Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
U moet de bandenspanning om de 8 bedrijfsuren of
dagelijks controleren om er zeker van te zijn dat deze
correct is. Breng de banden op een spanning van
124 kPa. Controleer de banden ook op slijtage of schade.
De wielen/banden controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8
bedrijfsuren—Wielmoeren
aandraaien.
Om de 100 bedrijfsu-
ren—Wielmoeren aandraaien.
Om de 100 bedrijfsuren—Conditie en
afslijting van de banden controleren.
Draai de bouten van de voorwielen vast met een torsie
van 75-102 Nm en de moeren van de achterwielen met
een torsie van 102-122 Nm.
Ongelukken tijdens werkzaamheden, zoals een botsing
tegen een trottoirband, kunnen een band of een velg
beschadigen en tevens de wieluitlijning verstoren.
Daarom moet u na een ongeluk de conditie van de
banden controleren.
Olie van planeetwieloverbren-
ging verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Ververs de olie van de planeetwieloverbrenging in beide
achterwielen na de eerste 8 bedrijfsuren en daarna om
de 400 bedrijfsuren.
Gebruik hoogwaardige SAE 85W-140 tandwielolie.
1. Parkeer de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak met de achterwielen zodanig geplaatst dat
de olie kan worden afgetapt, zoals wordt getoond
in Figuur 46.
1. Aftappluggen, in de stand om olie af te tappen
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit,
zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
3. Plaats een opvangbak onder de aftappluggen en
verwijder deze uit het wiel (Figuur 46).
4. Plaats een opvangbak onder de binnenste aftapplug
en verwijder deze (Figuur 47).
1
1. Binnenste aftapplug
5. Beweeg de machine langzaam totdat het wiel in de
stand staat, waarin het met olie kan worden gevuld,
zoals wordt getoond in Figuur 48
46
Figuur 46
G002246
Figuur 47