Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden op het USB-geheugenapparaat rechtstreeks
afdrukken. U kunt TIFF-, BMP- en JPEG-bestanden afdrukken.
Bestandstypen die de optie Rechtstreeks afdrukken ondersteunt:
• BMP: BMP niet-gecomprimeerd
• TIFF: TIFF 6.0 Baseline
• JPEG: JPEG Baseline
Om een document af te drukken vanaf een USB-geheugenapparaat:
1
Steek een USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan
de voorkant van uw apparaat. Als u er reeds een hebt aangesloten,
drukt u op USB Print.
Uw apparaat detecteert automatisch het geheugenapparaat
op en leest de gegevens die erop zijn opgeslagen.
2
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste map of het gewenste
bestand verschijnt en druk vervolgens op OK.
Indien u D voor een mapnaam ziet, staan er één of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
3
Als u een bestand hebt geselecteerd, gaat u door met de volgende stap.
Als u een map hebt geselecteerd, drukt op de pijltoetsen tot het
gewenste bestand verschijnt.
4
Druk op de pijltoetsen om het aantal afdrukken te selecteren
of in te voeren.
5
Druk op OK, Color Start of Black Start om het geselecteerde
bestand af te drukken.
U hebt de keuze tussen de volgende twee modi:
• OK of Color Start: Afdrukken in kleur
• Black Start: Afdrukken in zwart-wit.
Na het afdrukken van het bestand wordt u gevraagd of u nog een
bestand wilt afdrukken.
6
Druk op OK wanneer Ja verschijnt voor een andere afdruktaak,
en herhaal de procedure vanaf stap 2.
Druk anders op de pijltoetsen om Nee te selecteren en druk
vervolgens op OK.
7
Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de stand-bymodus.
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op het USB-geheugenapparaat een
voor een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw
te formatteren.
Let op!
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet zodra u ze
hebt verwijderd of het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, dient u dan ook te
bevestigen dat u de bestanden niet meer gebruikt.
Een afbeeldingsbestand verwijderen
1
Steek het USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort
aan de voorkant van uw apparaat.
2
Druk op Scan to.
3
Druk op OK wanneer Naar USB scan. op de onderste regel
van het display verschijnt.
4
Druk op de pijltoetsen tot Bestandsbeheer verschijnt en
druk vervolgens op OK.
5
Druk op OK als Verwijderen verschijnt.
6
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste map of het gewenste
bestand verschijnt en druk vervolgens op OK.
Opmerking
Indien u D voor een mapnaam ziet, staan er één of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
Als u een bestand hebt geselecteerd, toont het display 2 seconden
lang de bestandsgrootte. Ga door met de volgende stap.
Als u een map hebt geselecteerd, drukt u op de pijltoetsen tot het
gewenste bestand verschijnt en drukt u op OK.
7
Druk op OK wanneer Ja verschijnt om uw keuze te bevestigen.
8
Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de stand-bymodus.
USB-geheugenapparaat formatteren
1
Steek het USB-geheugenapparaat in de USB-geheugenpoort aan
de voorkant van uw apparaat.
2
Druk op Scan to.
3
Druk op OK wanneer Naar USB scan. op de onderste regel van
het display verschijnt.
4
Druk op de pijltoetsen tot Bestandsbeheer verschijnt en druk
vervolgens op OK.
5
Druk op de pijltoetsen tot Indeling verschijnt en druk vervolgens op OK.
6
Druk op OK wanneer Ja verschijnt om uw keuze te bevestigen.
7
Druk op Stop/Clear om terug te keren naar de stand-bymodus.
9.3
<Gebruik van een USB-flashgeheugen>