Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Kabelleiding; Kabeltypen En -Lengtes; Leiden Van Kabels; Trekontlasting - Raymarine i50 Installatie- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

4.1 Algemene kabelleiding

Kabeltypen en -lengtes

Het is belangrijk kabels te gebruiken van het juiste type en met de
juiste lengte.
• Tenzij anders aangegeven, dient u alleen standaardkabels van
het correcte type te gebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.
• Zorg dat eventuele kabels die niet van Raymarine zijn, de juiste
kwaliteit en kabeldikte hebben. Het kan bijvoorbeeld zijn dat voor
een langere loop van de voedingskabel dikkere kabels nodig zijn
om eventuele spanningsval in de kabelloop te minimaliseren.

Leiden van kabels

Kabel dienen correct geleid te worden voor optimale prestaties en
een lange levensduur.
• Buig de kabels NIET te ver door. Zorg wanneer mogelijk voor een
minimale buigdiameter van 200 mm (8 in)/minimale buigradius
van 100 mm (4 in).
200 mm (8 in)
• Bescherm alle kabels tegen fysieke schade en blootstelling aan
hitte. Gebruik waar mogelijk verbindingsstukken of kabelbuizen.
Leid kabels NIET door bilges of deuren, of dicht langs bewegende
of hete objecten.
• Zet kabels vast met tiewraps of afbindkoord. Rol eventuele extra
kabel op en zet deze elders vast.
• Gebruik een geschikte waterdichte doorvoer wanneer kabels door
een open schot of dek gevoerd worden.
• Leid kabels NIET vlak langs motoren of TL-verlichting.
Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van:
• andere apparatuur en kabels,
• hoge stroom voerende AC- en DC-voedingskabels,
• antennes.

Trekontlasting

Zorg voor een goede trekontlasting. Bescherm connectoren tegen
trekbelasting en zorg dat deze tijdens extreme omstandigheden
niet losgetrokken kunnen worden.

Kabelafscherming

Zorg dat alle datakabels correct zijn afgeschermd en dat de
kabelafscherming intact is (d.w.z. niet geschaafd doordat deze door
een nauwe ruimte getrokken is).
20
100 mm (4 in)

4.2 Overzicht verbindingen

Verbindingen worden gemaakt met behulp van de meegeleverde
SeaTalk
ng
- en transducer-kabelconnectoren aan de achterkant van
de unit.
SeaTalk
ng
-verbindingen
De unit heeft 2 x SeaTalk
ng
-connectoren aan de achterkant voor
aansluiting op een SeaTalk
ng
SeaTalk
ng
-kabels aansluiten
1. Draai de borgring aan de achterkant van de unit naar de positie
ONTGRENDELD.
2. Zorg ervoor dat de eindconnector van de spurkabel in de juiste
richting staat.
3. Steek de kabelconnector volledig in.
4. Draai de borgring met de klok mee (2 keer klikken) totdat hij
vastklikt in de stand VERGRENDELD.

Transducerverbindingen

i50 Depth-verbinding
1
3
Artikel
Kabelkleur
1
Zwart
2
Blauw
3
Afscherming
-netwerk.
Signaalnaam
Piëzo-elektrisch
keramiek -
Piëzo-elektrisch
keramiek +
0 V (afscherming)
D12056-1
D12376-1
i50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave