Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4. Gebruik de knoppen Trip (Reis) en Reset om de gewenste
snelheidsresolutie te in te stellen.
5. Druk op de Speed (Snelheid)-knop om de snelheids- en
log-eenhedenpagina te openen.
S pe e d
6. Gebruik de knoppen Trip (Reis) en Reset om de gewenste
snelheidslogeenheden te selecteren.
7. Druk op de Speed (Snelheid)-knop om één van de huidige
snelheidspagina's te openen. Wanneer SOG-gegevens
beschikbaar zijn via SeaTalk wordt de SOG-pagina
weergegeven, wanneer er geen SOG-gegevens beschikbaar
zijn wordt wordt de kalibratiefactorpagina weergegeven.
S pe e d
S pe e d
8. Druk de knoppen Trip (Reis) en Reset tegelijk in en houd
ze ingedrukt om te schakelen tussen de kalibratiefactor- en
SOG-pagina's.
9. Wanneer de SOG-pagina is weergegeven en er is sprake van
dood tij, druk dan 3 seconden op de Reset-knop om SOG te
accepteren als de huidige snelheid.
60 5
55
3
50
10
45
15
40
20
35
25
30
10. U kunt ook, wanneer de kalibratiefactorpagina wordt
weergegeven, de knoppen Trip (Reis) of Reset gebruiken om
de kalibratiefactor in te stellen op de geschatte huidige snelheid
van uw schip.
11. Druk op de Speed (Snelheid)-knop om de temperatuureenhe-
denpagina te openen.
S pe e d
12. Druk op de Speed (Snelheid)-knop om de temperatuurkalibra-
tiepagina te openen.
S pe e d
13. Gebruik de knoppen Trip (Reis) en Reset om de unit zo in te
stellen dat de huidige watertemperatuur wordt weergegeven.
14. Druk op de Speed (Snelheid)-knop om de tijdzoemerpagina
te openen.
S pe e d
15. Gebruik de knoppen Trip (Reis) en Reset om de zoemers van
de tel- en wedstrijdtimers in en uit te schakelen.
16. Om de gebruikerskalibratiepagina's op ieder gewenst
moment te verlaten, drukt u de Depth (Diepte) en Speed
(Snelheid)-knoppen tegelijkertijd 2 seconden in.

Tussenkalibratie

Met de tussenkalibratie kunt u:
34
Trip
Re s e t
Re s e t
i50 Depth
De softwareversie
van het instrument
controleren.
De instrumentstatus
controleren en eventueel
veranderen (master of
D12444-1
repeater).
De softwareversie en -status van uw i50 Depth controleren
60 5
55
4
10
50
45
15
40
20
35
25
30
+
Alarm
Bij normaal gebruik:
D12445-1
1. Druk de knoppen Depth (Diepte) en Alarm tegelijkertijd in en
houd ze 4 seconden vast:
de softwareversie wordt weergegeven.
2. Druk de knop Depth (Diepte) in om de instrumentstatus weer
te geven.
Master (transducer aangesloten) of Repeater (geen transducer
aangesloten).
3. Om de status te wijzigen:
D12446-1
i.
Druk de knoppen Offset (Correctie) en Reset tegelijkertijd
in om modus aan te kunnen passen.
De status knippert wanneer u de modus aanpast.
ii. Druk op Offset (Correctie) of Reset om de status heen en
weer te schakelen tussen Master en Repeater.
4. Om de tussenkalibratie-instellingen op ieder gewenst moment
te verlaten, houdt u de Depth (Diepte) en Alarm-knoppen
D12447-1
tegelijkertijd 4 seconden ingedrukt.
De softwareversie en -status van uw i50 Speed controleren
60 5
55
4
10
50
45
15
40
20
35
25
30
+
Bij normaal gebruik:
D12448-1
1. Druk de knoppen Speed (Snelheid) en Trip (Reis) tegelijkertijd
in en houd ze 4 seconden vast:
De softwareversie wordt weergegeven.
2. Druk de knop Speed (Snelheid) in om de instrumentstatus weer
te geven.
Master (transducer aangesloten) of Repeater (geen transducer
D12449-1
aangesloten).
3. Druk opnieuw op de Speed (Snelheid)-knop om de
snelheidskalibratie te starten.
4. Om de tussenkalibratie-instellingen op ieder gewenst moment te
verlaten, drukt u de knoppen Speed (Snelheid) en Trip (Reis)
tegelijkertijd 4 seconden in.
Snelheidskalibratie uitvoeren – i50 Speed
Deze snelheidskalibratie omvat het uitvoeren van maximaal 2 runs
D12450-1
over een gemeten afstand, zodat een kalibratiefactor kan worden
vastgesteld en toegepast op uw unit. Iedere run bestaat uit een
traject naar buiten en een traject naar binnen, om het effect van
getijdendrift te minimaliseren bij het bepalen van de kalibratiefactor.
Doe het volgende op de 'intermediate calibration page'
(tussenkalibratiepagina):
Opmerking: Deze procedure is niet nodig wanneer de huidige
snelheid is ingesteld op SOG.
i50 Speed
i50 Tridata
De softwareversie
De softwareversie
van het instrument
van het instrument
controleren.
controleren.
De instrumentstatus
De instrumentstatus
controleren (master of
controleren en eventueel
repeater).
veranderen (master of
repeater).
Een kalibratie uitvoeren
Een kalibratie uitvoeren
over een gemeten
over een gemeten
afstand om nauwkeurige
afstand om nauwkeurige
snelheidsmetingen te
snelheidsmetingen te
garanderen.
garanderen.
Depth
Speed
D12451-1
D12452-1
i50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave