Functie
5. OK-toets
6. OMLAAG-toets
7. MENU-toets
8. STOP/START-toets
9. ESC-toets
10. CAL-toets
11. f-REL LED
12. P-REL LED
13. ERROR-LED
8.2
Waarden invoeren
Beschreven op basis van het voorbeeld
van het invoeren van de gewenste waarde
in het Control-menu.
※CONTROL
SET=
01.000
Afb. 18: Waarden invoeren
Beschrijving
Voor het overnemen, bevestigen of opslaan van een
getoonde waarde of toestand. Voor het bevestigen van
alarmen
Voor het verlagen van de weergegeven getalswaarde of voor
het naar onder springen in het bedieningsmenu
Oproepen van het bedieningsmenu van de regelaar
Regel- en doseerfuncties starten en stoppen
In het menu één niveau teruggaan, zonder de ingevoerde of
gewijzigde waarden te wijzigen of op te slaan.
Omschakelen van de meetgrootheden voor basisweergave.
Oproepen van het kalibratiekeuzemenu (celconstante en
temperatuurcoëfficiënt) voor het navigeren binnen het navi‐
gatiemenu
Toont de aangetrokken toestand van het f-relais
Toont de aangetrokken toestand van het P-relais
Toont de fouttoestand van de regelaar. Tegelijk volgt in de
basisweergave een tekstmelding op het LCD-display
A1634
1.
Kies met de
van de in te voeren waarde.
Ook de eenheid van de in te
voeren waarde kan worden
gekozen en gewijzigd.
2.
Het invoeren van waarden gebeurt
met de
- en
3.
: De ingevoerde waarde wordt
opgeslagen in het geheugen.
4.
: Afbreken van het invoeren van
een waarde, zonder het opslaan
van de ingestelde waarde. De oor‐
spronkelijke waarde blijft bewaard.
Bedieningsschema
-toets elke positie
-toetsen
53