GEVAAR: Elektrisch gevaar
Controleer of de externe beschermingsgeleider (aarde) langer is dan de fasegeleiders; indien
de unit per ongeluk van de fasegeleiders losgekoppeld wordt, moet de beschermingsgeleider
de laatste zijn die losgemaakt wordt van de klem.
GEVAAR: Elektrisch gevaar
Installeer geschikte beschermingssystemen tegen indirect contact, om dodelijke elektrische
schokken te vermijden.
4.4.2 Richtlijnen voor de elektrische aansluiting
1. Controleer of:
2. Controleer of de voedingskabel voorzien is van:
Overbelastings- of overtemperatuurbeveiliging - unit met monofase motor
GEVAAR: Elektrisch gevaar
Sluit de stekker aan op een contactdoos met een beschermingsgeleider (aarde).
De unit is uitgerust met een ingebouwde condensator en motorbeschermer en stopt
automatisch in geval van overbelasting of overtemperatuur.
Na enkele minuten geeft de motorbeschermer toestemming om opnieuw te starten.
Overbelastingsbeveiliging - unit met driefasenmotor
Installeer een geschikte motorbeschermer in de schakelkast, met D-curve in overeenstemming
met de stroom die op het gegevensplaatje is vermeld.
Stel de motorbeschermer in afhankelijk van het gebruik van de motor:
• Bij volle belasting moet de nominale stroomsterkte op het typeplaatje in acht worden
• Bij gedeeltelijke belasting moet de waarde op de bedrijfsstroomsterkte die gemeten is met
SCUBA DRY – Aanvullende handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
• De netspanning en netfrequentie overeenkomen met de specificaties op het
gegevensplaatje
• De voedingskabel beschermd is tegen hoge temperaturen, trillingen, stoten en slijten.
• Een kortsluitbeveiligingsapparaat van geschikte grootte
• Een netscheidingsschakelaar met een contactopening die van volledige uitschakeling
van de netvoeding verzekert onder de voorwaarden van de overspanning categorie III
• Voor gebruik in zwembaden, vijvers e.d. en alleen als er zich geen mensen of dieren in
bevinden een aardlekschakelaar (I∆N) ≤ 30 mA
• Als het niet mogelijk is om het niveau van de vloeistof visueel te controleren, installeer
dan een beveiliging tegen drooglopen die aangesloten moet worden op een
drukschakelaar (of een vlotterschakelaar, sensoren of andere geschikte apparaten).
• Installeer in geval van permanente installatie een aardlekschakelaar (RCCB
reststroomonderbreker) met een inschakelgevoeligheid van ≤ 30 mA.
genomen
een stroomtang in acht worden genomen.
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
23