Machine aan- en afkoppelen
7
Machine aan- en afkoppelen
7.1
Diepwoelen aan de tractor koppelen
1. De diepwoeler is uitgerust met hefpennen
voor hefarmen en topstang met cat. III .
De met overslagpennen beveiligde pennen
voor de hefstangen en topstang,
afhankelijk van het type tractor (zie
bedieningshandleiding van de tractor) met
hefkogels uitrusten.
2. De beveiliging van de snelkoppelhaken
ontgrendelen.
3. Tractorvoorzichtig achteruit rijden.
4. De hefarmen van de tractor aankoppelen.
5. Controleer of de beveiliging van de
snelkoppelhaken gesloten en geborgd is
(zie bedieningshandleiding van de tractor).
6. Topstang van de tractor (Fig. 19/1)
aansluiten.
7. De lengte van de topstang zodanig
instellen, dat de diepwoeler in werkstand
nagenoeg horizontaal staat.
40
Let-op!
•
U mag alleen een tractor gebruiken waarvan de
vermogensklasse afgestemd is op de machine!
•
Bij het aankoppelen van de machine aan de tractor met de
hefinrichting moet de aanbouwcategorie van machine en
tractor gelijk zijn!
•
Gebruik de aankoppelelementen van tractor en machine
volgens voorschrift!
•
Het is verboden bij het aankoppelen tussen de aanbouw
machine en achteruitrijdende tractor te gaan staan!
Aanwezige helpers mogen alleen aanwijzingen geven naast
de tractor en de machine. Pas wanneer de tractor stil staat,
mogen zij tussen de tractor en machine gaan staan om het
aankoppelen tot stand te brengen.
•
Volg bij het aan- en afkoppelen van de machine de
veiligheidsaanwijzingen op van hoofdstuk
"Veiligheidsaanwijzingen voor de persoon die de machine
bedient", op pagina 19.
Fig. 18
Fig. 19
TL BAH0003-1 04.09