2
Standaard afdrukinstellingen
In dit hoofdstuk worden de afdrukopties en algemene afdruktaken
in Windows beschreven.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•
Documenten afdrukken
•
Afdrukken naar een bestand (PRN)
•
Printerinstellingen
- Tabblad Lay-out
- Tabblad Papier
- Tabblad Grafisch
- Tabblad Extra
- Tabblad Info
- Tabblad Printer
- Favorieten
- De Help-functie
Documenten afdrukken
NB
• Het venster Eigenschappen van het printerstuurprogramma
in de gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster
dat u ziet, omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
Het printereigenschappenvenster bestaat echter uit vrijwel
dezelfde onderdelen.
•
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met
de printer. Zie Printerspecificaties onder Compatibiliteit
met besturingssysteem in de printerhandleiding.
• U kunt de exacte naam van uw printer controleren op de bijgeleverde
cd-rom.
De volgende procedure beschrijft de algemene stappen die u moet
volgen om vanuit een Windows-programma af te drukken. De exacte
procedure kan per programma verschillen. Raadpleeg de handleiding
van uw softwaretoepassing voor de exacte afdrukprocedure.
1
2
3
4
5
6
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als
een bestand.
Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken:
1
2
12
Standaard afdrukinstellingen
Open het document dat u wilt afdrukken.
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Het venster
Afdrukken verschijnt. Dit kan, afhankelijk van het gebruikte
programma, enigszins afwijken van onderstaande illustratie.
U kunt de belangrijkste afdrukinstellingen selecteren in het venster
Afdrukken. Deze instellingen omvatten het aantal exemplaren
en het afdrukbereik.
Zorg ervoor dat de printer
is geselecteerd.
Selecteer de printer in de keuzelijst Naam.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken,
klikt u op Eigenschappen of Voorkeursinstellingen in het
afdrukvenster van de toepassing. Meer informatie vindt u op
"Printerinstellingen" op pagina 13.
Als Instellen, Printer of Opties voorkomen in het afdrukvenster,
klikt u daarop. Klik in het volgende venster op Eigenschappen.
Klik op OK om het venster met printereigenschappen te sluiten.
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak
te starten.
Schakel het selectievakje Afdrukken naar bestand in het venster
Afdrukken in.
Selecteer een map, wijs een naam toe aan het bestand en klik op
OK.