Samenvatting van Inhoud voor Toro Groundsmaster 5910-D
Pagina 1
Form No. 3360-294 Rev D Groundsmaster ® 5900/5910-D tractie-unit Modelnr.: 31598—Serienr.: 280000001 en hoger Modelnr.: 31599—Serienr.: 280000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u Vertaling van de oorspronkelijke naar www.Toro.com. tekst (NL)
U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren.
Veiligheid Vonkenvanger/geluiddemper onderhoudsbeurt geven........67 Reinigen van de luchtfilters in de cabine....68 Deze machine voldoet minstens aan CEN-norm De airconditioning-spoel reinigen....... 68 EN 836:1997, ISO-norm 5395:1990 en de B71.4-2004 Stalling ............... 69 specificaties van het American National Standards Voorbereidingen voor winterstalling ....
◊ te snel rijden, behoren werken. Gebruik de machine uitsluitend als deze naar behoren werkt. ◊ onjuist gebruik van de rem, ◊ het type machine is niet geschikt voor het Gebruiksaanwijzing specifieke werk, • Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte lopen, ◊...
met te hoog toerental laten draaien kan de kans op hij op een openbare weg rijdt, behalve waar dat door lichamelijk letsel vergroten. de wet is verboden. • Voordat u de bestuurdersplaats verlaat: Onderhoud en opslag – stop de machine op een horizontaal oppervlak. •...
• Verwijder de rolbeugel nooit uit de machine. De volgende lijst bevat veiligheidsinstructies die specifiek • Draag altijd de veiligheidsgordel wanneer u de zijn toegesneden op Toro of andere veiligheidsinstructies machine bedient. die niet zijn opgenomen in de CEN-, ISO- of ANSI-normen.
• Schakel de maaimessen uit als de machine niet maait. Deze unit heeft een maximum geluidsdrukniveau in het oor van de bestuurder van 92 dBA voor de • Raadpleeg Toro voor gebruiksomgevingen met een Groundsmaster 5900 en 91 dBA voor de Groundsmaster temperatuur hoger dan 43° C.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 114-0846 1. Lees de Gebruikershandleiding; zet om de motor te starten het tractiepedaal in de neutraalstand, trap de rem in, zet de gasschakelaar op laag stationair en draai de contactsleutel naar Preheat (voorverwarmen).
Pagina 11
114-0847 1. Lees de Gebruikershandleiding. 115-5459 1. Gevaar voor elektrische shock - verwijder de kap niet; houd de kap op zijn plaats. 114-0133 1. Koplampen 7. Stromingsverdeler - inschakelen 2. Aan 8. Stromingsverdeler - 106-6754 uitschakelen 3. Uit 9. Maaidekken omlaag 1.
Pagina 12
93-7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115–149 Nm. 110-6007 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 93-7275 1. Lees de Gebruikershandleiding. 2. Geen hulpstartknoppen gebruiken 114-0163 1.
Pagina 13
114-0922 114-4883 114-0922 1. Geleiding van drijfriem 1. Geleiding van drijfriem 106-6753 114-0974 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen - Houd omstanders 1. Geleiding van drijfriem op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes - Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
Pagina 14
93-6674 1. Het risico bestaat dat uw hand wordt verbrijzeld - Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 114-0864 1. Maaihoogte-instelling 93-6687 1. Niet hierop stappen. 114-0865 1. Maaihoogte-instelling 106-6755 3. Waarschuwing – Raak het 1. Motorkoelvloeistof onder druk.
Pagina 15
115-5489 (Uitsluitend model 31599) 1. Waarschuwing - als de ramen van de cabine openstaan moet u gehoorbescherming dragen. 2. Sluit het achterste raam voordat u probeert om de motorkap te openen. Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoeveel- Procedure Omschrijving Gebruik heid Verwijder het verpakkingsmateriaal van – Geen onderdelen vereist het zij-maaidek Kap maaidek rechts Breng de winglets van het voorste Kap maaidek links maaidek omlaag V-riem Stel het voorste middelste maaidek...
Verwijder het verpakkingsma- teriaal van het zij-maaidek Geen onderdelen vereist Procedure Verwijder het verpakkingsmateriaal dat de zij-maaidekken beschermt tijdens het vervoer. Winglets voor het onderste Figuur 3 voormaaidek 1. Winglet 4. Excentriek 2. Scharnierpen 5. Bovenste opening 3. Aanslagbout 6. Maaidekbevestigingen Benodigde onderdelen voor deze stap: 4.
8. Installeer de maaidekkap en zet deze vast met een rubberen vergrendeling (Figuur 6). Opmerking: Schuif de kap onder de lipjes van het voorste middenmaaidek voordat u dit op de montagehaken en stang plaatst. 9. Herhaal de procedure op de andere winglet. Figuur 4 1.
de voor- en achterzijde op dezelfde hoogte zijn. ongeveer 3 mm hoger is dan de gewenst maaihoogte Draai de contramoeren vast. (Figuur 7). 6. Ga verder met procedure 4 en breng de Opmerking: Er is een inkeping op de zeskantige wingletmaaidekken op dezelfde hoogte als het excentriek die zich op 180°...
Algemeen overzicht van de machine Bedieningsorganen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Figuur 9 Deze machine stelt de bestuurder bloot aan geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij langdurige blootstelling kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
Pagina 21
Variabele gasklepschakelaar te activeren om het rechtsafsignaal te activeren. De middelste positie is de Uit-stand. De variabele gasklepschakelaar (Figuur 11) maakt het mogelijk dat de motorsnelheid wordt ingesteld in kleine Hi–Lo-toerenregelaar stappen. Druk 1x op de '+' om de motorsnelheid te verhogen en 1x op de '-' om de motorsnelheid te Druk op de voorzijde van de schakelaar (Figuur 10) verlagen.
Pagina 22
Aansluitpunt Het aansluitpunt, naast de console op de zijkant van het aansluitcentrum, wordt gebruikt voor het aansluiten van optionele elektrische accessoires (Figuur 11). Stoelinstellingen Gewichtsmeter De meter voor de instelling van het gewicht geeft aan wanneer de stoel is ingesteld naar het gewicht van de bestuurder (Figuur 12).
Pagina 23
Instelknop armlegger stoel te laten staan. Druk de vergrendeling uit en omlaag om de voorruit te sluiten en vast te zetten. Draai aan de knop om de hoek van de armlegger van de stoel te verstellen (Figuur 12). Cabineknoppen Uitsluitend model 31599 Schakelaar voor wissen voorruit Druk op de voorzijde van de schakelaar om de voorruitenwissers te activeren (Figuur 13) en op de...
Pagina 24
Linkerbenedenhoek - accuvoltage Rechterbenedenhoek - onderhoud noodzakelijk Indicator van de koelvloeistoftempera- tuur van de motor Deze weergave geeft de temperatuur van de motorkoelvloeistof aan (Figuur 16). Parkeerremindicator De display geeft aan de parkeerrem is aangedreven (Figuur 16). Aftakas-indicator Deze display geeft aan (Figuur 16) wanneer de aftakas is geactiveerd.
Pagina 25
Figuur 16 Figuur 17 1. Motorkoelvloeistoftemperatuur-indicator 1. Tachometer 3. Accu-voltage 2. Brandstof-indicator 2. Temperatuur van de 4. Onderhoud noodzakelijk 3. Aftakasindicator hydraulische olie 4. Luchtinlaatverwarmings-indicator 5. Parkeerrem-indicator 6. Ventilator in de achteruitstand indicator 7. Tractiehulpindicator Tachometer 8. Cruise Control indicator 9.
Pagina 26
Maaidek Controleer de motor - Als de bestuurder een 'Controleer de motor'-indicatie krijgt voor een Onderste maaidekken onderhoudsstoring, moet de bestuurder de machine zo snel mogelijk naar een servicecentrum brengen. Maaidek omlaag brengen 1. Bestuurder moet zitten 2. Kies het lage bereik 3.
5. Motor loopt 6. Moet zitten of parkeerrem inschakelen 7. Contactsleutel uit, dan aan 8. Wachten Op teach (tractiepedaalkalibratie) Contactsleutel uit, dan aan Voor tractie 1. Verhelp cruciale sensorstoring 2. Verhelp cruciale voltagestoring 3. Rij vooruit 4. Tractiepedaal naar neutraal zetten 5.
Gebruiksaanwijzing Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen boven -7°C zal bijdragen aan een langere levensduur van de pomp dan bij gebruik van winterdieselbrandstof. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de Belangrijk: Gebruik geen kerosine of benzine machine.
• Zet brandstofvaten altijd op de grond en uit de buurt van de machine voordat u de tank bijvult. • Brandstofvaten niet in een voertuig of vrachtwagen of op aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof beplating het vat kunnen isoleren en de afvoer van statische lading kunnen bemoeilijken.
Om de 250 bedrijfsuren Indien de wielmoeren niet steeds zijn aangedraaid met de correcte torsie, kan dit leiden tot defecten of verlies van het wiel, waardoor lichamelijk letsel kan worden veroorzaakt. Draai de voor- en de achterwielmoeren na Figuur 22 10 uur gebruik naar 95 tot 122 Nm.
Pagina 32
Figuur 25 Opmerking: Verplaats bij het maaien met Figuur 23 maaihoogten van 51 mm de slips, wielen en rollen 1. Klemkapje 4. Montage-opening naar de grootste openingen. bovenste as 5. Zwenkwiel 2. Afstandsstukken (4) 7. Verwijder om maaihoogteinstellingen van 102 3.
Figuur 27 Opmerking: Als de machine wordt gebruikt bij Figuur 28 een maaihoogte van 64 mm of hoger, moet de asbout worden geplaatst in de onderste opening van 1. Klemkapje 4. Montage-opening bovenste as het zwenkwielvork om te voorkomen dat er zich 5.
2. Verwijder de flensbout en de moeren van elke glijder (Figuur 29). 3. Zet de glijders in de gewenste stand en zet ze vast met de flensbouten en de moeren. Opmerking: Gebruik uitsluitend de bovenste of middelste openingen om de glijders af te stellen. De onderste openingen worden gebruikt als de glijders op een maaidek worden omgewisseld, waarbij zij de bovenste openingen op de andere kant van het...
Pagina 35
6. Maai het gras in een testgebied om te controleren of voorste maaidek, moet u een opvulstuk (3 mm) alle maaidekken op dezelfde hoogte maaien. verwijderen uit het onderste deel van het voorste binnenste zwenkwiel op het zijmaaidek (Figuur 32 7.
Zijspiegels Laat terwijl u in de stoel zit iemand anders de zijspiegels instellen (Figuur 34) om het beste zicht aan de zijkanten van de machine te verkrijgen. Figuur 32 1. Klemkapje 4. Montage-opening bovenste as Figuur 34 5. Zwenkwiel 2. Afstandsstukken (4) 3.
raken. Als de motor na 30 seconden niet wil draaien, is er een defect in het interlocksysteem dat starten, moet u het sleuteltje naar de stand moet worden verholpen voordat u de machine gaat Uit draaien, de bedieningsorganen opnieuw gebruiken. controleren, nog eens 2 seconden wachten en 3.
(slang onderdeelnr. 95-8843, koppelingfitting nr. 95-0985 [2 stuks], en hydraulische fitting nr. 340-77 [2 stuks]) aan op de testaansluiting voor de achterwaartse tractiedruk (Figuur 35 en Figuur 36) en de aansluiting voor de druk van de vierwielaandrijving voor de achteruitstand (Figuur 36).
Gebruikseigenschappen Oefen u in het rijden met de machine, omdat deze machine een hydrostatische transmissie heeft en de eigenschappen ervan anders zijn dan die van veel gazonmachines. Een aantal punten waarop u moet letten bij het gebruik van de tractie-eenheid, het maaidek en andere werktuigen, zijn de transmissie, het motortoerental, de belasting van de maaimessen of andere onderdelen van werktuigen en het belang van...
vastzit. Rij langzaam en maak geen scherpe bochten vuil van het achterscherm te blazen. Een reverse-cyclus om omkantelen te voorkomen. Om beter in balans te wordt automatisch gestart als de koelvloeistof of de kunnen blijven tijdens het sturen, moet het maaidek hydraulische temperatuur een bepaalde waarde bereikt zijn neergelaten tijdens het afdalen.
Maai met correcte tussenpozen In de meeste normale condities moet u ongeveer om de 4–5 dagen uw gazon maaien. Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om dezelfde maaihoogte aan te houden, iets wat wij sterk aanbevelen, moet u daarom in het vroege voorjaar vaker maaien en als het gras midden in de zomer minder snel groeit, moet u slechts om de 8–10 dagen...
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • Wielmoeren aandraaien. • Spanning van de riem van de wisselstroomdynamo controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Spanning van de compressorriem controleren. •...
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Procedures voorafgaande aan onderhoud...
Smering De smeerpunten en de hoeveelheden zijn: Tractie-eenheid Lagers en lagerbussen smeren • Impact-armen (2) (Figuur 46) Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks • Draaipunten hefcilinder voorste maaidek (2) Om de 50 bedrijfsuren (Figuur 46) De machine is voorzien van smeerpunten die regelmatig •...
Pagina 45
Figuur 48 Figuur 50 Voorste hefmechanismen • Lagerbussen van hefarm (2) (Figuur 51) • Kogelverbindingen van hefarm (2) (Figuur 51) • Draaipunten hefcilinder voorste maaidek (2) (Figuur 51) Figuur 49 Voorste maaidek • Lagerbussen van as van zwenkwielvork (2) (Figuur 50) •...
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter • Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of losse slangklemmen. • Geef het luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt als de onderhoudsindicator dit aangeeft.
• Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -18°C) • Alternatieve olie: SAE 10W-30 (onder de -5°C) Belangrijk: Probeer nooit een veiligheidsfilter Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij uw dealer te reinigen (Figuur 55). Plaats steeds een met een viscositeit van 15W-40 of 10W-30. Zie de nieuw veiligheidsfilter als het voorfilter drie onderdelencatalogus voor de onderdeelnummers.
Figuur 58 1. Aftapplug motorolie 2. Verwijder het oliefilter (Figuur 56). Smeer een dun Figuur 56 laagje schone olie op de nieuwe filterpakking voordat 1. Oliefilter 2. Peilstok u deze vastschroeft. Niet te vast draaien. 3. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil 3.
Onderhoud van de Onderhoud waterafscheider brandstofsysteem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Waterafscheider aftappen Onderhoud van Om de 500 bedrijfsuren—Vervang brandstofsysteem het brandstof/waterscheider element. Waterafscheider aftappen 1. Plaats een schone opvangbak onder het In bepaalde omstandigheden zijn brandstoffilter (Figuur 59). dieselbrandstof en brandstofdampen 2.
Onderhoud elektrisch 8. Draai de bak op het nieuwe element en draai ze dan beide op de filterkop; doe dit alleen met de hand. U systeem mag geen gereedschap gebruiken. 9. Plaats de aftapplug terug. Opmerking: Zorg dat de sleutel in de Uit-stand staat 10.
Figuur 65 Figuur 63 1. Energiecentrumconsole 2. Knop Figuur 66 1. Zekeringdoos cabine 2. Zekeringen Accu-onderhoud Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Waarschuwing CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken.
Omspoelen met schoon water. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet instellen (Toro onderdeelnr. 505-47) of vaseline op de accupolen en de kabelklemmen om corrosie te voorkomen. De hoek van het tractiepedaal kan worden aangepast aan de wensen van de bestuurder.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en zet het wiel zo, dat de controle-/aftapplug (Figuur 70) in de laagste stand staat. Figuur 68 1. Controle-/aftapplug (op 3 uur) Figuur 70 2. Verwijder de controleplug van de planeetwielaandrijving (Figuur 68) en van de 1.
Onderhoud koelsysteem Als u hete, onder druk staande koelvloeistof over u heen krijgt of in aanraking met een hete radiateur of omliggende delen komt, kunt u ernstige brandwonden oplopen. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor heet is. Laat de motor minstens 15 minuten afkoelen of wacht totdat de radiateurdop zover is afgekoeld dat u deze kunt aanraken zonder uw hand te branden.
2. Draai de vergrendelingen (Figuur 73) waarmee de oliekoeler is bevestigd aan het frame. Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof (die onder druk staat) ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Verwijder de radiateurdop nooit als de motor loopt.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen Onderhoud van de riem van de De serviceremmen afstellen wisselstroomdynamo Stel de serviceremmen af als de rempedalen meer dan 25 mm 'speling' hebben of als de remmen niet naar Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren behoren functioneren. Met speling wordt de afstand Om de 1000 bedrijfsuren bedoeld die het rempedaal wordt ingetrapt voordat er Zie ook de Motorbedieningshandleiding bij de machine...
bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen. Tekenen dat een riem aan het slijten is zijn: gieren tijdens het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens het maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u deze zaken constateert. Voorste maaidek 1.
Andere vloeistoffen: Als de hydraulische vloeistof van 4. Verwijder de oude riem van de aspoelies en de Toro niet beschikbaar is, kunt u andere vloeistoffen spanpoelie. gebruiken mits deze voldoen aan alle volgende 5. Leg de nieuwe riem rond de aspoelies en de materiaaleigenschappen en industriespecificaties.
Toro dealer, onderdeelnr. 44-2500. Opmerking: Als de omgevingstemperaturen hoger zijn 43° C moet u contact opnemen met Toro voor vloeistofaanbevelingen. 1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de maaidekken neer, zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
Figuur 86 1. Hydraulisch filter 3. Aftapplug van hydraulisch reservoir 2. Hydraulisch filter Figuur 84 4. Reinig de omgeving van de plaats waar het filter wordt gemonteerd. Plaats een opvangbak onder het filter en verwijder het filter (Figuur 86). 5. Smeer de nieuwe filterpakking en vul het filter met hydraulische vloeistof.
Testpoorten van het hydraulische systeem De testpoorten worden gebruikt om de druk in de hydraulische circuits te testen. Neem contact op met uw plaatselijke Toro-dealer als u hulp nodig heeft, of raadpleeg de Onderhoudshandleiding. Figuur 87 1. Demper 2. Bevestigingsclip 3.
De schuinstand van het maaidek is het verschil in de maaihoogte van de voorkant van het mesvlak tot de achterkant van het mesvlak. Toro adviseert een schuinstand van 7,6 mm. Dit wil zeggen dat de achterkant van het mesvlak 7,6 mm hoger is dan de voorkant.
Opmerking: Draai de maaihoogtemoeren even los of vast zodat het maaidek op hetzelfde niveau blijft. 6. Stel de andere moeren af om de achterkant van het maaidek hoger of lager te zetten en een correcte schuinstand te verkrijgen. 7. Draai de contramoeren vast. Figuur 92 1.
2. Verwijder het lager uit de wielnaaf en laat het lager eruit vallen (Figuur 94). Verwijder het lager vanaf de andere kant van de wielnaaf. 3. Controleer de lagers, het afstandsstuk en de binnenkant van de wielnaaf op slijtage. Beschadigde delen vervangen.
Een mes moet worden vervangen als u vast voorwerp product vervallen. heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is. Gebruik ter vervanging altijd originele Toro messen • Controleer op gezette tijden het maaimes op zodat u zeker bent van een veilig gebruik en optimale slijtage of beschadigingen.
snijrand. Zowel de snijranden als de vleugel – dat is het deel dat naar boven steekt tegenover de snijrand – zorgen ervoor dat het mes een goede maaikwaliteit Als het mes gaat slijten, kan er een groef levert. De vleugel is belangrijk omdat dit het gras ontstaan tussen de vleugel en het platte deel rechtop zet zodat het gelijkmatig wordt gemaaid.
Onderhoud diversen het mes krom en moet het worden vervangen. U moet alle messen meten. 5. Controleer of het maaidek van zijkant naar zijkant Vonkenvanger/geluiddemper op hetzelfde niveau is en stel indien nodig af. onderhoudsbeurt geven 6. Plaats de drijfriemkappen terug. Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren De geluiddemper moet om de 250 bedrijfsuren worden ontkoold.
Reinigen van de luchtfilters in De airconditioning-spoel reinigen. de cabine Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren (Vervang Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren deze als ze versleten zijn of heel erg 1. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. vuil.) 2.
B. Reinig de accu, de klemmen en de polen met behulp van een staalborstel en een oplossing van zuiveringszout (natriumbicarbonaat). C. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro onderdeelnr. 505-47) of vaseline op de kabelklemmen en de accupolen om corrosie te voorkomen.
Pagina 83
RESIST OR BLOWERF AN OR/BK FREEZE SWITCH BK/W BK/W OR/BK CONDENSER F AN AIR CONDITIONER CLUTCH P05-H 56-E BK/W OR/BK BINARY SWITCH AIR CONDITIONING (PRESSURE SWITCH) P05-G 56-D WINDSHIELD WASHER PUMP SHEET 1 LINE40 LOW SPEED P11-1 HIGH SPEED P11-2 PARK WINDSHIELD WIPER W/BK...
Pagina 84
Andere landen dan de VS of Canada Kopers van Toro-producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada, moeten contact opnemen met hun Toro Distributeur (Dealer) voor de garantiebepaling die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn. Als u om een of andere reden ontevreden bent over de service van uw Distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt krijgen, verzoeken wij u contact op te nemen met de Toro-importeur.