Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro Multi-Pro 5700-D Gebruikershandleiding pagina 22

Gazonspuit-machine
Verberg thumbnails Zie ook voor Multi-Pro 5700-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

De motor loopt op dieselbrandstof Nr. 2-D of 1-D
met een cetaangetal van minimaal 40.
Opmerking: Uw motor kan dieselbrandstof met een
hoger cetaangetal vereisen als u de machine gebruikt op
een grotere hoogte of bij lage temperaturen.
Biodieselklaar
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
• Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
• Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
• Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
• Gebruik bij koud weer B5 (biodieselinhoud 5%) of
mengsels met een lager percentage.
• Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die
in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op
een biodieselmengsel.
• Neem contact op met uw leverancier als u
informatie over biodiesel wenst.
Brandstoftank vullen
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 40 liter.
Opmerking: De dop van de brandstoftank is
voorzien van een meter die het brandstofpeil aangeeft;
controleer dit geregeld.
1. Plaats de spuitmachine op een horizontaal
oppervlak.
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de pomp uit,
zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
Laat de motor afkoelen.
3. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank
schoon (Figuur 17).
1. Brandstofmeter
4. Verwijder de dop van de brandstoftank.
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen
uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden of
materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette
of koude motor bijvullen. Eventueel
gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
Vul de brandstoftank tot 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de
brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg ervoor dat
de dop op zijn plaats blijft.
5. Vul de tank tot ongeveer 25 mm vanaf de bovenkant
van de tank (de onderkant van de vulbuis).
Opmerking: De ruimte in de tank geeft de
brandstof de kans om uit te zetten. Niet te vol
vullen.
6. Draai de tankdop stevig vast.
7. Neem gemorste brandstof op.
22
Figuur 17
2. Dop van brandstoftank

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

41582

Inhoudsopgave