nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
5.2 Initiële opstartprocedure
5.2.1 Oppervlakteunit
1. Draai de open/dicht klep op de persleiding dicht.
2. Open de open/dicht klep op de zuigleiding, indien aanwezig.
3. Vul de aanzuigunit of ontlucht de unit met positieve zuigkop met behulp van de vulplug.
4. Start de unit door de stekker in het stopcontact te steken en/of de schakelaar om te zetten.
5. Draai de open/dicht klep aan de perszijde langzaam en helemaal open.
6. Controleer als de unit in werking is of:
7. Noteer de drukwaarde bij nuldebiet.
5.2.2 Dompelunit
1. Draai de open/dicht klep op de persleiding dicht.
2. Ontlucht de unit met behulp van de vulplug.
3. Start de unit door de stekker in het stopcontact te steken en/of de schakelaar om te zetten.
4. Draai de open/dicht klep aan de perszijde langzaam en helemaal open als de unit in
5. Controleer als de unit in werking is of:
6. Noteer de drukwaarde bij nuldebiet.
5.3 Controle van de draairichting (driefase motoren)
1. Draai de open/dicht klep op de persleiding dicht.
2. Start de unit.
3. Controleer de drukmeter: als er geen druk of lage druk waargenomen wordt, is de
4. Stop de unit.
5.3.1 Verkeerde draairichting
1. Schakel de stroomvoorziening uit.
2. Verwissel de posities van twee van de drie draden van de voedingskabel aan de kant van
5.4 Stoppen
1. Draai de open/dicht klep op de persleiding dicht.
2. Stop de unit door de stekker uit het stopcontact te halen en/of de schakelaar om te zetten.
3. Open de open/dicht klep langzaam weer en controleer of er geen vloeistof door de unit
26
• Er geen vloeistof lekt uit de unit of leidingen
• Er geen ongewenst lawaai of trillingen zijn
• Het stroomverbruik binnen de waarden op het typeplaatje ligt
• De unit de verwachte hydraulische prestaties levert.
Wanneer de unit een vlotterschakelaar heeft kan hij afhankelijk van de positie ervan al dan
niet starten.
werking is.
• Er geen vloeistof lekt uit de unit of leidingen
• Er geen ongewenst lawaai of trillingen zijn
• Er geen wervelingen dichtbij de zuigaansluiting zijn
• De vlotterschakelaar, indien geïnstalleerd, beweegt zonder dat er obstakels zijn
• Het stroomverbruik binnen de waarden op het typeplaatje ligt
• De unit de verwachte hydraulische prestaties levert.
draairichting verkeerd.
de schakelkast.
Wanneer een vlotterschakelaar geïnstalleerd is, stopt de unit automatisch wanneer deze de
lage positie (minimaal vloeistofniveau) bereikt.
naar de tank/het bekken terugstroomt.
SCUBA DRY– Aanvullende handleiding voor installatie, bediening en onderhoud