Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Still OPX 20 Oorspronkelijke Gebruiksaanwijzing pagina 105

Verberg thumbnails Zie ook voor OPX 20:
Inhoudsopgave

Advertenties

Overzicht
LET OP
Gevaar van oogirritatie! Risicogroep 2 volgens norm
IEC/EN 62471
Kijk niet rechtstreeks in de blauwe veiligheidsschijn-
werpers (Blue spot light)
(3) Flitslamp
De flitslamp verhoogt de veiligheid op de
werkplek:
Hij wordt automatisch ingeschakeld wan-
neer de machine wordt gestart en wordt ge-
bruikt.
Om de flitslamp uit te schakelen als de ma-
chine stilstaat, drukt u op de drukknop (B).
De flitslamp wordt automatisch weer inge-
schakeld wanneer met de machine wordt
gereden of als de vorken worden bewogen.
Er kan een extra flitslampfunctie op de ma-
chine worden geactiveerd:
Automatische uitschakeling van de flitslamp
enkele seconden nadat de bestuurder het
platform heeft verlaten en de machine is in-
geschakeld.
Automatische inschakeling van de flitslamp
enkele seconden nadat de bestuurder weer
op het platform heeft plaatsgenomen en de
machine is ingeschakeld.
(4 -5 - 6 - 7) Pijlen (alleen beschikbaar
op de LTX50)
De pijlen (richtingaanwijzers) geven de stuur-
richting aan. Activeren:
Pijlen aan de linkerzijde inschakelen
Wanneer de toets (C) wordt ingedrukt, licht
de drukknop op en worden de pijlen (4 e 6)
aan de linkerzijde ingeschakeld.
Pijlen aan de linkerzijde (4 e 6) uitschakelen
De pijlen worden automatisch uitgeschakeld
wanneer het stuur na het keren weer in de
neutrale stand wordt gebracht.
Als alternatief worden, wanneer er opnieuw
op de toets (C) wordt gedrukt, de drukknop
en de pijlen aan de linkerzijde uitgescha-
keld.
Pijlen aan de rechterzijde inschakelen
Wanneer de toets (D) wordt ingedrukt, licht
de drukknop op en worden de pijlen (5 e 7)
aan de rechterzijde ingeschakeld.
Pijlen aan de rechterzijde (5 e 7) uitschake-
len
De pijlen worden automatisch uitgeschakeld
wanneer het stuur na het keren weer in de
neutrale stand wordt gebracht.
Als alternatief worden, wanneer er opnieuw
op de toets (D) wordt gedrukt, de drukknop
en de pijlen aan de rechterzijde uitgescha-
keld.
De pijlen worden in de volgende gevallen au-
tomatisch ingeschakeld:
Als er een alarmmelding op de machine
aanwezig is (de pijlen worden ingeschakeld
in de intermitterende modus). Zie de para-
graaf "Problemen en oplossingen".
In de meeloopbediening, wanneer het
stuurwiel wordt gedraaid onder een hoek
die groter is dan de door de fabrikant inge-
stelde waarde. In dat geval worden de pijlen
ingeschakeld in de intermitterende modus.
De pijlen worden automatisch uitgeschakeld
wanneer het stuur wordt bewogen binnen
de toegestane hoek (circa. 10°).
Wanneer alle pijlen (waarschuwingsknipper-
lichten) (4 -5 - 6 - 7) gelijktijdig worden geacti-
veerd, is dit om te wijzen op een noodsituatie
ten gevolge van een storing of een andere
oorzaak:
Wanneer de drukknop (E) wordt ingedrukt,
worden de waarschuwingsknipperlichten in-
geschakeld. De waarschuwingsknipperlich-
ten en de drukknop (E) beginnen te knippe-
ren.
Wanneer de drukknop (E) nogmaals wordt
ingedrukt, worden de waarschuwingsknip-
perlichten uitgeschakeld. De waarschu-
wingsknipperlichten en de drukknop (E)
worden uitgeschakeld.
45878043464 NL - 11/2021 - 12
3
Opties en varianten
95

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave