Figuur 42
1. Ontluchtschroef brandstofinjectiepomp
8. Draai het contactsleuteltje op Aan.
Opmerking: De elektrische brandstofpomp begint
te werken. Hierbij komt er bij de ontluchtschroef
van de brandstofinjectiepomp lucht naar buiten.
9. Laat het sleuteltje op Aan staan totdat er een volle
straal brandstof bij de schroef naar buiten komt.
10. Zet de ontluchtschroef weer vast en draai het
sleuteltje op Uit.
Opmerking: Normaal gesproken zal de motor
starten nadat u het brandstofsysteem hebt ontlucht.
Indien de motor echter niet start, kan er lucht tussen
de injectiepomp en de injectors zitten; zie Injectors
ontluchten.
Injectors ontluchten
U mag deze procedure uitsluitend uitvoeren nadat u het
systeem heeft ontlucht terwijl u de motor probeert te
starten zonder dat deze aanslaat. Zie Brandstofsysteem
gebruiksklaar maken
1. Draai de leidingconnector naar spuitmond nr. 1 en
de houder los.
2. Zet de gashendel op Snel.
3. Draai het sleuteltje op Start en bekijk hoe de
brandstof om de connector stroomt. Draai het
sleuteltje op Uit wanneer u een ononderbroken straal
ziet.
4. Draai de leidingconnector goed vast.
5. Herhaal deze procedure bij de overige spuitdoppen.
Brandstof aftappen uit de
brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode aan)
Als het brandstofsysteem vervuild raakt of als u de
machine voor langere tijd wilt stallen, moet u de
brandstoftank aftappen en reinigen. Gebruik verse,
schone brandstof om de tank uit te spoelen.
1. Breng de brandstof met een sifonpomp over vanuit
de tank naar een goedgekeurd vat of blik of verwijder
de tank van de machine en giet de brandstof vanuit
de tank over in het vat of blik.
Opmerking: Als u de brandstoftank verwijdert,
moet u eerst de brandstof- en retourslangen van de
tank verwijderen.
2. Vervang het brandstoffilter, raadpleeg het gedeelte
Brandstoffilter in de tank vervangen.
3. Spoel de brandstoftank indien nodig om met verse,
schone brandstof.
4. Plaats de tank terug als u deze tijdens stap 1 hebt
verwijderd.
5. Vul de brandstoftank met verse, schone brandstof.
Onderhoud van het
brandstoffilter
De spuitmachine heeft 2 brandstoffilters: een
brandstoffilter/waterafscheider (tussen de
brandstofpomp en de carburateur) en een inline filter
(tussen de brandstoftank en de afvoerfitting van de tank).
Onderhoud van de waterafscheider
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de
waterafscheider (Figuur 43).
1. Plaats een schone opvangbak onder het
brandstoffilter.
2. Draai de aftapplug onder de filterbus los.
42