taal die u hebt ingesteld in de standaardinstellingenmodus. Als u de taal van de instelinstructies wilt wijzigen, wijzigt u de standaardinstelling voor de taal.
  • Pagina 178: Afdrukken Annuleren

    Afdrukken annuleren Wellicht moet u het afdrukken annuleren als u problemen ondervindt tijdens het afdrukken. U kunt het afdrukken annuleren via de printerdriver op de computer of vanaf het bedieningspaneel op de printer. Printerdriver gebruiken Zie “Afdrukken annuleren” op pagina 112 voor meer informatie over het annuleren van een afdruktaak die is verzonden vanaf een computer.
  • Pagina 179: Hoofdstuk 6 Contact Opnemen Met De Klantenservice

    Als de printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de probleemoplossingsinformatie in deze handleiding, kunt u contact opnemen met de EPSON- klantenservice. We kunnen u sneller helpen als u ons de volgende informatie geeft: Serienummer van de printer U vindt dit nummer op de achterzijde van de printer.
  • Pagina 180: Voor Gebruikers In Noord-Amerika

    Voor gebruikers in Noord-Amerika Als u de printer hebt aangeschaft in de Verenigde Staten of Canada, biedt Epson 24 uur per dag technische ondersteuning via de elektronische ondersteuningsservices en geautomatiseerde telefoonservices die zijn opgenomen in de volgende tabel: Service Toegang...
  • Pagina 181: Voor Gebruikers In Latijns-Amerika

    U kunt inktcartridges, tonercartridges, papier, handleidingen en accessoires van EPSON aanschaffen via (800) 873-7766 of bezoek onze website op www.epsonsupplies.com (alleen voor verkoop binnen de V.S.). In Canada belt u naar (800) 873-7766 voor meer informatie over leveranciers. Voor gebruikers in Latijns-Amerika...
  • Pagina 182: Voor Gebruikers In Europa

    Voor gebruikers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland Als u het product in het Verenigd Koninkrijk of Ierland hebt aangeschaft, biedt EPSON (UK) Limited u een groot aantal services en technische ondersteuning. Ondersteuning via Internet Informatie over de nieuwste EPSON-producten, drivers,...
  • Pagina 183 Verenigd Koninkrijk en 0044 1442 227271 in Ierland) en e-mail (info@epson.co.uk). U kunt hier terecht voor: Productinformatie en brochures van nieuwe EPSON-producten (ook beschikbaar via onze website op http://www.epson.co.uk) Informatie over waar u originele verbruiksgoederen, accessoires en optionele onderdelen van Epson kunt...
  • Pagina 184: Voor Gebruikers In Duitsland

    Voor gebruikers in Duitsland EPSON Service Center c/o Exel Hünxe GmbH Werner-Heisenberg-Straße 2 46569 Hünxe http://www.epson.de/support Frankrijk Support Technique EPSON France 0 821 017 017 (2,21 F la minute) Ouvert du lundi au samedi de 9h00 à 20h00 sans interruption http://www.epson.fr/support/selfhelp/french.htm pour...
  • Pagina 185: Italië

    Italië EPSON Italia s.p.a. Viale F.IIi Casiraghi, 427 20099 Sesto San Giovanni (MI) Tel.: 02.26.233.1 Fax: 02.2440750 Assistenza e Servizio Clienti 02.29400341 http://www.epson.it Portugal EPSON Portugal, S.A. Rua do Progresso, 471 - 1° - Perafita - Apartado 5132 4458 - 901 Perafita Codex Tel.: 22.999.17.00;...
  • Pagina 186: Nederland

    Nederland CARD IS B.V. Ambachsweg 3606 AP Maarssen http://www.epson.nl/support/ België & Luxemburg MDR (ARC) H. Dom. Saviolaan 8 1700 Dilbeek http://www.epson.be Zwitserland EXCOM Service A.G. Moosacherstrasse 6, Au, 8820 Wadenswil Tel.: 01/7822111 http://www.excom.ch Contact opnemen met de klantenservice...
  • Pagina 187: Hoofdstuk 7 Optionele Onderdelen En Verbruiksgoederen

    Originele Epson-cartridge met inktlint Wanneer de afdrukken vaag worden, moet de cartridge met inktlint worden vervangen. Originele Epson-cartridges met inktlint zijn ontworpen en geproduceerd voor Epson-printers. De printkop en andere printeronderdelen functioneren goed en hebben een lange levensduur met deze cartridges.
  • Pagina 188 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld. De printer is uitgeschakeld als de hoofdschakelaar in de stand N staat. 2. Verwijder de stekker van de printer uit het stopcontact. 3. Open de klep van de papiergeleider door de achterrand van de klep naar voren te trekken.
  • Pagina 189 4. Zet de printerklep rechtop en trek de klep omhoog zodat u deze kunt verwijderen. 5. Druk de tabs aan beide zijden van de aandrukrol voor het papier omhoog, trek de voorzijde van de eenheid omhoog en uit de printer. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 190 6. Controleer of de printkop heet is. Als de printkop nog heet is, laat u deze nog enige minuten afkoelen voordat u de kop aanraakt. Schuif de printkop handmatig naar het midden van de printer. Let op: Verplaats de printkop nooit terwijl de printer is ingeschakeld. Hierdoor kan schade ontstaan aan de printer.
  • Pagina 191 8. Houd de gebruikte inktcartridge vast bij het handvat en trek de cartridge uit de printer. 9. Houd beide zijden van de inktlintgeleider vast en trek deze uit de cartridge. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 192 10. Plaats de cartridge met inktlint onder een hoek in de printer, zoals hieronder wordt aangegeven en druk stevig op beide zijden van de cartridge om de plastic haakjes in de sleuven van de printer te klikken. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 193 11. Schuif de inktlintgeleider in de printkop tot deze vastklikt. Let op: Wanneer u de inktlintgeleider plaatst, moet u de geleider stevig aandrukken tot deze vastklikt. 12. Draai de knop voor het spannen van het inktlint om het inktlint in te voeren. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 194 Let op: Het lint mag niet gedraaid of gekreukeld zijn. 13. Plaats de aandrukrol voor het papier terug door deze op de bevestigingspennen van de printer te laten zakken. Druk vervolgens op beide uiteinden van de aandrukrol totdat deze vastklikt. 14.
  • Pagina 195: Invoereenheid Voor Losse Vellen

    Invoereenheid voor losse vellen Er zijn twee soorten optionele invoereenheden voor losse vellen die u in combinatie met de printer kunt gebruiken zoals hieronder wordt weergegeven: Invoereenheid voor losse vellen: LQ-590:C80637 LQ-2090:C80639 Invoereenheid met grote LQ-590:C80638 capaciteit voor losse vellen:...
  • Pagina 196: De Invoereenheid Voor Losse Vellen Installeren

    Opmerking: U kunt de optionele invoereenheden voor losse vellen niet installeren en gebruiken als de transportwieleenheid niet in de trekpositie staat. Zie “Transportwiel uit de trekpositie verwijderen” op pagina 43 voor meer informatie over het wijzigen van de positie van het transportwiel. De invoereenheid voor losse vellen installeren Deze installatieprocedure geldt voor de invoereenheid voor losse vellen met een lade, twee laden en voor de invoereenheid met...
  • Pagina 197 2. Verwijder de papiergeleider door deze rechtop te zetten en recht omhoog te trekken. Trek de klep van de printer bij de achterrand omhoog en til deze recht omhoog van de printer weg. 3. Houd de invoereenheid voor losse vellen met beide handen vast, druk de vergrendelingen omlaag en zorg dat de inkepingen zich recht boven de bevestigingen bevinden, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 198 Invoereenheid voor losse vellen Invoereenheid met grote capaciteit voor losse vellen Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 199: Papier Plaatsen In De Invoereenheid Voor Losse Vellen

    4. Bevestig de printerklep door de uitsteeksels aan de voorkant in de sleuven van de printer te plaatsen en vervolgens de klep omlaag te brengen. Als u de invoereenheid met twee laden hebt geïnstalleerd, moet u een papierpad opgeven (lade 1 of lade 2). Zie “Het papierpad selecteren (lade 1 of lade 2)”...
  • Pagina 200 1. Controleer of de papiergeleider is verwijderd en stel de hendel voor papiervrijgave in op de positie voor afzonderlijke vellen. Controleer ook of de hendel voor papierdikte is ingesteld op 0 en of de klep van de papiergeleider is geopend. U vindt deze hendel onder de printerklep.
  • Pagina 201 2. Schuif de linkerpapiergeleider van de invoereenheid voor losse vellen zo, dat deze is uitgelijnd met de driehoek. Pas vervolgens de rechtergeleider ongeveer aan de breedte van het papier aan. Schuif de papiersteun naar het midden totdat deze zich tussen de papiergeleiders bevindt. Papiergeleiders Papiersteun Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 202 3. Trek beide papierhendels naar voren totdat de papiergeleiders verschoven kunnen worden en het papier kan worden geplaatst. 4. Neem een stapel papier, ongeveer 50 vel en waaier dit uit. Klop vervolgens de zijkanten en de onderkant van de stapel op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 203 6. Stel de rechterpapiergeleider in op de breedte van het papier. Controleer of het papier nog omhoog en omlaag kan schuiven. 7. Druk de papierhendels naar achteren, zodat het papier tegen de geleiderrollen wordt gedrukt. 8. Bevestig eventueel de steunen voor de stapel papier aan de papiergeleider, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 204: Papier Plaatsen In De Invoereenheid Met Grote Capaciteit Voor Losse Vellen

    9. Installeer de papiergeleider met de bevestigde steunen. Plaats hiervoor de inkepingen van de papiergeleider op de bevestigingen op de printer. Schuif de randgeleiders naar het midden van het papier. Het papier wordt automatisch ingevoerd in de invoereenheid als de printer gegevens ontvangt. Als de eerste regel op de pagina te hoog of te laag is afgedrukt, kunt u deze positie wijzigen met de functie Micro Adjust (Fijnafstelling).
  • Pagina 205 Voer de volgende procedure uit om papier te plaatsen in de invoereenheid met grote capaciteit voor losse vellen: Let op: Gebruik de invoereenheid met grote capaciteit voor losse vellen niet voor het invoeren van meerdelige formulieren, carbonpapier of etiketten. 1. Stel de hendel voor papiervrijgave in op de positie voor losse vellen.
  • Pagina 206 2. Trek de vergrendelingen van de randgeleiders naar voren om deze te ontgrendelen. 3. Schuif de linkerpapiergeleider totdat deze zich ter hoogte van de driehoek bevindt en zet de geleider vervolgens vast door de vergrendeling naar achteren te duwen. Pas vervolgens de rechtergeleider ongeveer aan de breedte van het papier aan.
  • Pagina 207 4. Trek beide papierhendels naar voren totdat de papiergeleiders verschoven kunnen worden en het papier kan worden geplaatst. 5. Neem een stapel papier, ongeveer 150 vel en waaier dit uit. Klop vervolgens de zijkanten en de onderkant van de stapel op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 208 7. Stel de rechterpapiergeleider in op de breedte van het papier en vergrendel deze. Controleer of het papier nog omhoog en omlaag kan schuiven. Als u enveloppen plaatst, drukt u de envelophendels naar achteren, zoals hieronder wordt weergegeven. 8. Druk de papierhendels naar achteren, zodat het papier of de enveloppen tegen de geleiderrollen wordt gedrukt.
  • Pagina 209: De Invoereenheid Voor Losse Vellen Met Twee Laden Monteren

    De invoereenheid voor losse vellen met twee laden monteren Met de invoereenheid voor losse vellen met twee laden kunt u twee soorten losse vellen tegelijkertijd plaatsen en eenvoudig tussen de twee soorten schakelen. Voordat u de invoereenheid voor losse vellen met twee laden plaatst, moet u de invoereenheid voor losse vellen (C80637 /C80639 ) monteren aan de invoereenheid met grote capaciteit (C80638 /C80640 ).
  • Pagina 210 2. Houd de invoereenheid voor losse vellen met beide handen vast Plaats de inkepingen van de invoereenheid voor losse vellen op de bevestigingen aan de achterzijde van de invoereenheid met grote capaciteit. 3. Vergrendel de twee invoereenheden door stevig op de vergrendelingen te drukken.
  • Pagina 211: Het Papierpad Selecteren (Lade 1 Of Lade 2)

    Het papierpad selecteren (lade 1 of lade 2) Wanneer de invoereenheid met twee laden is geplaatst, is de invoereenheid met grote capaciteit lade 1 en de invoereenheid voor losse vellen lade 2 bij het opgeven van het papierpad. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 212 U kunt het papierpad het beste opgeven in de toepassing, omdat de instellingen van de toepassing altijd voorrang hebben op de instellingen van het bedieningspaneel van de printer. Als u het papierpad echter niet kunt opgeven in de toepassing, geeft u het pad op door op de knop Tear Off/Bin te drukken, totdat het lampje de gewenste lade aangeeft, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 213: Voorste Velgeleider En Voorste Papiergeleider

    148 tot 257 mm (5,8 tot 10,1 inch) breed zijn en kan alleen per vel worden geplaatst. Opmerking: Bij de LQ-590 wordt de voorste velgeleider geleverd. Bij de LQ-2090 is deze een optioneel onderdeel (C81401 ). Bij de LQ-2090 wordt de voorste papiergeleider geleverd. Bij de LQ-590 is deze een optioneel onderdeel (C81402 ).
  • Pagina 214: De Voorste Velgeleider Of Voorste Papiergeleider Plaatsen

    De voorste velgeleider of voorste papiergeleider plaatsen Voer de volgende procedure uit om de voorste velgeleider of de voorste papiergeleider te installeren: 1. Open de klep aan de voorkant. Als u de voorste velgeleider installeert, verplaatst u de transportwieleenheid totdat deze in de voorste duwpositie staat.
  • Pagina 215 2. Plaats de plastic tabs op de voorste velgeleider of papiergeleider over de bevestigingspunten, zoals hieronder wordt weergegeven. voorste velgeleider voorste papiergeleider Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 216: Papier Plaatsen Op De Voorste Velgeleider Of Papiergeleider

    3. Open de randgeleiders op de papiergeleider helemaal naar links en rechts en plaats de papiergeleider rechtop. U kunt nu papier plaatsen op de voorste papier- of velgeleider. Zie “Papier plaatsen op de voorste velgeleider of papiergeleider” op pagina 208 voor meer informatie. Papier plaatsen op de voorste velgeleider of papiergeleider U kunt afzonderlijke vellen of meerdelige formulieren plaatsen...
  • Pagina 217 1. Controleer of de papiergeleider rechtop staat en de randgeleiders helemaal naar links en rechts zijn geschoven. Stel de hendel voor papiervrijgave in op de positie voor losse vellen. 2. Als u gewone losse vellen gebruikt, stelt u de hendel voor de papierdikte onder de printerklep in op 0, zoals hieronder wordt weergegeven.
  • Pagina 218 4. Schuif de linkerrandgeleider ter hoogte van de driehoek op de voorste papier- of velgeleider. Pas vervolgens de rechterrandgeleider aan de breedte van het papier aan. Opmerking: U kunt de linkerrandgeleider in stappen van 1/10 inch verschuiven om de linkermarge van de afdrukken te vergroten. 5.
  • Pagina 219 voorste velgeleider voorste papiergeleider Als de eerste regel op de pagina te hoog of te laag is afgedrukt, kunt u deze positie wijzigen met de functie Micro Adjust (Fijnafstelling). Zie “Positie voor het begin van pagina's aanpassen” op pagina 68 voor meer informatie. Optionele onderdelen en verbruiksgoederen...
  • Pagina 220: Papierrolhouder

    Papierrolhouder Met de optionele papierrolhouder (C811141) kunt u papierrollen van 8,5 inch gebruiken, die worden gebruikt bij telexmachines. Dit is een voordelig alternatief voor het gebruik van kettingpapier voor toepassingen waarbij verschillende papierlengten nodig zijn. Voordat u de invoereenheid voor losse vellen met twee laden installeert, moet u deze monteren.
  • Pagina 221 2. Plaats de basisplaat op de houder en bevestig de twee plastic afstandsklemmetjes. Zorg dat de basisplaat en de houder zo worden geplaatst als hieronder wordt weergegeven. 3. Bevestig de spanhendel aan beide uiteinden van de houder, zoals hieronder wordt weergegeven. Terwijl u de spanhendel omhoog trekt, plaatst u de uiteinden van de spanhendel in de openingen van de houder.
  • Pagina 222: Papierrolhouder Plaatsen

    Papierrolhouder plaatsen Voer de volgende procedure uit om de papierrolhouder op de printer te plaatsen: 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld. 2. Verwijder de papiergeleider en verwijder het transportwiel als dit zich in de trekpositie of achterste duwpositie bevindt. Plaats eventueel de aandrukrol voor het papier opnieuw.
  • Pagina 223: Papierrol Plaatsen

    Let op: De papierrolhouder wordt niet aan de printer bevestigd. De houder kan niet verschuiven vanwege het gewicht van de printer en de positiepennen. Wees voorzichtig als u de printer optilt, zodat de papierrolhouder niet valt. Papierrol plaatsen Voer de volgende procedure uit om een rol papier te plaatsen als u de papierrolhouder hebt geïnstalleerd.
  • Pagina 224 5. Plaats de schacht van de papierrol op de papierrolhouder zodat het papier vanaf de onderzijde van de rol wordt ingevoerd. Schakel de printer vervolgens in. 6. Plaats de voorrand van het papier over de achterzijde van de printer en schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. Het papier wordt automatisch in de printer ingevoerd.
  • Pagina 225 7. Plaats de papiergeleider over de papierrol om de afdruk te scheiden van het papier dat nog niet is gebruikt. Schuif de randgeleiders naar het midden van het papiergeleider. U kunt nu beginnen met afdrukken. Wanneer het afdrukken is voltooid, drukt u op de knop LF/FF om het papier uit te voeren. Vervolgens scheurt u het papier af bij de afscheurrand van de aandrukrol voor het papier (trek het papier naar u toe om het goed af te scheuren).
  • Pagina 226: Papierrol Verwijderen

    Aanvullende transportwieleenheid U kunt de optionele extra transportwieleenheid plaatsen (C80020 voor de LQ-590, C80021 voor de LQ-2090) en vervolgens de twee transportwielen tegelijk te gebruiken. Door twee transportwielen tegelijkertijd te gebruiken, wordt de kans op papierstoringen beperkt en wordt de invoer van kettingpapier verbeterd.
  • Pagina 227: Printerkaart

    Printerkaart U kunt de optionele printerkaart gebruiken als aanvulling op de ingebouwde parallelle interface van de printer. De volgende printerkaarten van Epson zijn compatibel met uw printer. Niet alle kaarten zijn overal beschikbaar. Modelnummer Type kaart C82305 / C82306 Seriële printerkaart C82307 / C82308 32 kB intelligente seriële printerkaart...
  • Pagina 228: Printerkaart Installeren

    Neem contact op met de leverancier als u niet zeker weet of u een optionele adapter nodig hebt of als u meer informatie wilt over adapters. Printerkaart installeren Voer de volgende procedure uit om een optionele printerkaart te installeren: 1. Controleer of de printer is uitgeschakeld. Trek het netsnoer van de printer uit het stopcontact en verwijder de interfacekabel.
  • Pagina 229: Afdrukserver

    3. Schuif de printerkaart langs de sleuven die zich aan beide zijden van het magazijn bevinden. Duw de printerkaart stevig aan zodat de aansluiting aan de achterzijde van de kaart volledig in de interne socket van de printer is geplaatst. Draai de schroeven weer vast.
  • Pagina 230 De volgende afdrukservers kunnen worden gebruikt: EpsonNet 10 Base 2/T interne afdrukserver (C82362 ) EpsonNet 10/100 Base Tx interne afdrukserver (C82363 */C82364 ) EpsonNet 10/100 Base Tx interne afdrukserver (C82384 ) EpsonNet 10/100 Base interne afdrukserver 2 (C82391 ) EpsonNet 802, 11b draadloze externe afdrukserver** *Wanneer u deze afdrukserver gebruikt, moet u een optionele adapter aansluiten (C82525 ).
  • Pagina 231: Bijlage A Productinformatie

    Bijlage A Productinformatie Printeronderdelen LQ-590 papiergeleider randgeleiders klep van papiergeleider printerklep papiervrijga- vehendel klep aan de voorkant bedieningspaneel hoofdschakelaar voorste velgeleider Productinformatie...
  • Pagina 232 LQ-2090 papiergeleider randgeleiders klep van papiergeleider printerklep papiervrijga- vehendel klep aan de voorkant bedieningspaneel voorste papiergeleider hoofdschakelaar cartridge aandrukrol voor hendel voor papierdikte met inktlint het papier stopcontact tandwielen* klep voor optionele interface knop parallelle interface USB-interface * onderdelen voor de transportwieleenheid Productinformatie...
  • Pagina 233: Printerspecificaties

    Regelafstand: 1/6 inch of instelbaar in stappen van 1/360 inch Afdrukbare LQ-590: kolommen: 80 kolommen (bij 10 cpi) LQ-2090: 136 kolommen (bij 10 cpi) Maximaal 360 × 180 dpi...
  • Pagina 234 Snelheid Kettingpapier 127 mm/seconde papierinvoer: 5 inch/seconde Ononderbroken 45 msec/regel met een regelafstand van 1/6 inch Papiercapaciteit: Invoereenheid voor losse vellen maximaal 50 vel van 82 g/m² (22 lb) papier Opmerking: De papierstapel mag maximaal 5 mm dik zijn. Invoereenheid met grote capaciteit voor losse vellen maximaal 150 vel van 82 g/m²...
  • Pagina 235 Diepte 350 mm (exclusief de knop, papiergeleider en papiervrijgavehendel) Gewicht ongeveer 9,4 kg Inktlint: Cartridge met SO15337 voor LQ-590 zwart inktlint SO15336 voor LQ-2090 Levensduur ongeveer 5 miljoen inktlint tekens (LQ, 10 cpi, 48 punten/teken) voor LQ-590 ongeveer 8 miljoen...
  • Pagina 236: Elektronisch

    128 kB Lettertypen: Bitmaplettertypen EPSON Draft 10, 12, 15 cpi EPSON Roman 10, 12, 15 cpi, proportioneel EPSON Sans Serif 10, 12, 15 cpi, proportioneel EPSON Courier 10, 12, 15 cpi EPSON Prestige 10, 12 cpi EPSON Script 10 cpi...
  • Pagina 237 (in stappen van 2 pt) EPSON Roman T 10,5, 8 tot 32 pt (in stappen van 2 pt) EPSON Sans Serif H10,5, 8 tot 32 pt (in stappen van 2 pt) Barcode-lettertypen EAN-13, EAN-8, Interleaved 2 of 5, UPC-A, UPC-E, Code 39, Code 128, POSTNET...
  • Pagina 238 Codetabellen: Verbreed Eén cursieve en 39 grafische codetabellen: Cursieve tabel, PC 437 (VS, Europa), PC 850 (meertalig), PC 860 (Portugees), PC 861 (IJslands), PC 865 (Scandinavisch), PC 863 (Frans-Canadees), BRASCII, Abicomp, ISO Latin 1, Roman 8, PC 858, ISO 8859-15, PC 437 Grieks, PC 852 (Oost-Europa), PC 853 (Turks), PC 855 (Cyrillisch), PC 857 (Turks), PC 866 (Russisch),...
  • Pagina 239: Elektrisch

    Elektrisch Model 120 V Model 220 V Universeel tot 240 V model (UPS) Nominaal 120 V 220 tot 240 V 100 tot 240 V voltage Opgenomen 103,5 tot 132 V 198 tot 264 V 90 tot 264 V voltage Nominale 50 tot 60 Hz frequentie Opgenomen...
  • Pagina 240: Omgeving

    Omgeving Temperatuur Luchtvochtigheid (zonder condensatie) Bij gebruik 5 tot 35°C 10 tot 80% relatieve (gewoon papier) luchtvochtigheid Bij gebruik 15 tot 25°C 30 tot 60% relatieve (kringlooppapier, luchtvochtigheid envelop, etiket of papier op een rol) Opslag -30 tot 60°C 0 tot 85% relatieve luchtvochtigheid Papier Opmerking:...
  • Pagina 241 Gewoon papier en kringlooppapier 182 tot 216 mm (7,2 tot 8,5 inch) voor de optionele invoereenheid voor losse vellen voor de LQ-590. 182 tot 420 mm (7,2 tot 16,5 inch) voor de optionele invoereenheid voor losse vellen voor de LQ-2090.
  • Pagina 242 Losse meerdelige formulieren (voor de optionele voorste velgeleider of papiergeleider): Minimaal Maximaal Breedte LQ-590: LQ-2090: (mm) (inch) 10,1 16,5 Lengte (mm) (inch) 14,3 Exemplaren één origineel en vier kopieën Totale dikte (mm) 0,12 0,39 (inch) 0,0047 0,015 Gewicht per (g/m²)
  • Pagina 243 Invoer voorzijde Invoer achterzijde Minimaal Maximaal Minimaal Maximaal Gewicht (g/m²) (lb) Kwaliteit Gewoon papier en kringlooppapier Kettingpapier (gewoon en meerdelig): Minimaal Maximaal Breedte LQ-590: LQ-2090: (mm) 101,6 254,0 406,4 (inch) 10,0 16,0 Lengte, één pagina (mm) 101,6 558,8 (inch) 22,0 Exemplaren één origineel en vier kopieën...
  • Pagina 244 Kettingpapier met etiketten (alleen invoeren aan de voor- of onderkant): Opmerking: Gebruik alleen etiketten op achtervellen van kettingpapier. Minimaal Maximaal Formaat van het etiket Zie de onderstaande afbeelding. Breedte, achtervel LQ-590: LQ-2090: (mm) 101,6 254,0 406,4 (inch) 10,0 16,0 Lengte,...
  • Pagina 245 Minimaal Maximaal Gewicht van het etiket (g/m²) (lb) Kwaliteit Gewoon papier of etiketten van dezelfde kwaliteit A. Minimaal 2,5 inch (63,5 mm). B. Minimaal 15/16 inch (23,8 mm). C. Ronding van de hoek = minimaal 0,1 inch (2,5 mm). Enveloppen (alleen invoeren aan de achterzijde): Minimaal Maximaal Envelopfor-...
  • Pagina 246 Minimaal Maximaal Totale dikte (mm) 0,16 0,52 (inch) 0,0063 0,0205 Verschillen in dikte binnen het afdrukbare gebied moeten minder zijn dan 0,25 mm (0,0098 inch). Gewicht (g/m²) (lb) Kwaliteit Bankenveloppen, gewone enveloppen en luchtpostenveloppen zonder lijm op de flap Papier op een rol (alleen invoeren aan de achterzijde met de optionele papierrolhouder): Minimaal Maximaal...
  • Pagina 247: Afdrukbaar Gebied

    Afdrukbaar gebied Losse vellen A De minimumwaarde van de boven- en ondermarge is 4,2 mm (0,2 inch). B LQ-590: De minimumwaarde voor de rechter- en linkermarges is 3 mm (0,1 inch). De maximale breedte van het afdrukbare gedeelte is 203,2 mm (8,0 inch). Voor papier dat...
  • Pagina 248 Kettingpapier A De minimumwaarde voor de boven- en ondermarges (boven en onder de perforatie) is 4,2 mm (0,17 inch). B LQ-590: De minimumwaarde voor de rechter- en linkermarges is 13 mm (0,51 inch). De maximale breedte van het afdrukbare gedeelte is 203,2 mm (8,0 inch). Voor papier dat...
  • Pagina 249: Opdrachtlijsten

    Neem contact op met de klantenservice van Epson voor meer informatie over de opdrachten. Zie “Contact opnemen met de klantenservice” op pagina 171 voor meer informatie. Besturingscodes van EPSON ESC/P Als u een EPSON ESC/P-printer selecteert in de software kunt u geavanceerde lettertypen en afbeeldingen gebruiken. Productinformatie...
  • Pagina 250 Algemene bediening: ESC @, ESC U, ESC EM Papier invoeren: FF, LF, ESC 0, ESC 2, ESC 3, ESC +, CR Pagina-indeling: ESC (C, ESC C, ESC C 0, ESC Q, ESC l, ESC (c, ESC N, ESC O Beweging van de afdrukpositie: ESC $, ESC \, ESC (V, ESC (v, ESC D, HT, ESC B, VT, ESC J Selectie van lettertypen: ESC k, ESC x, ESC y, ESC X, ESC P, ESC M, ESC g, ESC p,...
  • Pagina 251: Besturingscodes Voor Emulatie Van Ibm Ppds

    Besturingscodes voor emulatie van IBM PPDS Deze printer emuleert IBM Proprinter met de onderstaande opdrachten. Algemene bediening: NUL, DC3, ESC j, BEL, CAN, DC1, ESC Q, ESC [ K, ESC U, ESC [ F Papier invoeren: FF, LF, ESC 5, ESC A, ESC A (AGM*), ESC 0, ESC 1, ESC 2, ESC 3, ESC 3 (AGM*), CR, ESC ] Pagina-indeling: ESC C, ESC C0, ESC X, ESC N, ESC O, ESC 4...
  • Pagina 252: Normen En Keurmerken

    Downloaden: ESC = (opdracht wordt niet gegeven) * Andere grafische modus Normen en keurmerken Amerikaans model: Veiligheid UL60950 CSA C22.2 nr. 60950 FCC onderdeel 15 subonderdeel B klasse B CSA C108.8 klasse B Europees model: Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEC EN 60950 EMC Richtlijn 89/336/EEC EN 55022 klasse B EN 55024 EN 61000-3-2...
  • Pagina 253: Printer Reinigen

    FCC onderdeel 15 subonderdeel B klasse B CSA C108.8 klasse B EN 55022 klasse B EN 55024 EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 Australisch model: AS/NZS 3548 klasse B Printer reinigen Om te zorgen dat de printer goed blijft functioneren, moet u de printer enkele keren per jaar grondig reinigen.
  • Pagina 254: Printer Vervoeren

    Spuit geen smeermiddelen in de printer. Olie die niet geschikt is, kan het printermechanisme beschadigen. Neem contact op met de Epson-leverancier als de printer moet worden gesmeerd. Printer vervoeren Als u de printer moet vervoeren over langere afstand, pakt u de printer zorgvuldig in de oorspronkelijke verpakking in.
  • Pagina 255 3. Verwijder de papiergeleider. Als er optionele onderdelen zijn geïnstalleerd, verwijdert u deze en verpakt u ze in de oorspronkelijke verpakking. 4. Controleer of de printkop is afgekoeld. Verwijder de cartridge met inktlint zoals wordt beschreven in het gedeelte “Printer monteren”...
  • Pagina 256 Productinformatie...
  • Pagina 257: Verklarende Woordenlijst

    Verklarende woordenlijst afscheurpositie De positie van het kettingpapier waar u de afgedrukte pagina's kunt afscheuren op de afscheurrand van de printer. Met de functie Micro Adjust (Fijnafstelling) kunt u de afscheurpositie zo aanpassen dat de perforatie is uitgelijnd met de afscheurrand.
  • Pagina 258 Zie printerdriver voor meer informatie. ESC/P Afkorting voor EPSON Standard Code for Printers. Dit is het systeem met opdrachten waarmee de computer de printer kan bedienen. Dit is een standaardsysteem voor alle Epson-printers en wordt door de meeste toepassingen voor computers ondersteund.
  • Pagina 259 lettertype Een stijltype dat wordt aangeduid met een naam, zoals Roman of Sans Serif. LF (line feed) Een knop op het bedieningspaneel en een beheercode waarmee het papier één regel wordt doorgevoerd. liggend Een manier van afdrukken waarbij de afdruk zijdelings op de pagina wordt geplaatst.
  • Pagina 260 stand-bypositie De positie van het kettingpapier wanneer het zich bevindt op het transportwiel maar niet in de printer is geplaatst. tekenbreedte Het horizontale formaat van het teken dat wordt gemeten aan de hand van het aantal tekens per inch (cpi). De standaardtekenbreedte is 10 cpi. Zie ook tekens per inch (cpi;...
  • Pagina 261 Afdrukken annuleren, 112, 170 Elektrisch, 231 Afdrukpositie, 68 ENERGY STAR, 7 Afdrukrichting, 130 Enveloppen, 60 Afscheurfunctie, 48 EPSON Status Monitor 3, 71, 86, 144 Auto CR (IBM PPDS), 132 instellen, 87 Auto I/F (interface) wait time openen, 89 (Wachttijd voor automatische ESC/P, 130...
  • Pagina 262 Knop Font, 119 Hendel LF/FF, 119 papierdikte, 15 Load/Eject, 119 papiervrijgave, 13 Pause, 119 Hexdump, 146 Pitch, 119 HSD (High Speed Draft; Tear-Off/Bin, 119 conceptafdrukken met hoge snelheid), 123 Lettertypeselectie, modus voor, 123 Losse vellen I/F (interface) mode overschakelen naar, 63 (Interfacemodus), 131 overschakelen van, 64 IBM PPDS-emulatie, 130...
  • Pagina 263 Papierbron selecteren, 9 Skip over perforation (Perforatie Papierdiktehendel, 15 overslaan), 129 Papierrol Speciaal papier plaatsen, 215 plaatsen, 56 verwijderen, 218 Specificaties Papierrolhouder ingebouwde lettertypen, 228 installeren, 214 normen en keurmerken, 244 monteren, 212 omgeving, 232 Papierspecificaties, 232 opdrachtlijsten Papierstoring ESC/P, 241 verhelpen, 167 IBM PPDS-emulatie, 241 Papiervrijgavehendel, 13...
  • Pagina 264 Zelftest, 144 Zoemer aantal pieptonen, 142 Register...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lq-2090

Inhoudsopgave