Algemene veiligheidsaanwijzingen
2.16.2
Service, reparatie en onderhoud
22
•
Service, reparatie en schoonmaakwerkzaamheden evenals het
oplossen van storingen alleen uitvoeren met
ο
uitgeschakelde aandrijving
ο
stilstaande motor
ο
verwijderde contactsleutel
ο
afgekoppelde machinestekker van de boordcomputer
•
Regelmatig controleren of moeren en bouten nog vast zitten en
zo nodig natrekken!
•
Zorg dat de opgeheven machine of opgeheven
machinecomponenten voldoende beveiligd zijn tegen
onverwacht zakken, voor dat u onderhoud, reparatie of
reinigingswerkzaamheden aan de machine uitvoert.
•
Gebruik bij het vervangen van scherpe machinedelen het
geschikte gereedschap en draag werkhandschoenen.
•
Olie, vet en filters op milieuverantwoorde wijze afvoeren.
•
Voor dat U aan de tractor en aangekoppelde machine elektrisch
gaat lassen, eerst de pluskabel bij de dynamo en accu van de
tractor losmaken!
•
Reserve onderdelen moeten minstens aan de door de fabrikant
van de machine vastgelegde technische eisen voldoen! Daarom
uitsluitend originele
-onderdelen gebruiken!
TL BAH0003-1 04.09