Foutieve kalibratie
Valt het resultaat van de kalibratie
buiten de vastgestelde tolerantie‐
grenzen, verschijnt een foutmelding
„ERR" . In dat geval wordt de actuele
kalibratie niet geaccepteerd.
Controleer de voorwaarden voor de
kalibratie en verhelp de fout. Herhaal
daarna het kalibreren.
Wordt herhaald foutief gekalibreerd,
volg dan de aanwijzingen in de
gebruikershandleiding van de sensor.
Bij het kalibreren worden de aanstuuruit‐
gangen door de regelaar ingesteld op
Uitzondering: Als een basischarge of een
handmatige aanstuurgrootheid is inge‐
steld. Deze blijft actief. De mA-normsig‐
naaluitgang wordt bevroren.
Bij een succesvolle kalibratie worden alle
foutcontroles, die betrekking hebben op
de meetwaarde, opnieuw gestart. De
regelaar slaat bij een succesvolle kali‐
bratie de bepaalde gegevens voor celcon‐
stante, resp. temperatuurcoëfficiënten op.
De kalibratie van de geleidbaarheids‐
sensor kan met 3 verschillende methoden
worden uitgevoerd. Bij alle vindt indirect of
direct een aanpassing van de celcon‐
stante plaats:
Kalibratie in vergelijking met een refe‐
n
rentie-oplossing
Kalibratie in vergelijking met een refe‐
n
rentiemeting (bijv. handmeetapparaat)
Kalibratie door het invoeren van een
n
nauwkeurig bekende of bepaalde cel‐
constante
„0" .
Bedieningsmenu's
59