4
Rijmodi en posities
Rijschakelaars gebruiken met de be-
stuurder aan boord
OPMERKING
De bedieningselementen op de rugleuning
van de stoel (9 - 11 - 13) werken NIET wan-
neer de bestuurder op het platform van de
machine staat.
Rijschakelaars gebruiken met de be-
stuurder op de grond naast de machine
A
132
C
Afbeeldingen (A) en (B) tonen de bestuurder-
spositie in beide rijrichtingen.
Verwondingsgevaar (zie de labels in C).
Bedien de rijschakelaars terwijl u met beide voeten
op de grond staat. Zorg daarbij dat zowel uw voeten
als uw lichaam op een veilige afstand zijn van de
rand van de machine, om te voorkomen dat uw voe-
ten geplet worden of dat uw lichaam door de rijdende
machine wordt geraakt.
Bij het gebruik van de bedieningselementen dient de
bestuurder naast de machine te lopen. Het is streng
verboden om de bedieningselementen te gebruiken
wanneer u zich voor of achter de machine bevindt.
OM2380
Het is in ieder geval ten strengste verboden de be-
dieningselementen te gebruiken op een andere dan
de beschreven wijze.
B
Ga op de juiste manier naast de machine
●
op de grond staan; vervolgens:
- Om met de machine te rijden in de richting
van de pijl' (10), drukt u op de toets (9).
Laat de toets los om de machine tot stil-
stand te laten komen.
- Om met de machine te rijden in de richting
van de pijl' (12), drukt u op de toets (11).
Laat de toets los om de machine tot stil-
stand te laten komen.
- Om met de machine te rijden in de richting
van de pijl' (14), drukt u op de toets (13).
Laat de toets los om de machine tot stil-
stand te laten komen.
OM2381
45878043464 NL - 11/2021 - 12
GEVAAR
Gebruik
2408