Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Plaats Kiezen Voor De Transducer; Algemene Vereisten Voor De Plaatsing Van Snelheids- En Dieptetransducer; Montage Van Snelheid- En Dieptetransducer - Raymarine i50 Installatie- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

5.4 Een plaats kiezen voor de transducer

Algemene vereisten voor de plaatsing van
snelheids- en dieptetransducer
Bij het kiezen van een plaats voor uw transducer dient u een aantal
factoren in overweging te nemen.
De transducer dient te worden gemonteerd in gebieden met
ongehinderde waterstroom die zijn gearceerd zijn aangegeven in de
onderstaande tekening.
1
2
3
Iedere transducer dient tevens:
• vóór de schroef/schroeven te zijn geplaatst (met een minimum
van 10% van de lengte van de waterlijn).
• op een afstand van minstens 150 mm (6 in) vanaf de kiel (idealiter
vóór de kiel van een zeiljacht).
• zo dicht mogelijk bij de middenlijn van het schip.
• uit de buurt van andere voorwerpen of uitsteeksels die door de
romp heen zijn gemonteerd.
• voldoende vrije ruimte te hebben binnenin de romp om de moer
te bevestigen.
• een minimale vrije ruimte te hebben aan de bovenkant van 100
mm (4 in) om hem terug te kunnen trekken.
Opmerking: Naast de bovengenoemde vereisten dient de
transducer te worden bevestigd met een hoek van maximaal 10º
t.o.v. een verticale lijn.

Montage van snelheid- en dieptetransducer

Zorg ervoor dat transducers worden geïnstalleerd overeenkomstig
de instructies die met de transducer zijn meegeleverd.
28
1
2
3
Zeilboot
Planerend motorschip
Waterverplaatsend motorschip
D 4349- 2
D4350-5
i50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave