De tonercassette onderhouden
Tonercassette bewaren
Neem de volgende richtlijnen in acht voor een optimaal resultaat:
• Haal de tonercassette pas uit de verpakking op het moment dat
u deze gaat gebruiken.
• Vul de tonercassette niet bij. Schade aan het apparaat als gevolg
van bijgevulde cassettes valt niet onder de garantie.
• Bewaar tonercassettes in dezelfde ruimte als het apparaat.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht.
Verwachte levensduur van de cassette
De gebruiksduur van de tonercassette hangt af van de hoeveelheid
toner die tijdens het afdrukken wordt gebruikt. In de praktijk kan het
aantal pagina's variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid, de
omgevingsomstandigheden, het interval tussen verschillende afdrukken
en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, moet de tonercassette vaker worden vervangen.
Toner herverdelen
Wanneer de tonercassette bijna leeg is:
• verschijnen er witte strepen of lichtere vlekken op de afdruk;
• verschijnt een bericht dat de toner bijna op is;
• verschijnt het venster van het programma Smart Panel op het
computerscherm en geeft aan welke kleurentonercassette bijna leeg is;
• knippert de Status-LED rood.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de
resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven
die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner
opnieuw is verdeeld.
1
Open de voorklep.
2
Haal de betreffende tonercassette eruit.
3
Houd de tonercassette vast en draai deze 5 of 6 keer, om de toner
gelijkmatig in de cassette te verdelen.
Opmerking
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg deze dan weg
met een droge doek en was het kledingstuk in koud water.
De toner hecht zich aan de stof als u warm water gebruikt.
4
Neem de tonercassette en zet deze op één lijn met de
corresponderende opening in het apparaat. Steek deze terug
tot deze vastklikt.
5
Sluit de klep aan de voorzijde. Controleer of de klep goed dicht is.
10.4
<Onderhoud>