Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Epson LQ-680 Gebruikershandleiding

Epson LQ-680 Gebruikershandleiding

24-naalds dot-matrixprinter
Verberg thumbnails Zie ook voor LQ-680:
Inhoudsopgave

Advertenties

®
24-naalds dot-matrixprinter
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van SEIKO EPSON CORPORATION. De hierin opge-
nomen informatie is uitsluitend bedoeld voor deze EPSON-printer. EPSON draagt geen
verantwoordelijkheid voor het toepassen van de verschafte informatie op andere printers.
SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of
door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan
als gevolg van foutief gebruik of misbruik van dit product, of onbevoegde wijzigingen en
reparaties. Deze handleiding werd met grote zorg samengesteld. Epson is niet verantwoor-
delijk voor eventuele onachtzaamheden zoals drukfouten.
SEIKO EPSON CORPORATION kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade of
problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiks-
goederen kenbaar als Original EPSON Products of EPSON Approved Products by SEIKO
EPSON CORPORATION.
EPSON en EPSON ESC/P zijn gedeponeerde handelsmerken van SEIKO EPSON
CORPORATION.
Microsoft, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
IBM is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
Algemene kennisgeving: Andere productnamen vermeld in dit document dienen uitsluitend als
identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars. EPSON maakt geen enkele
aanspraak op deze merken.
Copyright © 2000 van Epson Deutschland GmbH, Düsseldorf.
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Epson LQ-680

  • Pagina 1 EPSON-printer. EPSON draagt geen verantwoordelijkheid voor het toepassen van de verschafte informatie op andere printers. SEIKO EPSON CORPORATION noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten ontstaan als gevolg van foutief gebruik of misbruik van dit product, of onbevoegde wijzigingen en reparaties.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Papierbron en papiersoorten ......2-3 De papierhendel instellen (LQ-680)....2-4 De Paper Source-knop instellen (LQ-680Pro) .
  • Pagina 3 De afscheurfunctie gebruiken ......2-14 Kettingpapier verwijderen......2-17 Kettingpapier met doorslagformulieren gebruiken .
  • Pagina 4 EPSON Remote! installeren ......3-19 EPSON Remote! openen ......3-20 Het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 gebruiken .
  • Pagina 5 Lijst met commando's ........C-13 EPSON ESC/P2-besturingscodes ..... C-13...
  • Pagina 6 Contact opnemen met de klantendienst Verklarende woordenlijst Index...
  • Pagina 7: Printeronderdelen

    Printeronderdelen bedieningspaneel printerkap lintcartridge printkop zijgeleider draaiknop papiergeleider papierhendel (alleen LQ-680) papierdiktehendel stroomschakelaar papiersteun wieltjeseenheden parallelle interface...
  • Pagina 8: Knoppen En Lampjes Op Het Bedieningspaneel

    Pause-lampje Brandt wanneer de afdruktaak werd onderbroken. Tear Off/Bin-knop (LQ-680) Knippert wanneer de functie voor *pre- Stuwt kettingpapier voort naar de afscheurpositie. cisieverplaatsing is ingeschakeld. Voert kettingpapier achterwaarts van de afscheurpositie Knippert wanneer de printkop over- naar de top-of-form-positie (bovenzijde formulier).
  • Pagina 9: Kennismaking Met Uw Printer

    De meegeleverde cd-rom bevat alle nodige printersoftware, ® ® alsook EPSON Status Monitor 3 voor Microsoft Windows 98, 95, 2000 en NT 4.0, waarmee u snel en makkelijk de status van uw printer kunt nagaan. Verder biedt de printer nog een heleboel opties zodat u het afdrukproces helemaal kunt afstemmen op uw persoonlijke wensen.
  • Pagina 10: Belangrijke Veiligheidsvoorschriften

    Belangrijke veiligheidsvoorschriften Neem alle voorschriften door en bewaar ze zodat u ze nadien kunt raadplegen. Neem alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer staan in acht. Plaats de printer nooit op een onstabiel oppervlak, in de buurt van een radiator of een andere warmtebron. Plaats de printer op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 11: Waarschuwingssymbool Op De Printkop

    Verwijder in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en doe een beroep op een onderhoudstechnicus: Als het netsnoer of het stopcontact is beschadigd, als er vocht op de printer is gemorst, als de printer is gevallen of de behuizing is beschadigd, als de printer niet normaal functioneert of als er een aanmerkelijk prestatieverlies optreedt.
  • Pagina 12: Strenge Energienormen

    Strenge energienormen Als ENERGY STAR-partner heeft EPSON bepaald dat dit product voldoet aan de richtlij- nen van het ENERGY STAR-programma inzake zuinig energieverbruik. Het internationale ENERGY STAR Office Equipment Program is een vrijwillige overeenkomst tussen fabrikanten van computer- en kantoorapparatuur ter bevordering van de ontwikkeling van...
  • Pagina 13 Hoofdstuk 1 De printer bedrijfsklaar maken De printer uitpakken ........1-2 Een plaats voor de printer kiezen .
  • Pagina 14: De Printer Uitpakken

    De printer uitpakken Naast deze gids bevat de doos een cd-rom met EPSON-printer- software, een instructieblad en de volgende artikelen: netsnoer printer papiergeleider lintcartridge Opmerking: Bij sommige printermodellen zit het netsnoer bij levering reeds vast aan de printer. De vorm van de netsnoerstekker verschilt alnaargelang het land van aankoop.
  • Pagina 15: Een Plaats Voor De Printer Kiezen

    Verwijder alle beschermmateriaal rond en in de printer alvorens de printer te installeren en aan te zetten. Volg voor het verwijderen van dit materiaal de aanwijzingen op het bijgeleverde instructieblad. Bewaar al het verpakkings- en beschermmateriaal voor het geval u de printer ooit moet vervoeren. De printer moet altijd worden vervoerd in de oorspronkelijke of een vergelijkbare verpakking.
  • Pagina 16 Plaats uw computer en printer ver van potentiële bronnen van elektromagnetische storingen, zoals luidsprekers of zendsta- tions van draagbare telefoons. Gebruik een geaard stopcontact. Gebruik geen adapters. Verwijder alle obstakels uit het papierpad alvorens op kettingpapier af te drukken. Zorg ervoor dat het netsnoer en de interfacekabel de papierinvoer niet belemmeren.
  • Pagina 17: De Printer Monteren

    De printer monteren De papiergeleider bevestigen Om de papiergeleider te bevestigen, schuift u de sleuven in de papiergeleider helemaal over de montagepennen op de printer (zie illustratie). De printer bedrijfsklaar maken...
  • Pagina 18: De Printer Aansluiten Op Het Lichtnet

    De printer aansluiten op het lichtnet 1. Zet de printer uit. 2. Controleer of de netspanning op het etiket aan de achterzijde van de printer overeenkomt met de netspanning van het stopcontact. Controleer ook of de stekker van het netsnoer geschikt is voor het stopcontact.
  • Pagina 19: De Printer Op De Computer Aansluiten

    De printer op de computer aansluiten De printer heeft een standaard IEEE-1284-compatibele parallelle interfaceaansluiting en een optionele interface. Als er een ander type interface is vereist voor uw computer, probeert u een van de optionele Type B-interfaces die worden beschreven in “Optionele interfacekaarten” op pagina A-19. Volg de onderstaande stappen om de printer op de computer aan te sluiten via de connector van de parallelle interface (en de aardingsconnector als de kabel een aardingsdraad heeft).
  • Pagina 20 3. Knijp de draadklemmetjes dicht tot ze aan weerszijden van de connector vastklikken. 4. Als uw kabel een aardingsdraad heeft, koppelt u deze aan de aardingsconnector van de printer (zie hieronder). 5. Stop het andere eind van de kabel in de computer. De printer bedrijfsklaar maken...
  • Pagina 21: De Lintcartridge Installeren Of Vervangen

    De lintcartridge installeren of vervangen EPSON raadt aan gebruik te maken van originele EPSON-lint- cartridges (S015016). Waarschuwing: Voor het installeren of vervangen van de lintcartridge moet u de printkop met de hand verplaatsen. Als de printer pas nog werd gebruikt, kan de printkop heet zijn. Laat de printkop enkele minuten afkoelen alvorens deze aan te raken.
  • Pagina 22 3. De printkop dient in de vervangingspositie te staan. Deze positie wordt aangegeven door een inkeping in de voorste metalen plaat (zie illustratie). Als dit niet het geval is, sluit u de printerkap en zet u de printer aan om de printkop naar de vervangingspositie te verplaatsen.
  • Pagina 23 4. Als er al een gebruikte lintcartridge is geïnstalleerd, drukt u op de tabs aan weerszijden van de cartridge en trekt u de cartridge uit de printer. Voer de cartridge af in overeenstem- ming met lokale milieuvoorschriften. 5. Draai vervolgens de lintspanknop op de nieuwe cartridge in de richting van de pijl om het lint te spannen.
  • Pagina 24 7. Neem de lintcartridge vast bij de handgreep en duw de cartridge stevig in de houder op de printer. Druk daarna op de uiteinden van de cartridge zodat de plastic haken in de sleuven klikken. 8. Draai opnieuw aan de lintspanknop om het lint te spannen en te controleren of het lint vrij kan bewegen.
  • Pagina 25: De Printersoftware Installeren

    In de printerdriver kunt u instellingen vastleggen voor de afdrukkwaliteit en -resolutie, het papierformaat enzovoort. EPSON Status Monitor 3 (voor Windows Me, 98, 95, 2000 en NT 4.0) EPSON Status Monitor 3 waarschuwt u wanneer er zich printerfouten voordoen en toont informatie over de status van de printer.
  • Pagina 26: De Printersoftware Installeren Onder Windows Me

    EPSETUP-programma uit. Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op de knop van het hulpprogramma Driver disk creation utility en volg de instructies op het scherm. Als u de EPSON-software installeert vanaf een diskette, maakt u een reservekopie van de printersoftwarediskette(s) alvorens met de installatie te beginnen.
  • Pagina 27 Wanneer u de printerdriver installeert onder Windows 98, 95, 2000 of NT 4.0, wordt EPSON Status Monitor 3 ook geïnstalleerd. Meer informatie over het openen en gebruiken van de printersoft- ware vindt u in Hoofdstuk 3, “De printersoftware gebruiken”.
  • Pagina 28: De Printersoftware Installeren Onder Windows 3.1 Of

    De printersoftware installeren onder Windows 3.1 of NT 3.5x Installeer als volgt de printersoftware onder Windows 3.1 of Windows NT 3.5x. Opmerking: Als u de printersoftware onder Windows NT 3.5x installeert, hebt u wellicht bepaalde netwerkrechten nodig. Als u problemen ondervindt, vraagt u uw netwerkbeheerder om meer informatie.
  • Pagina 29 Windows-toepassingen. Het installatieprogramma selecteert automatisch de LQ-680/LQ-680Pro als de standaardprinter voor Windows-toe- passingen. Meer informatie over het openen en gebruiken van de printersoftware vindt u in Hoofdstuk 3, “De printersoftware gebruiken”.
  • Pagina 30: Voor Dos-Gebruikers

    Kies EPSON LQ-680/LQ-680Pro wanneer tijdens de configuratie of installatie van de DOS-toepassing naar een printer wordt ge- vraagd. Als de LQ-680/LQ-680Pro-printer niet in de printerlijst van de toepassing voorkomt, kiest u de eerste van de onderstaan- de printers die in de printerlijst voorkomt:...
  • Pagina 31 Papierbron en papiersoorten ......2-3 De papierhendel instellen (LQ-680) ....2-4 De Paper Source-knop instellen (LQ-680Pro) .
  • Pagina 32: Een Papierbron Selecteren

    Zie “Papierbron en papiersoorten” op pagina 2-3. Voor LQ-680-gebruikers: Om een papierbron te selecteren, gebruikt u de papierhendel. Zie “De papierhendel instellen (LQ-680)” op pagina 2-4. Voor LQ-680Pro-gebruikers: Om een papierbron te selecteren, gebruikt u de Paper Source- knop op het bedieningspaneel. Zie “De Paper Source-knop instel- len (LQ-680Pro)”...
  • Pagina 33: Papierbron En Papiersoorten

    Papierbron en papiersoorten De onderstaande tabel toont welke papierbron u voor elke papiersoort moet gebruiken. Papierbron Optionele Papier- Optionele rolpapier- Tractor geleider invoereenheid houder** Papiersoort Kettingpapier – – – Kettingpapier – – – met doorslag- formulieren Etiketten – – – Losse vellen –...
  • Pagina 34: De Papierhendel Instellen (Lq-680)

    De papierhendel instellen (LQ-680) Stel de papierhendel in op de gewenste papierinvoermethode. De papierhendel heeft twee posities: voor invoer met de tractor voor invoer van losse vellen, zoals hieronder uitgelegd. Stand voor losse vellen – voor het gebruik van de papiergeleider, de optionele invoereenheid of de optionele rolpapierhouder.
  • Pagina 35: De Paper Source-Knop Instellen (Lq-680Pro)

    De Paper Source-knop instellen (LQ-680Pro) Stel de Paper Source-knop op het bedieningspaneel in op de papierbron die u wilt gebruiken. Er zijn drie instellingen: Tractor voor invoer met de tractor, Manual/CSF Bin1 voor invoer van losse vellen, waaronder vak 1 van de invoereenheid, en Manual/CSF BIN2 voor invoer van losse vellen, waaronder vak 2 van de invoereenheid, zoals hieronder uitgelegd.
  • Pagina 36: De Papierdiktehendel Instellen

    Er zijn negen hendelposities, van -1 tot 7. De Auto-positie is ook beschikbaar bij de LQ-680Pro. Voor LQ-680-gebruikers: Stel de papierdiktehendel handmatig in op de juiste positie, van -1 tot 7, zoals beschreven in de onderstaande tabel. Voor LQ-680Pro-gebruikers: Het is aanbevolen de Auto-positie te gebruiken voor alle papiersoor- ten.
  • Pagina 37 De volgende tabel biedt richtlijnen voor de selectie van de juiste hendelstand voor het papier dat u gebruikt. Papiersoort Stand papierdiktehendel Gewoon papier -1 of 0 (losse vellen of kettingpapier) Doorslagformulieren (losse vellen of kettingpapier) 2 vellen (origineel + 1 doorslag) 3 vellen (origineel + 2 doorslagen) 4 vellen (origineel + 3 doorslagen) Auto**...
  • Pagina 38: Kettingpapier Gebruiken

    Kettingpapier gebruiken U kunt kettingpapier laden vanaf de ingebouwde tractoreenheid die zich op de achterzijde van de printer bevindt. Opmerking: Zie Appendix C voor gedetailleerde specificaties van kettingpapier. Kettingpapier plaatsen Kettingpapier dient vóór het afdrukken goed uitgelijnd te worden ten opzichte van de tractor om een goede papierinvoer mogelijk te maken (zie illustratie).
  • Pagina 39: Kettingpapier Laden Met De Tractor

    Kettingpapier laden met de tractor 1. Zet de printer uit. 2. Voor LQ-680-gebruikers: Stel de papierhendel in op invoer met de tractor, en zorg dat de papierdiktehendel is ingesteld op 0 als u gewoon ketting- papier gebruikt. Voor LQ-680Pro-gebruikers: Stel de Paper Source-knop in op invoer met de tractor, en zorg dat de papierdiktehendel is ingesteld op Auto of 0 als u gewoon kettingpapier gebruikt.
  • Pagina 40 4. Ontgrendel de papierdoorvoerwieltjes door deze naar boven te duwen. 5. Draai de achterzijde van de printer naar u toe en plaats de linkerwieltjeseenheid zodanig dat de pennen van de wieltjes zich links van de “0” op de schaalaanduiding en het pijlteken op de printer bevinden.
  • Pagina 41 6. Stel de rechterwieltjeseenheid in op de breedte van het papier zonder het wieltje te vergrendelen. 7. Plaats de papiersteun centraal tussen de twee wieltjeseenheden. 8. Open de klepjes van de papierdoorvoerwieltjes. 2-11 Papierverwerking...
  • Pagina 42 9. Plaats de drie eerste gaatjes van het kettingpapier aan beide zijden over de pennen van de wieltjes. Laad het papier met de afdrukzijde naar boven. Let op: Zorg dat het eerste vel van het kettingpapier een schone, rechte rand heeft, zodat het juist in de printer wordt ingevoerd. 10.
  • Pagina 43 11. Verschuif de rechterwieltjeseenheid om het papier te spannen. Klik vervolgens de vergrendelingshendel vast door hem naar beneden te duwen. 12. Zet de printer aan. Wanneer de printer gegevens ontvangt, laadt deze automatisch het papier vooraleer hij afdrukt. Wanneer u kettingpapier gebruikt, kunt u de afscheurfunctie gebruiken om afgedrukte pagina's af te scheuren zonder blanco pagina's naast de afgedrukte pagina's te verspillen.
  • Pagina 44: De Afscheurfunctie Gebruiken

    EPSON Remote! of de standaardinstellingenmodus van het be- dieningspaneel. (Voor informatie over de standaardinstellingen- modus van de printer raadpleegt u “Informatie over de standaardinstellingen van de printer”...
  • Pagina 45 De Tear Off-knop gebruiken U kunt kettingpapier met de Tear Off-knop (de Tear Off/Bin- knop op de LQ-680 of de Tear Off/Special Paper-knop op de LQ-680Pro) naar de afscheurpositie verplaatsen door de onder- staande stappen te volgen: 1. Controleer of het afdrukken is voltooid. Druk vervolgens op de Tear Off-knop tot de twee lampjes op het bedieningspa- neel beginnen te knipperen.
  • Pagina 46 De automatisch afscheurfunctie gebruiken Wanneer u de automatische afscheurfunctie inschakelt in de stan- daardinstellingenmodus van de printer of het hulpprogramma EPSON Remote!, verplaatst de printer het kettingpapier na het afdrukken naar de afscheurpositie. De printer verplaatst het papier alleen naar de afscheurpositie...
  • Pagina 47: Kettingpapier Verwijderen

    “Informatie over de standaardinstellingen van de printer” op pagina 4-3 of opent u het hulpprogramma EPSON Remote! zoals beschreven in hoofdstuk 3 en volgt u de instructies op het scherm. Wanneer u de standaardinstellingen- modus of het hulpprogramma gebruikt, zorgt u er ook voor dat de paginalengte voor het kettingpapier juist is ingesteld.
  • Pagina 48: Kettingpapier Met Doorslagformulieren Gebruiken

    Gebruik geen doorslagformulieren met aparte carbonvellen. Vooraleer u afdrukt stelt u de papierdiktehendel juist in voor doorslagformulieren. LQ-680-gebruikers dienen de hendel in te stellen zoals beschreven in de tabel op pagina 2-7. LQ-680Pro- gebruikers dienen de hendel in de Auto-positie te zetten.
  • Pagina 49: Overlappende Doorslagformulieren Gebruiken (Lq-680Pro)

    Overlappende doorslagformulieren gebruiken (LQ-680Pro) LQ-680Pro-gebruikers kunnen afdrukken op overlappende door- slagformulieren met een rugvel van kettingpapier. De pagina- lengte van de doorslagformulieren is langer dan de lengte van het rugvel. Wanneer ze worden uitgestrekt, overlappen de doorslag- formulieren van de ene pagina de doorslagformulieren van de volgende pagina.
  • Pagina 50: Etiketten Gebruiken

    Etiketten worden op dezelfde manier geladen als gewoon ketting- papier, maar de instelling voor de papierdiktehendel is anders. LQ-680-gebruikers dienen de hendel in te stellen op 2. LQ-680Pro-gebruikers wordt aanbevolen de Auto-instelling te gebruiken, of de hendel handmatig in te stellen op 2 voor een snellere doorvoer.
  • Pagina 51: Losse Vellen Gebruiken

    Omdat etiketten gevoelig zijn voor temperatuur en vochtigheid, mag u ze alleen onder normale omstandigheden gebruiken. Laat tussen twee afdruktaken geen etiketten in de printer zitten. De etiketten kunnen krullen en loskomen en tijdens de volgende afdruktaak mogelijk een papierstoring veroorzaken. Losse vellen gebruiken U kunt het papier vel per vel in de papiergeleider vooraan op de printer plaatsen, of u kunt een stapel papier in de optionele...
  • Pagina 52 1. Sluit vervolgens de klepjes van de papierdoorvoerwieltjes en duw de vergrendelingen naar beneden om de wieltjeseenheden te vergrendelen. 2. Voor LQ-680-gebruikers: Selecteer met de papierhendel de invoer voor losse vellen, zoals beschreven in “Een papierbron selecteren” op pagina 2-2.
  • Pagina 53 4. Verschuif de zijgeleider tot deze tegen het merkteken ligt (zie illustratie). merkteken 5. Plaats een vel papier langs de zijgeleider en duw dit naar binnen tot u een weerstand voelt. Laad het papier met de afdrukzijde naar boven en met de smalle zijde eerst. Na enkele seconden verplaatst de printer het papier automatisch naar de laadpositie.
  • Pagina 54 Na het afdrukken van een pagina, voert de printer het afgedrukte vel uit op de papiergeleider. Als u een document met meerdere pagina's afdrukt, verwijdert u de afgedrukte pagina en plaatst u een nieuw vel in de papiergeleider. De printer verplaatst het papier automatisch en herneemt het afdrukken.
  • Pagina 55: Losbladige Doorslagformulieren Gebruiken

    Losbladige doorslagformulieren gebruiken De printer is geschikt voor losbladige doorslagformulieren met maximaal zes delen, waaronder het origineel. U kunt doorslagfor- mulieren met of zonder carbon gebruiken met de papiergeleider. Let op: Gebruik geen doorslagformulieren met aparte carbonvellen. Vooraleer u afdrukt, zet u de papierdiktehendel in de juiste stand voor doorslagformulieren, zoals beschreven in de tabel op pagina 2-7, of in de Auto-positie (alleen LQ-680Pro).
  • Pagina 56: Enveloppen Gebruiken

    “Losse vellen gebruiken” eerder in dit hoofdstuk, of Appendix A, “Papier laden vanaf de invoereenheid.” Voor LQ-680-gebruikers: Vooraleer u afdrukt, zet u de papierdiktehendel in de juiste stand voor uw enveloppen, zoals beschreven in de tabel op pagina 2-7.
  • Pagina 57: Briefkaarten Gebruiken

    “Losse vellen gebruiken” op pagina 2-21 of “Papier laden vanaf de invoereenheid” op pagina A-6. Voor LQ-680-gebruikers: Alvorens af te drukken, zet u de papierdiktehendel in de stand 2. Selecteer vervolgens Card door op het bedieningspaneel op de Tear Off/Bin-knop te drukken.
  • Pagina 58: Omschakelen Tussen Kettingpapier En Losse Vellen

    1. Wanneer u klaar bent met het afdrukken op kettingpapier, drukt u op de Tear Off/Bin-knop (LQ-680) of de Tear Off/Special Paper-knop (LQ-680Pro) om het papier te verplaatsen naar de afscheurpositie. (Als u automatisch af-...
  • Pagina 59: Omschakelen Naar Kettingpapier

    4. Selecteer het invoeren van losse vellen met de papierhendel (LQ-680) of met de Paper Source-knop (LQ-680Pro), zoals beschreven in “Papierbron en papiersoorten” op pagina 2-3. Nu kunt u losse vellen laden vanaf de papiergeleider. Zie voor meer informatie “Losse vellen gebruiken”...
  • Pagina 60: De Functie Voor Precisieverplaatsing Gebruiken

    De functie voor precisieverplaatsing gebruiken Met de functie voor precisieverplaatsing kunt u papier voor- waarts of achterwaarts verplaatsen in stappen van 1/180 inch. U kunt deze functie gebruiken om de laad-, afdruk- en afscheur- posities te wijzigen. De laadpositie wijzigen De laadpositie is de positie van het papier nadat de printer het heeft geladen.
  • Pagina 61 4. Druk op de LF/FF [D]-knop om het papier naar de voorzijde van de printer te verplaatsen, of druk op de Load/Eject [U]- knop om het papier naar de achterzijde van de printer te verplaatsen. De nieuwe laadpositie wordt vastgelegd op de positie waar u de knoppen loslaat.
  • Pagina 62: De Afscheurpositie Bijstellen

    Als u de bovenste marge wilt verwijderen en vanaf helemaal bovenaan wilt beginnen afdrukken, past u de laadpositie zoda- nig aan dat de bovenzijde van het papier overeenkomt met de verhoogde lijn op het lintmasker (zie illustratie). verhoogde lijn 5. Druk na het instellen van de laadpositie op de Pause-knop om de precisieverplaatsingsmodus uit te schakelen.
  • Pagina 63 3. Druk op de LF/FF [D]-knop om het papier voorwaarts te verplaatsen of druk op de Load/Eject [U]-knop om het papier achterwaarts te verplaatsen. Druk op de knop tot de perfora- tie in het papier zich boven de scheurrand bevindt. Opmerking: De printer heeft een minimale en een maximale afscheurpositie.
  • Pagina 64: De Afdrukpositie Wijzigen

    De afdrukpositie wijzigen De afdrukpositie is de positie op de pagina waar de printkop tijdens een afdruktaak daadwerkelijk afdrukt. U kunt de huidige verticale afdrukpositie tijdelijk wijzigen door de functie voor precisieverplaatsing te gebruiken zoals beschreven in de onder- staande stappen. Opmerking: Uw instelling voor de afdrukpositie is alleen van toepassing tot u opnieuw papier laad of de printer uitschakelt.
  • Pagina 65: De Printersoftware Gebruiken

    EPSON Remote! installeren ......3-19 EPSON Remote! openen......3-20 Het hulpprogramma EPSON Status Monitor 3 gebruiken.
  • Pagina 66: Informatie Over De Printersoftware

    EPSON Remote! is een DOS-programma voor het configureren van de printer. U kunt er makkelijk de standaardinstellingen van de printer mee aanpassen via uw monitor. Hoe u EPSON Remote! gebruikt onder DOS, leest u in het gedeelte “Het hulpprogramma EPSON Remote! gebruiken” op pagina 3- 19.
  • Pagina 67: De Printerdriver Vanuit Windows-Toepassingen Openen

    De printerdriver onder Windows Me, 98 of 95 gebruiken U kunt de printerdriver openen vanuit uw Windows-toepassin- gen, of vanuit het Start-menu. Als u de printerdriver opent vanuit een Windows-toepassing, gelden de instellingen die u opgeeft uitsluitend voor die ene toepassing. Zie “De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen”...
  • Pagina 68 1. Klik in het menu File (Bestand) van uw toepassing op Print Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken). Het dialoog- venster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling) verschijnt. 2. Controleer of uw printer is geselecteerd, en klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klikken.) Het venster Properties (Eigenschappen) verschijnt met daarin de menu's Paper, Graphics en Device Options.
  • Pagina 69: De Printerdriver Vanuit Het Start-Menu Openen

    3. U opent een menu door op de bijbehorende tab bovenaan in het venster te klikken. Zie “De instellingen van de printerdri- ver wijzigen” hieronder om de instellingen te wijzigen. De printerdriver vanuit het Start-menu openen Open de printerdriver als volgt vanuit het Start-menu: 1.
  • Pagina 70: De Printerdriver Onder Windows 3.1 Gebruiken

    De printerdriver onder Windows 3.1 gebruiken U opent de printerdriver vanuit uw Windows-toepassingen, of vanuit het Control Panel (Configuratiescherm). Als u de printer- driver opent vanuit een Windows-toepassing, gelden de instel- lingen die u opgeeft uitsluitend voor die ene toepassing. Zie “De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen”...
  • Pagina 71 1. Klik in het menu File (Bestand) van uw toepassing op Print Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken). Het dialoog- venster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling) verschijnt. Raadpleeg het gedeelte “De instellingen van de printerdriver wijzigen” op pagina 3- 8 voor meer informatie over de instellingen in dit dialoogvenster.
  • Pagina 72: De Printerdriver Vanuit Het Control Panel (Configuratiescherm) Openen

    De printerdriver vanuit het Control Panel (Configuratiescherm) openen Open de printerdriver als volgt vanuit het Control Panel (Configuratiescherm). 1. Dubbelklik in het venster Main (Hoofdgroep) op het pictogram Control Panel (Configuratiescherm). 2. Dubbelklik op het pictogram Printers. Het dialoogvenster Printers verschijnt. 3.
  • Pagina 73: De Printerdriver Onder Windows 2000 En Nt 4.0 Gebruiken

    De printerdriver onder Windows 2000 en NT 4.0 gebruiken U kunt de printerdriver openen vanuit uw Windows-toepassin- gen, of vanuit het Start-menu. Als u de printerdriver opent vanuit een Windows-toepassing, gelden de instellingen die u opgeeft uitsluitend voor die ene toepassing. Zie “De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen”...
  • Pagina 74 1. Klik in het menu File (Bestand) van uw toepassing op Print Setup (Printerinstelling) of Print (Afdrukken). Het dialoog- venster Print (Afdrukken) of Print Setup (Printerinstelling) verschijnt. 2. Controleer of uw printer is geselecteerd, en klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klikken.) Het venster Document Properties (Documenteigen- schappen) verschijnt met daarin de menu’s Page Setup and...
  • Pagina 75: De Printerdriver Vanuit Het Start-Menu Openen

    3. U opent een menu door bovenaan in het venster op de bijbe- horende tab te klikken. Zie “De instellingen van de printer- driver wijzigen” hieronder om de instellingen te wijzigen. De printerdriver vanuit het Start-menu openen Open de printerdriver als volgt vanuit het Start-menu: Opmerking: De schermfoto's in het volgende gedeelte zijn van het besturingssysteem Windows NT 4.0.
  • Pagina 76: De Instellingen Van De Printerdriver Wijzigen

    Wanneer u op Properties (Eigenschappen) klikt, verschijnt het venster van de printersoftware, waarin zich het menu Utility bevindt. 4. U opent een menu door bovenaan in het venster op de bijbe- horende tab te klikken. Om de instellingen te wijzigen raad- pleegt u het volgende gedeelte.
  • Pagina 77: De Printerdriver Onder Windows Nt 3.5X Gebruiken

    Als u de gewenste instellingen hebt vastgelegd, klikt u op OK om de instellingen toe te passen of op Cancel (Annuleren) om de wijzigingen te annuleren. Nadat u de instellingen van de printerdriver hebt ingesteld en de nodige wijzigingen hebt doorgevoerd, bent u gereed om af te drukken.
  • Pagina 78: De Printerdriver Vanuit Windows-Toepassingen Openen

    De printerdriver vanuit Windows-toepassingen openen Open als volgt de printerdriver vanuit een Windows-toepassing. Opmerking: De stappen maken deel uit van een algemene procedure voor het openen van de printerdriver. De procedure kan voor elke toepassing anders zijn. Voor meer details raadpleegt u de handleiding van uw toepassing. 1.
  • Pagina 79 2. Controleer of uw printer is geselecteerd, en klik op Printer, Setup, Properties (Eigenschappen) of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer van deze knoppen moet klikken.) Het venster Document Properties verschijnt, met daarin de printerdriverinstellingen Form en Orientation. Zie “De instellingen van de printerdriver wijzigen”...
  • Pagina 80: De Printerdriver Vanuit Het Control Panel (Configuratiescherm) Openen

    De printerdriver vanuit het Control Panel (Configuratiescherm) openen Open de printerdriver als volgt vanuit het Control Panel (Configuratiescherm). 1. Dubbelklik in het venster Main (Hoofdgroep) op het picto- gram Print Manager (Afdrukbeheer). Het venster Print Manager (Afdrukbeheer) wordt geopend. 2. Selecteer uw printer, klik op Printer en selecteer Properties (Eigenschappen).
  • Pagina 81: Overzicht Van De Printerdriverinstellingen

    Nadat u de instellingen van de printerdriver hebt ingesteld en de nodige wijzigingen hebt doorgevoerd, bent u gereed om af te drukken. Overzicht van de printerdriverinstellingen De volgende tabel toont de printerdriverinstellingen voor Windows. Houd er rekening mee dat niet alle instellingen be- schikbaar zijn in alle Windows-versies.
  • Pagina 82 Bij Default worden de standaardinstellin- gen van de printer toegepast. EPSON Status Klik op deze knop om EPSON Status Monitor 3 te Monitor 3 openen. Om de printer te bewaken, zorgt u ervoor dat het vakje Monitor the printing status is geselecteerd.
  • Pagina 83: Het Hulpprogramma Epson Remote! Gebruiken

    EPSON Remote! installeren Installeer EPSON Remote! als volgt. Opmerking: Om EPSON Remote! te installeren, moet u uw computer opstarten in de DOS-modus. Open geen DOS-venster vanuit Windows. 1. Plaats de cd-rom met printersoftware in de cd-rom-lezer. 2. Achter de DOS-promt typt u D:\ENGLISH\SETUP. (Als uw schijfstation door een andere letter wordt aangeduid, vervangt u de “D”...
  • Pagina 84: Epson Remote! Openen

    U opent EPSON Remote! door C:\EPUTIL\PRNSET achter de DOS-prompt te typen en op Enter te drukken. Volg de aanwijzing- en op uw scherm. U kunt EPSON Remote! ook openen door C:\EPUTIL\PANEL achter de DOS-prompt te typen en op Enter te drukken.
  • Pagina 85: Epson Status Monitor 3 Configureren

    Lees het betreffende README-bestand op de cd-rom met de prin- terdriver voordat u EPSON Status Monitor 3 in gebruik neemt. Het bestand bevat de laatste informatie over het hulpprogramma. EPSON Status Monitor 3 configureren U configureert EPSON Status Monitor 3 als volgt.
  • Pagina 86: De Volgende Instellingen Zijn Beschikbaar

    Om een snelkoppelingspictogram aan de taakbalk toe te voegen gaat u naar het Utility-menu. Open het Utility-menu en klik op EPSON Status Monitor 3. Om te weten te komen hoe u het Utility-menu opent, raadpleegt u “De printerdriver onder Windows Me, 98 of 95 gebruiken” op pagina 3- 3 of “De printerdriver onder Windows 2000 en NT 4.0...
  • Pagina 87 Wanneer u EPSON Status Monitor 3 opent zoals hierboven beschreven, verschijnt het volgende venster. In dit venster kunt u informatie over de printerstatus bekijken. 3-23 De printersoftware gebruiken...
  • Pagina 88: Hoofdstuk 4 De Printerinstellingen Wijzigen Via Het Bedieningspaneel Van De Printer

    Hoofdstuk 4 De printerinstellingen wijzigen via het bedieningspaneel van de printer Ingebouwde lettertypen en tekenbreedtes kiezen ... . 4-2 Informatie over de standaardinstellingen van de printer ..4-3 Standaardinstellingen wijzigen.
  • Pagina 89: Ingebouwde Lettertypen En Tekenbreedtes Kiezen

    Ingebouwde lettertypen en tekenbreedtes kiezen De printer heeft twaalf ingebouwde lettertypen. Voor informatie over de fonts die u kunt selecteren, raadpleegt u “Ingebouwde lettertypen:” op pagina C-4. De breedte van de tekens kunt u wijzigen door de smalschriftfunctie in te schakelen. Om met de knoppen van het bedieningspaneel een lettertype en tekenbreed- te in te stellen, volgt u de onderstaande procedure.
  • Pagina 90: Informatie Over De Standaardinstellingen Van De Printer

    Informatie over de standaardinstellingen van de printer De standaardinstellingen van de printer zijn van invloed op vele printerfuncties. Hoewel het doorgaans mogelijk is deze instellin- gen te wijzigen in uw toepassing of printerdriver, is het soms nodig een standaardinstelling in de standaardinstellingenmodus te wijzigen via het bedieningspaneel van de printer.
  • Pagina 91 Items Opties Packet mode Auto, Off Auto CR (IBM 2390 Plus)** On, Off A.G.M. (IBM 2390 Plus)** On, Off Character table* Standaardmodel: Italic, PC 437, PC 850, PC 860, PC 863, PC 865, PC 861, BRASCII, Abicomp, Roman 8, ISO Latin 1, PC 858, ISO 8859-15 Alle andere modellen: Italic, PC 437, PC 850, PC 437 Greek,...
  • Pagina 92 Page length for tractor Met dit item kunt u de paginalengte vastleggen voor kettingpapier. Skip over perforation Deze functie is alleen beschikbaar als u afdrukt op kettingpapier. Als u On selecteert, voorziet de printer een marge van 25,4 mm tussen de laatste regel op de pagina en de eerste regel op de volgende pagina.
  • Pagina 93 Selecteert u Auto, dan schakelt de printer over op unidirectioneel afdrukken als hij merkt dat er verticaal moet worden uitgelijnd. Software Als u ESC/P2 selecteert, draait de printer in de EPSON ESC/ P2-modus. Als u IBM 2390 Plus selecteert, emuleert de printer een IBM-printer.
  • Pagina 94 Als de printer slechts op één computer is aangesloten, selecteert u Parallel of Optional, alnaargelang de interface die u gebruikt. Als de printer op twee computers is aangesloten, selecteert u Auto (automatisch), zodat de printer automatisch overschakelt naar de interface die gegevens ontvangt. Auto I/F (interface) wait time Dit item is alleen van tel als er een optionele interface is geïnstal- leerd en de interfacemodus op automatisch is ingesteld.
  • Pagina 95 A.G.M. (Alternate Graphic Mode) Als A.G.M. aanstaat kan de printer bepaalde geavanceerde grafi- sche opdrachten verwerken, zoals degene die in de ESC/P2- modus beschikbaar zijn. Deze functie is beschikbaar als u de IBM 2390 Plus-modus inschakelt. Character table U kunt een selectie maken uit 13 tot 36 standaard tekentabellen, alnaargelang het land van aankoop.
  • Pagina 96: Standaardinstellingen Wijzigen

    Buzzer (beeper) De printer laat een pieptoon horen wanneer er zich een fout voordoet. (Ga naar “De foutindicators gebruiken” op pagina 5-2 voor meer informatie over printerfouten.) Selecteer Off als u niet door middel van pieptonen wilt worden gewaarschuwd. Overlapping forms (alleen LQ-680Pro) Deze instelling is alleen van tel als de functie voor het overslaan van de perforatie is ingeschakeld.
  • Pagina 97 3. Druk op de Font-knop tot de Font-lampjes de gewenste taal aangeven, zoals beschreven in de taalselectie-instructies. 4. Druk op de TearOff/Bin-knop (LQ-680) of de Tear Off/Special Paper-knop (LQ-680Pro) om de instructies voor het gebruik van de standaardinstellingenmodus af te drukken in de taal van uw keuze (vier pagina’s).
  • Pagina 98: Probleemoplossing

    Hoofdstuk 5 Probleemoplossing De foutindicators gebruiken ......5-2 Problemen en oplossingen ....... 5-5 Problemen met de stroomvoorziening.
  • Pagina 99: De Foutindicators Gebruiken

    ••• Er bevindt zich momenteel papier uit een andere papierbron in het papierpad. (Alleen LQ-680) Zet de papierhendel terug in de juiste stand en druk op de Load/Eject-knop om het papier in het papierpad uit te voeren. Zet de hendel vervol- gens in de gewenste stand.
  • Pagina 100 Status van het Geluids- Probleem lampje op het patroon Oplossing bedienings- paneel n Paper Out ••• Er is geen papier in de geselecteerde papier- n Pause bron geladen. Laad papier in de printer. Druk indien nodig op de Pause-knop om het Pause-lampje te doven. •••...
  • Pagina 101 Status van het Geluids- Probleem lampje op het patroon Oplossing bedienings- paneel fPaper Out ••• De printer kan niet omschakelen tussen de f Pause verschillende papierbronnen omwille van een papierstoring of andere papierproble- men. (Alleen LQ-680Pro) Verwijder al het papier uit het papierpad en verhelp de papierstoring zoals beschreven in “Papierstoringen opheffen”...
  • Pagina 102: Problemen En Oplossingen

    Problemen en oplossingen De meeste printerproblemen zijn eenvoudig te verhelpen. Gebruik de informatie in dit gedeelte om de oorzaak van een printerprobleem te achterhalen. Bepaal om welk soort probleem het gaat en raadpleeg vervolgens de betreffende pagina: Problemen met de stroomvoorziening . . . pagina 5-6 Problemen met het laden of invoeren van losse vellen .
  • Pagina 103: Problemen Met De Stroomvoorziening

    Problemen met de stroomvoorziening De lampjes op het bedieningspaneel branden even, maar gaan vervolgens uit en blijven uit. Oorzaak Oplossing Het voltage van het apparaat Controleer het voltage van de printer stemt niet overeen met de en de plaatselijke netspanning. Als plaatselijke netspanning.
  • Pagina 104: Problemen Met Het Laden Of Invoeren Van Losse Vellen

    Problemen met het laden of invoeren van losse vellen De printer laadt geen losse vellen papier of voert deze niet goed in. Oorzaak Oplossing Invoer met de tractor is Selecteer invoer van losse vellen. geselecteerd. Raadpleeg voor meer informatie “Een papierbron selecteren”...
  • Pagina 105 De optionele invoereenheid voor losse vellen voert losse vellen papier onjuist in. Oorzaak Oplossing De invoereenheid voor losse Installeer deze opnieuw volgens de vellen papier is onjuist instructies in “De invoereenheid in- geïnstalleerd. stalleren” op pagina A-3. Er zijn te veel vellen in de Laad niet meer dan 150 losse vellen in invoereenheid voor losse de invoereenheid met extra grote capa-...
  • Pagina 106: Problemen Met Het Laden Of Invoeren Van Kettingpapier

    Problemen met het laden of invoeren van kettingpapier De printer laadt geen kettingpapier of voert dit niet goed in. Oorzaak Oplossing Invoer van losse vellen is Selecteer invoer met de tractor. Raad- geselecteerd. pleeg voor meer informatie “Een pa- pierbron selecteren” op pagina 2-2. Kettingpapier is niet juist Zie hoofdstuk 2 voor informatie over geladen.
  • Pagina 107: Problemen Met De Afdrukpositie

    EPSON Remote!. Zie “Informatie dat u gebruikt. over de standaardinstellingen van de printer” op pagina 4-3 of “Het hulppro- gramma EPSON Remote! gebruiken”...
  • Pagina 108 EPSON Remote!. Zie “Informatie dat u gebruikt. over de standaardinstellingen van de printer” op pagina 4-3 of “Het hulppro- gramma EPSON Remote! gebruiken”...
  • Pagina 109: Problemen Met Het Afdrukken Of De Afdrukkwaliteit

    Problemen met het afdrukken of de afdrukkwaliteit De printer drukt niet af wanneer de computer gegevens verzendt. Oorzaak Oplossing Het afdrukken is tijdelijk Druk op de Pause-knop. onderbroken. De interfacekabel is niet Controleer of de kabel goed op de goed aangesloten. computer en de printer is aangesloten.
  • Pagina 110 Afdrukken zijn vaag. Oorzaak Oplossing De papierdiktehendel is niet Zet de papierdiktehendel in de stand die de gebruikte papiersoort weer- juist ingesteld. spiegelt. Zie “De papierdiktehendel instellen” op pagina 2-6. Het lint is versleten. Vervang de lintcartridge volgens de instructies in hoofdstuk 1. Afdrukken zijn onvolledig.
  • Pagina 111 Oplossing Er wordt aan het eind van Activeer de automatische regeldoor- een tekstregel geen voer in de standaardinstellingenmo- regeldoorvoerinstructie dus of het hulpprogramma EPSON verzonden. Remote!, zodat de printer aan elke regelterugloopinstructie een regeldoorvoerinstructie toevoegt. Zie “Informatie over de standaardin- stellingen van de printer”...
  • Pagina 112 EPSON Remote!. Zie “Informatie over de standaardin- stellingen van de printer” op pagina 4-3 of “Het hulpprogramma EPSON Remote! gebruiken” op pagina 3-19. De interlinies zijn onjuist in- Pas de interlinies in uw toepassing aan. gesteld in uw toepassing.
  • Pagina 113 Selecteer de juiste tekentabel in uw geselecteerd in uw toepassing. toepassing, de standaardinstellingen- modus of het hulpprogramma EPSON Remote!. De tekentabel die u in uw toepassing opgeeft, vervangt de tekentabel die u in de standaardinstel- lingenmodus of EPSON Remote! hebt opgegeven.
  • Pagina 114: Papierstoringen Opheffen

    Papierstoringen opheffen Verwijder als volgt vastgelopen papier. 1. Zet de printer uit. 2. Open de printerkap. 3. Als er kettingpapier in de printer is geladen, verwijdert u dit of scheurt u de voorraad achteraan de printer af. 4. Draai de knop aan de rechterzijde van de printer naar u toe om het papier in de printer uit te voeren.
  • Pagina 115: Verticale Lijnen In Afdrukken Uitlijnen

    Verticale lijnen in afdrukken uitlijnen Als u merkt dat de verticale lijnen in afdrukken niet loodrecht zijn, kunt u dit probleem verhelpen met de functie voor het bijstellen van de bidirectionele communicatie. Opmerking: Voor het uitvoeren van de onderstaande procedure hebt u vier vellen los papier van A4-formaat of vier pagina’s kettingpapier van ten minste 279 mm lang en 241 mm breed nodig.
  • Pagina 116: Een Zelftest Afdrukken

    5. Nadat u het beste patroon in de laatst afgedrukte reeks hebt gekozen, zet u de printer uit om de bijstellingsfunctie uit te schakelen. De gemaakte keuzes worden automatisch opgeslagen. Een zelftest afdrukken U kunt een zelftest uitvoeren om te bepalen of een probleem door de printer of door de computer wordt veroorzaakt.
  • Pagina 117: Een Hex-Dump Afdrukken

    2. Om de test met het lettertype Draft uit te voeren, houdt u de LF/FF-knop ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Om de test met de letter quality-lettertypen van de printer uit te voeren, houdt u de Load/Eject-knop ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
  • Pagina 118 2. Om de hex-dump-modus in te schakelen, houdt u de LF/FF- en de Load/Eject-knop ingedrukt terwijl u de printer aanzet. 3. Open een toepassing en verzend een afdruktaak naar de printer. De printer drukt alle binnenkomende codes af in hexadecimaal formaat. Afdrukbare codes worden in rechte kolommen als ASCII-codes weergegeven.
  • Pagina 119 Appendix A De mogelijkheden van de printer uitbreiden Invoereenheden ........A-2 De invoereenheid installeren.
  • Pagina 120: Invoereenheden

    Invoereenheden De volgende twee invoereenheden zijn geschikt voor de printer: Invoereenheid met extra Supplementaire grote capaciteit (vak 1) invoereenheid (vak 2) C806872 C806792 U kunt alleen de invoereenheid met extra grote capaciteit instal- leren, of u kunt een dubbelvakstoevoerder samenstellen en instal- leren door de invoereenheid met extra grote capaciteit te combi- neren met de supplementaire invoereenheid.
  • Pagina 121: De Invoereenheid Installeren

    De invoereenheid installeren De invoereenheid wordt geleverd met een papiergeleider voor het stapelen van afgedrukte pagina's. Om de invoereenheid te installeren, dient u zowel de invoereenheid als de papiergeleider te bevestigen. U gaat als volgt te werk. Opmerking: De supplementaire invoereenheid kan alleen worden gebruikt in combinatie met de invoereenheid met extra grote capaciteit.
  • Pagina 122 3. Houd de invoereenheid met beide handen aan weerszijden vast. Terwijl u de knoppen op beide zijden ingedrukt houdt, plaatst u de inkepingen aan beide zijden over de montage- pennen op de printer. Laat de invoereenheid zakken tot deze op de printer rust. 4.
  • Pagina 123 6. Schuif het verlengstuk van de papiergeleider helemaal uit. (Als u geen afgedrukte vellen wilt opstapelen, hoeft u deze stap niet uit te voeren.) 7. Als u afdrukt op lang papier, trekt u het verlengstuk midden in de papiergeleider uit. U kunt nu papier in de invoereenheid laden volgens de instructies in het volgende gedeelte.
  • Pagina 124: Papier Laden Vanaf De Invoereenheid

    Opmerking: Ook wanneer u de invoereenheid niet gebruikt, kunt u de papiergeleider ervan gebruiken in plaats van de standaard papiergeleider. Raadpleeg voor meer informatie “Papier handmatig laden vanaf de papiergeleider” op pagina A-14. Papier laden vanaf de invoereenheid Dit gedeelte beschrijft hoe u papier in invoereenheid met extra grote capaciteit en de supplementaire invoereenheid laadt.
  • Pagina 125 1. Trek beide papierhouderhendels naar voren tot de papiergeleiders loskomen en laad vervolgens het papier. 2. Ontgrendel de vergrendelingshendels van de papiergeleider door ze naar voren te trekken. De mogelijkheden van de printer uitbreiden...
  • Pagina 126 3. Schuif de rechterpapiergeleider zodanig dat de rand gelijk komt met het merkteken op de invoereenheid en duw de hendel naar achter om de papiergeleider te vergrendelen. Stel vervolgens de linkerzijgeleider in op de breedte van het papier. merkteken 4. Plaats de middelste papiersteun centraal tussen de papiergeleiders.
  • Pagina 127 6. Plaats het papier langs de rechterpapiergeleider en pas de positie van de linkerpapiergeleider aan tot deze overeenkomt met de breedte van het papier. Plaats de papiergeleider niet te dicht tegen de stapel zodat de papierdoorvoer vlot ver- loopt. Vervolgens vergrendelt u de linkergeleider. Opmerking: Laad papier met de afdrukzijde naar boven.
  • Pagina 128 Paper Size en selecteert u Sheet Feeder Bin-1 in de lijst Paper Source. (Als u afdrukt vanuit een DOS-toepassing, selecteert u het vaknummer met de Tear Off/Bin-knop (LQ-680) of de Paper Source-knop (LQ-680Pro) op het bedieningspaneel. Als u enveloppen of briefkaarten gebruikt, selecteert u Card of Envelope op het bedieningspaneel, zoals beschreven in “Enveloppen gebruiken”...
  • Pagina 129 Papier in de supplementaire invoereenheid laden U laadt als volgt papier in de supplementaire invoereenheid. Opmerking: U kunt de supplementaire invoereenheid niet gebruiken zonder de in- voereenheid met extra grote capaciteit, hoewel in de illustraties alleen de supplementaire invoereenheid wordt getoond. 1.
  • Pagina 130 Paper Size en selecteert u Sheet Feeder Bin-2 in de lijst Paper Source. (Als u afdrukt vanuit een DOS-toepassing, selecteert u het vaknummer met de Tear Off/Bin-knop (LQ-680) of de Paper Source-knop (LQ-680Pro) op het bedieningspaneel. De invoereenheid laadt het papier wanneer u gegevens naar de printer verstuurt.
  • Pagina 131: Omschakelen Tussen De Tractor En De Invoereenheid

    Schakel als volgt om naar losse vellen die worden geladen vanaf de invoereenheid: 1. Als er nog kettingpapier in de printer zit, drukt u op de Tear Off/Bin-knop (LQ-680) of de Tear Off/Special Paper-knop (LQ-680Pro) om het papier naar de afscheurpositie te verplaatsen.
  • Pagina 132: Papier Handmatig Laden Vanaf De Papiergeleider

    4. Selecteer invoeren van losse vellen, zoals beschreven in Hoofdstuk 2, “Een papierbron selecteren” 5. Trek het verlengstuk van de papiergeleider uit, en wanneer u afdrukt op lang papier trekt u ook het verlengstuk midden in de papiergeleider uit. Papier handmatig laden vanaf de papiergeleider Met de laadfunctie voor losse vellen van de invoereenheid kunt u omschakelen naar een andere papiersoort of een ander papier- formaat zonder het papier dat reeds in de invoereenheid is gela-...
  • Pagina 133: Rolpapierhouder

    4. Verschuif de zijgeleider tot hij overeenkomt met het merkteken op de papiergeleider. 5. Plaats een vel papier langs de zijgeleider en duw dit naar binnen tot u een weerstand voelt. Laad het papier met de afdrukzijde naar boven. Na enkele seconden verplaatst de printer het papier automatisch naar de laadpositie.
  • Pagina 134 2. Draai de achterzijde van de printer naar u toe en schuif beide wieltjeseenheden en de zijgeleider helemaal naar rechts. 3. Plaats de rolpapierhouder onder de printer (zie illustratie). Plaats de twee gaten in de rolpapierhouderbasis onder de twee nokpennen op de onderzijde van de printer. Laat de printer voorzichtig zakken zodat de nokpennen in de gaten schuiven.
  • Pagina 135: Rolpapier Laden

    Rolpapier laden Om een rol papier op de rolpapierhouder te laden, volgt u deze stappen: 1. Snij het voorste stuk van het rolpapier mooi recht af. Stop de staaf van de rolpapierhouder in de papierrol. 2. Plaats de staaf en de papierrol op de rolpapierhouder. Laad de rol zodanig dat het papier wordt ingevoerd vanaf de bovenzijde van de rol en de rand van het rolpapier onder de spanstok loopt.
  • Pagina 136: Rolpapier Verwijderen

    4. Plaats het begin van het papier over de papierpadgeleider en steek het in de printer tot u een weerstand voelt. De printer laadt vervolgens het papier automatisch. Rolpapier verwijderen Rolpapier kunt u niet achterwaarts doorvoeren. Om rolpapier te verwijderen, snijdt u het papier af waar het in de printer wordt ingevoerd.
  • Pagina 137: Optionele Interfacekaarten

    U kunt een extra interfacekaart installeren als aanvulling op de ingebouwde parallelle interface van de printer wanneer u de printer in een netwerk wilt integreren. De volgende EPSON- interfacekaarten zijn geschikt voor uw printer. (Sommige inter- facekaarten zijn niet in alle landen beschikbaar.)
  • Pagina 138: Een Interfacekaart Installeren

    Een interfacekaart installeren Installeer als volgt een optionele interfacekaart. 1. Zet de printer uit. Trek de stroomkabel van de printer uit het stopcontact en koppel de interfacekabel los. 2. Verwijder de schroeven van de afdekplaat aan de achterzijde van de printer en neem de plaat weg. 3.
  • Pagina 139 Opmerking: Plaats de kaart met de onderzijde naar boven. De onderzijde is de zijde die gewoonlijk vol metalen plaatjes zit. Bewaar de afdekplaat op een veilige plaats; als u nadien de interfacekaart verwijdert, moet u de plaat terugplaatsen. Om de interfacekaart te verwijderen, gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
  • Pagina 140: Appendix B De Printer Reinigen En Vervoeren

    Appendix B De printer reinigen en vervoeren De printer reinigen........B-2 De printer vervoeren .
  • Pagina 141: De Printer Reinigen

    Gebruik geen stugge of schurende borstels. Sproei geen smeermiddelen in de printer, omdat ongeschikte olie het mechanisme kan beschadigen. Als u vermoedt dat de printer toe is aan een smeerbeurt, neemt u contact op met een EPSON-verdeler. De printer reinigen en vervoeren...
  • Pagina 142: De Printer Vervoeren

    De printer vervoeren Als u de printer moet vervoeren, verpakt u deze als volgt in de oorspronkelijke doos en het oorspronkelijke beschermmateriaal: Waarschuwing: Om de lintcartridge uit de printer te kunnen nemen, moet u de printkop met de hand verplaatsen. Als de printer pas nog werd gebruikt, kan de printkop heet zijn.
  • Pagina 143: Appendix C Specificaties

    Lijst met commando's ........C-13 EPSON ESC/P2-besturingscodes ..... C-13 IBM 2390 Plus-emulatie besturingscodes .
  • Pagina 144: Printerspecificaties

    Printerspecificaties Mechanische specificaties Afdrukmethode: 24-naalds impact dot-matrixprinter Afdruksnelheid: High-speed draft 413 cps (characters per second) bij 10 cpi (characters per inch) Draft 310 cps bij 10 cpi 372 cps bij 12 cpi 465 cps bij 15 cpi Draft condensed 264 cps bij 17 cpi 310 cps bij 20 cpi 103 cps bij 10 cpi 124 cps bij 12 cpi...
  • Pagina 145 Circa 55 dB (A) (ISO 7779-patroon) Afmetingen en Hoogte 230 mm gewicht: Breedte 497 mm Diepte 387 mm Gewicht LQ-680 circa 9,0 kg LQ-680Pro circa 9,4 kg Lint: Zwarte lintcartridge (S015016) Levensduur lint: 2 miljoen tekens (LQ, 10 cpi, 48 punten/teken)
  • Pagina 146: Elektronische Specificaties

    10.5, 8-32 pt (stappen van 2 pt) EPSON Roman T 10.5, 8-32 pt (stappen van 2 pt) EPSON Sans Serif H 10.5, 8-32 pt (stappen van 2 pt) Barcodelettertypen EAN-13, EAN-8, Interleaved 2 of 5, UPC-A, UPC-E, Code 39, Code 128, POSTNET...
  • Pagina 147 Tekentabellen: 1 tabel met cursieve tekens en 12 met grafische tekens: Tabel cursieve tekens, PC 437 (US, Standard Europe), PC 850 (Multilingual), PC 860 (Portuguese), PC 861 (Icelandic), PC 865 (Nordic), PC 863 (French-Canadian), BRASCII, Abicomp, ISO Latin 1, Roman 8, PC 858, ISO 8859-15 In bepaalde landen zijn eveneens de vol- gende 23 tabellen met grafische tekens beschikbaar:...
  • Pagina 148: Elektrische Specificaties

    Elektrische specificaties 220 tot 240 V-model Ingangsstroom 198 tot 264 V Nominale frequentie 50 Hz tot 60 Hz Ingangsfrequentie 49,5 Hz tot 60,5 Hz Maximale stroomsterkte 0,5 A (maximaal 1,4 A afhankelijk van het teken) Stroomverbruik Circa 42 W (ISO/IEC 10561 letterpatroon) Opmerking: Het voltage van de printer staat aangegeven op het etiket op de...
  • Pagina 149 Gewone losse vellen: voorinvoer en invoereenheid Breedte Voorzijde: 90 tot 304,8 mm Invoereenheden: 100 tot 297 mm Lengte Voorzijde: 70 tot 420 mm Invoereenheid met extra grote capaciteit: 70 tot 420 mm Supplementaire toevoereenheid: 210 tot 420 mm Dikte Voorzijde: 0,065 tot 0,19 mm Invoereenheden: 0,065 tot 0,12 mm...
  • Pagina 150 Kopieën 1 origineel + maximaal 5 kopieën Dikte 0,12 tot 0,46 mm Gewicht 40 tot 58 gr/m² Ingebonden originelen Voorzijde: Lijmrand aan bovenzijde of zijkant van formulier Invoereenheid met extra grote capaciteit: Lijmrand aan bovenzijde van formulier Enveloppen: voorinvoer en invoer via invoereenheid met extra grote capaciteit No.
  • Pagina 151 Kettingpapier (standaard en doorslagformulieren): achterinvoer Breedte 101,6 tot 304,8 mm Lengte (één pagina) 76,2 tot 558,8 mm Kopieën 1 origineel + maximaal 5 kopieën Dikte Afdrukgebied 0,065 tot 0,46 mm Lijmgebied maximaal 0,9 mm Gewicht 52 tot 128 gr/m² (niet meerbladig) Gewicht 40 tot 58 gr/m²...
  • Pagina 152: Afdrukgebied

    Dikte Afdrukgebied 0,065 tot 0,46 mm overlappend maximaal 0,70 mm gebied Andere afmetingen Zie hieronder Etiketten: achterinvoer 23,8 × 63,5 mm minimum Formaat etiketten 2,5 mm radius, minimum Breedte steunvel 101,6 tot 304,8 mm Lengte steunvel 76,2 tot 558,8 mm (één pagina) Dikte steunvel 0,07 tot 0,09 mm...
  • Pagina 153 De minimale bovenmarge is 0 mm. Voor enveloppen en briefkaarten die vanaf de invoereenheid worden geladen, is dit 4,2 mm. De minimum linker- en rechtermarge is 3,0 mm. De maximale afdrukbreedte is 269,2 mm. Voor losse vellen breder dan 275,2 mm vergroten de zijmar- ges evenredig met de breedte van het papier.
  • Pagina 154: Veiligheidsverklaringen

    Kettingpapier met overlappende doorslagformulieren: afdrukgebied De minimale bovenmarge vanaf de perforatie tot aan het afdrukgebied is 21,2 mm. De minimum linker- en rechtermarge is 19 mm. De maximale afdrukbreedte is 266,8 mm. De minimale ondermarge vanaf de perforatie tot aan het afdrukgebied is 4,2 mm.
  • Pagina 155: Ce-Keurmerk

    EN 61000-3-3 EN 50082-1 EN 55024 Lijst met commando's Uw printer biedt ondersteuning voor de volgende EPSON ESC/P2- besturingscodes en IBM 2390 Plus-emulatie besturingscodes. EPSON ESC/P2-besturingscodes Wanneer u een EPSON ESC/P2-printer selecteert in uw toepas- sing hebt u toegang tot geavanceerde lettertypen en grafische elementen.
  • Pagina 156: Bit-Afbeelding

    Fontoptimalisering: ESC W, DC4, SO, DC2, SI, ESC w, ESC G, ESC H, ESC T, ESC S, ESC -, ESC (-, ESC q Spatiëring: ESC Space, ESC c, ESC (U Tekenbewerking: ESC t, ESC (t, ESC R, ESC %, ESC &, ESC :, ESC 6, ESC 7, ESC (^ Bit-afbeelding: ESC * Streepjescode:...
  • Pagina 157 Fontoptimalisering: DC4, SO, ESC SO, ESC W, ESC [ @, SI, ESC SI, ESC G, ESC H, ESC T, ESC S, ESC -, ESC _, ESC [- Spatiëring: BS, SP, ESC [ \ Tekenbewerking: ESC 6, ESC 7, ESC [ T, ESC ^, ESC \ Bit-afbeelding: ESC K, ESC L, ESC Y, ESC Z, ESC [g, ESC * (AGM*) * Alternate Graphic Mode...
  • Pagina 158: Contact Opnemen Met De Klantendienst

    Appendix D Contact opnemen met de klantendienst Als uw EPSON-product niet goed functioneert en het u niet lukt het probleem te verhelpen met de informatie over probleemop- lossing in de documentatie van het product, kunt u contact opne- men met de EPSON-klantendienst.
  • Pagina 159: Verklarende Woordenlijst

    (automatische regeldoorvoer) Als u deze optie inschakelt in de standaardinstellingenmodus of het hulppro- gramma EPSON Remote!, voegt de printer automatisch een regelinvoerinstructie (LF) toe aan elke regelterugloopinstructie (CR). besturingscodes Een speciale code waarmee een functie van de printer wordt aangestuurd (bv.
  • Pagina 160 ESC/P Afkorting van EPSON Standard Code for Printers, een opdrachtensysteem voor het aansturen van printers. Dit systeem wordt standaard op alle EPSON-printers gebruikt en wordt ondersteund door vrijwel alle op pc’s draaiende toepassingen. ESC/P2 De verbeterde versie van de ESC/P-printerbesturingstaal.
  • Pagina 161 Afdrukroutine waarbij de printkop in één richting afdrukt. Unidirectioneel afdrukken is vooral geschikt voor afbeeldingen, omdat de verticale uitlijning zeer nauwkeurig is. Unidirectioneel afdrukken kunt u instellen in de standaardinstel- lingenmodus of het hulpprogramma EPSON Remote!. Zie ook bidirectioneel afdrukken. zelftest Een test om de werking van de printer te controleren.
  • Pagina 162 (Bi-d) EPSON Remote!, hulpprogramma, Zie Print direction 1-13, 3-2, 3-19 tot 3-20 afscheurfunctie, 2-14 tot 2-17 EPSON Status Monitor 3, Auto CR (regelterugloop), 4-7 hulpprogramma, 1-13, 3-2, Auto I/F (interface) wait time, 4-7 3-20 tot 3-23...
  • Pagina 163 instellen afdrukpositie, 2-34 Manual feed wait time, 4-8 afscheurpositie, 2-32 tot 2-33 laadpositie, 2-30 tot 2-32 papierdikte, 2-6 tot 2-7 interfacekaarten, A-19 tot A-21 omschakelen tussen kettingpapier en International character set for Italic losse vellen, 2-28 tot 2-29, table, 4-8 A-13 tot A-14 internationale tekensets, C-5 optionele onderdelen...
  • Pagina 164 4-3 tot 4-4 vanuit Windows NT 3.5x, 3- wijzigen, 4-9 tot 4-10 14 tot 3-16 Status Monitor 3, hulpprogramma. printersoftware, installeren, 1-13 tot Zie EPSON Status Monitor 3, 1-18 hulpprogramma probleemoplossing problemen met de afdrukpositie, 5-10 Tear Off/Bin, knop, 2-15, 2-20, 2-27,...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lq-680pro

Inhoudsopgave