1. Laat machine rijden totdat deze de gewenste
snelheid heeft bereikt; zie Rijden met de
spuitmachine.
2. Druk op de bovenkant van de cruise
control-schakelaar.
Opmerking: Het lampje op de schakelaar gaat
branden.
3. Haal uw voet van het tractiepedaal.
Opmerking: De spuitmachine zal blijven rijden
met de snelheid die u heeft ingesteld.
4. Om de cruise control uit te schakelen, moet u uw
voet op het tractiepedaal zetten en op de onderkant
van de cruise control-schakelaar drukken of uw
voet van het tractiepedaal halen en het rempedaal
intrappen.
Opmerking: Het lampje op de schakelaar dooft
en u kunt het tractiepedaal weer gebruiken.
Motor afzetten
1. Trap het rempedaal in om de machine te stoppen.
2. Zet alle bedieningsorganen in de neutraalstand.
3. Stel de parkeerrem in werking.
4. Zet de gashendel op stationair.
5. Draai het contactsleuteltje op Uit.
6. Verwijder het sleuteltje uit het contact om te
voorkomen dat iemand per ongeluk de motor start.
Nieuwe machine inrijden
Om ervoor te zorgen dat de spuitmachine goede
prestaties levert en een lange levensduur heeft, moet u
de eerste 100 bedrijfsuren de volgende richtlijnen in
acht nemen:
• Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
en de motorolie en let op tekenen die erop wijzen
dat een onderdeel van de machine oververhit raakt.
• Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden warm laten worden, voordat u optrekt.
• Tijdens de eerste uren van de inrijperiode voor
een nieuwe machine moet u krachtig remmen
vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na
enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de
remmen dan als gevolg van het gebruik zijn gepolijst
(ingereden).
• Laat de motor niet 'razen'.
• Varieer de snelheid van de machine tijdens het
gebruik. Vermijd snel starten en stoppen.
• Zie hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere
controles op rustige momenten.
Instelling van de spuitbomen tot
niveau
De volgende procedure kan worden gebruikt voor het
instellen van de harde stops op het midden om linker-
en rechterspuitboom op hetzelfde niveau te houden.
1. Draai op de bestuurderspositie de contactsleutel
naar Aan om het systeem te activeren.
2. Verplaats de spuitbomen zodanig dat ze op
bodemniveau liggen.
3. Verwijder de sleutel en verlaat de bestuurderspositie.
4. Stel bij het scharnier de stand van de bumpers
in zodat de spuitboom niet verder kan dan
bodemniveau. Zorg dat de bumper op hetzelfde
niveau is.
5. Draai de bout en de moer vast om de bumpers
vast te zetten in de ingestelde stand. Draai
de wielbevestigingen vast met een torsie van
183-223 Nm.
Opmerking: De bumper kan in de loop van de
tijd enige compressie vertonen. Als de spuitbomen
beneden het niveau komen moet deze procedure
worden gebruikt om de bumper weer in de vereiste
stand in te stellen.
Bediening en gebruik van de
spuitmachine
Op de spuitmachine te gebruiken, moet u eerst de
spuittank vullen. Vervolgens spuit u de oplossing op
het werkgebied en als u daarmee klaar bent, reinigt u
de tank. Het is belangrijk dat u deze drie stappen vlak
na elkaar uitvoert om schade aan de spuitmachine te
voorkomen. Zo kunt u beter chemische stoffen niet 's
avonds in de tank gieten en mengen en pas de volgende
ochtend gaan spuiten. Hierdoor bestaat de kans dat de
chemische stoffen worden gescheiden, hetgeen schade
kan toebrengen aan de onderdelen van de spuitmachine.
24