Inhoudsopgave
Advertenties
Lees indien nodig extra fosforplaatjes in.
❯
De gereedheid om te lezen voor SmartScan
eindigt automatisch op alle apparaten in het
netwerk zodra alle röntgenopnames voor
gekoppelde patiënten zijn overgedragen naar
VistaSoft.
11.6
Beeldgegevens uitlezen via
het aanraakscherm van het
apparaat
Opslagfoliescanner starten
Voor het uitlezen van de beeldgegevens via het
aanraakscherm is geen computerverbinding
nodig. De beeldgegevens worden lokaal op de
USB-geheugenstick opgeslagen. Voor de over-
dracht van de beeldgegevens naar de imaging-
software moet het apparaat weer met een com-
puter worden verbonden.
Met Hulp op het touchscreen kan extra
informatie over het bedienen van het
apparaat op het touchscreen worden
opgeroepen.
Voorwaarde:
ü USB-geheugenstick in de gleuf van het appa-
raat geplaatst.
Scannen starten:
Tik op het touchscreen op
❯
Patiëntgegevens invoeren.
❯
Opname-instellingen en scanmodus selecte-
❯
ren.
Op het aanraakscherm verschijnt een anima-
tie en u wordt gevraagd om de opslagfolie
toe te voeren.
Opslagfolie pas toevoeren wanneer
de balk van de animatie groen is.
Zolang de balk van de animatie blauw
oplicht, geen verdere fosforplaatjes
plaatsen.
2144100119L14
2307V004
Opslagfolie inlezen
De lichtbeschermingshoes met fosforplaatje in
❯
het midden en recht uitgelijnd tegen de toevoe-
reenheid plaatsen. De opengescheurde kant
van de lichtbeschermingshoes wijst naar bene-
den, de niet-actieve kant van het fosforplaatje
naar de gebruiker.
Scannen.
Het fosforplaatje mag niet voor het plaatsen op
❯
de toevoereenheid uit de lichtbeschermings-
hoes worden geschoven. Het gevaar bestaat
dat beeldinformatie door omgevingslicht wordt
gewist (zie "10 Opslagfolies correct gebrui-
ken").
Controleren welke workflow actief is om
verwisseling van röntgenbeelden te ver-
mijden.
Als de SmartScan-workflow actief is,
mogen alleen fosforplaatjes worden inge-
lezen, die eerder in de imaging-software
aan een patiënt zijn toegewezen.
Als een patiënt wordt weergegeven,
mogen alleen de fosforplaatjes van de
weergegeven patiënt worden gelezen.
Als er tegelijkertijd een scanopdracht zon-
der SmartScan en een scanopdracht met
SmartScan in behandeling zijn, worden
beide opdrachten in een lijst weergege-
ven als de ScanManager actief is.
Het apparaat detecteert automatisch of
het fosforplaatje verkeerd wordt ingevoerd
(actieve kant naar de gebruiker toe) en
geeft een bijbehorende melding weer op
het touchscreen. Draai het fosforplaatje
om (de inactieve kant is naar de gebruiker
gericht) en voer deze onmiddellijk
opnieuw in.
Gebruik
NL
|
39
Advertenties
Inhoudsopgave
