Richtlijnen en verklaring van de fabrikant: elektromagnetische immuniteit
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omge-
ving. De klant of de gebruiker van het apparaat moet ervoor zorgen dat het apparaat in deze
omgeving gebruikt wordt.
Immuniteitstest
RF via geleiding
IEC 61000-4-6
RF via straling
IEC 61000-4-3
Nabije velden van
draadloze
RF-communicatie-
apparatuur
IEC 61000-4-3
BNLXS00DFUWEB / Rev.09 / 10-2018
Test-/conformiteitsniveau
IEC 60601-1-2
3 Vrms van 150 kHz tot
80 MHz
6 Vrms binnen de ISM-
banden
3 V/m van 80 MHz tot
2,7 GHz
9 V/m in de banden
710 MHz, 745 MHz,
780 MHz, 5240 MHz,
5550 MHz, 5785 MHz
27 V/m in de band
385 MHz
28 V/m in de banden
450 MHz, 810 MHz,
870 MHz, 930 MHz,
1720 MHz, 1845 MHz,
1970 MHz, 2450 MHz
Elektromagnetische omgeving: richtlijnen
Bij gebruik mag de afstand tussen draag-
bare en mobiele radiofrequente communi-
catieapparatuur en een onderdeel van de
apparatuur, waaronder de kabels, niet klei-
ner zijn dan de aanbevolen tussenruimte
op basis van de vergelijking die op de fre-
quentie van de zender van toepassing is.
Aanbevolen tussenruimte:
d = 1,2 √P
d = 1,2 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
Hierin is P het maximale nominale uit-
gangsvermogen van de zender in watt (W)
volgens de fabrikant van de zender en is d
de aanbevolen tussenruimte in meter (m).
Veldsterktes van vaste RF-zenders zoals
die door een elektromagnetisch locatieon-
a
derzoek
zijn bepaald, mogen niet lager
zijn dan het conformiteitsniveau in elk fre-
b
quentiebereik
.
In de buurt van apparatuur met daarop het
volgende symbool kan interferentie optre-
den:
45/48