8
Scannen
Met de scanfunctie zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden
die u op de computer kunt opslaan. U kunt de bestanden vervolgens per
e-mail verzenden, uploaden naar uw website of gebruiken in een project
dat u afdrukt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•
Beginselen van scannen
•
Naar een toepassing scannen via een lokale verbinding
•
Scannen over het netwerk (enkel CLX-2160N)
•
De instellingen voor iedere scanopdracht wijzigen
•
De standaardscaninstellingen wijzigen
Opmerking
De maximale resolutie is afhankelijk van een aantal factoren,
zoals de snelheid van de computer, de beschikbare schijfruimte,
het geheugen, de grootte van het te scannen bestand en de
instellingen van de bitdiepte. U zult daarom eventueel, afhankelijk
van uw systeem en wat u scant, niet kunnen scannen met
bepaalde resoluties, vooral niet met de uitgebreide resolutie.
Beginselen van scannen
Met uw apparaat kunt u een afbeelding op de volgende manier
inscannen via een lokale verbinding:
• Via een van de door u ingestelde beeldtoepassingen. Als u een
afbeelding wilt scannen, wordt de geselecteerde toepassing gestart
zodat u het scanproces kunt sturen. Raadpleeg de volgende sectie.
• Via het meegeleverde programma SmarThru™. Als u een afbeelding
scant, wordt SmarThru™ gestart. Met behulp van dit programma
kunt u het scanproces sturen.
• Via het stuurprogramma Windows Images Acquisition (WIA).
Raadpleeg de sectie Software.
• Naar een draagbaar USB-geheugenapparaat, indien het in de USB-
geheugenpoort van uw apparaat wordt gestoken. Zie pagina 9.2.
U kunt gescande afbeeldingen naar verschillende bestemmingen sturen
over een netwerk:
• Naar uw met het netwerk verbonden computer via het programma
Netwerkscan. U kunt een afbeelding op het apparaat inscannen
en ze, indien het apparaat met het netwerk is verbonden, naar de
computer doorsturen waarop het programma Netwerkscan draait.
(enkel CLX-2160N)
Naar een toepassing scannen
via een lokale verbinding
Opmerking
Via het Hulpprogramma voor printerinstellingen kunt u meer
TWAIN-compatibele software voor het scannen toevoegen,
zoals Adobe Photoshop Deluxe, Microsoft Paint, Email,
SmarThru, OCR of Adobe Photoshop. Raadpleeg de sectie
Software.
1
Zorg ervoor dat het apparaat en de computer ingeschakeld zijn
en met elkaar zijn verbonden.
2
Plaats een enkel origineel met de bedrukte zijde naar beneden
op de glasplaat.
Zie pagina 5.1 voor meer informatie over het laden van originelen.
3
Druk op Scan to.
Klaar om te sc. verschijnt op de bovenste regel van het display.
4
Druk op de pijltoetsen tot Naar toep. sc. op de onderste regel
van het display verschijnt en druk vervolgens op OK.
5
Druk op de pijltoetsen tot de gewenste toepassing verschijnt
en druk vervolgens op OK.
6
Pas de scaninstellingen in de geselecteerde toepassing aan
en begin te scannen.
Details vindt u in de handleiding van de toepassing.
8.1
<Scannen>