Fosforplaatje uit de lichtbeschermingshoes
❯
naar beneden in het apparaat schuiven tot het
fosforplaatje automatisch naar binnen getrok-
ken wordt.
De lichtbeschermingshoes wordt door de toe-
voereenheid tegengehouden en wordt niet in het
apparaat getrokken.
Let er op dat alleen het fosforplaatje zonder licht-
beschermingshoes in het apparaat wordt
geschoven.
De beeldgegevens worden automatisch naar de
imaging-software verzonden.
Na het uitlezen wordt het fosforplaatje gewist en
valt deze in het uitvoervak.
Lege lichtbeschermingshoes verwijderen.
❯
Fosforplaatje verwijderen en voor een nieuwe
❯
röntgenbeeld voorbereiden.
2144100119L14
2307V004
11.5
Beeldgegevens uitlezen via
de computer met SmartScan
Opslagfoliescanner en software starten
Het uitlezen staat beschreven in de
imaging-software VistaSoft en VistaScan
Smart Reader.
Voor meer informatie over de bediening
van de imaging-software en VistaScan
Smart Reader verwijzen wij u naar de
betreffende handleiding.
Afhankelijk van de configuratie wordt het appa-
raat automatisch gereed gemaakt om te lezen
door de imaging-software of moet de gereedheid
handmatig via het touchscreen worden ingesteld.
Zodra het fosforplaatje is ingevoerd, wordt de
röntgenopname automatisch naar de imaging-
software overgedragen en aan de betreffende
patiënt toegewezen (zie "SmartScan" en de
handleiding van de imaging-software).
Controleer of het apparaat gereed is voor de
❯
opname. Tik op
gereed is.
Op het apparaat verschijnt een animatie en u
❯
wordt gevraagd om het fosforplaatje te plaat-
sen.
Opslagfolie pas toevoeren wanneer de
balk van de animatie groen is.
Zolang de balk van de animatie blauw
oplicht, geen verdere fosforplaatjes plaat-
sen.
Opslagfolie inlezen
Controleren welke workflow actief is om
verwisseling van röntgenbeelden te ver-
mijden.
Als de SmartScan-workflow actief is,
mogen alleen fosforplaatjes worden inge-
lezen, die eerder in de imaging-software
aan een patiënt zijn toegewezen.
Als een patiënt wordt weergegeven,
mogen alleen de fosforplaatjes van de
weergegeven patiënt worden gelezen.
Als er tegelijkertijd een scanopdracht zon-
der SmartScan en een scanopdracht met
SmartScan in behandeling zijn, worden
beide opdrachten in een lijst weergege-
ven als de ScanManager actief is.
Gebruik
als het apparaat niet
NL
|
37