•
Type: Hier wordt aangegeven of het werkformulier door de maker is
vergrendeld.
•
Naam: Hier wordt de naam van het werkformulier weergegeven.
•
Invr.: Hier wordt de naam van de invoermodule van het
werkformulier weergegeven.
•
Doorsturen: Hier wordt de naam van de doorstuurmodule van
het werkformulier weergegeven. Als er meerdere modules aan
een doorstuurwerkformulier zijn toegevoegd, wordt Meerdere
weergegeven in deze kolom zonder pictogram.
•
Eigensch.: Hier worden de eigenschappen van het werkformulier
weergegeven.
•
Maken: Hiermee kunt u een nieuw privewerkformulier maken.
•
Verwijd.: Hiermee verwijdert u het geselecteerde werkformulier.
•
Bewerken: Hiermee kunt u een werkformulier wijzigen.
•
Detail: Hier wordt gedetailleerde informatie over het werkformulier
weergegeven.
•
Zoeken: Hiermee kunt u zoeken naar een werkformulier met een
bepaalde werkformuliernaam.
•
Taak: Hiermee kunt u een werkformulier importeren van USB, een
werkformulier exporteren naar USB, of een werkformulier kopieren
of verplaatsen naar een openbaar werkformulier. Daarnaast kunt u
een snelkoppeling instellen op het tabblad met favoriete werkformulieren
door te klikken op Inst. op favor. werkform of een snelkoppeling
verwijderen door te klikken op Inst. op norm. werkform.
•
Uitv.: Hiermee start u de taak die in het werkformulier is gedefinieerd.
Scherm Workform maken
U kunt een nieuw werkformulier maken. Als u een nieuw werkformulier
wilt toevoegen, drukt u op Maken op het tabblad Mijn werkformulier of
Openbaar werkformulier.
U kunt maximaal 100 werkformulieren maken.
Tabblad Invr.
•
Invr.: Hier wordt de naam van de invoermodule van het werkformulier
weergegeven.
•
Status: Hier wordt de status van de instelling weergegeven. Als u
een werkformulier wilt maken, moet u alle verplichte items van de
toegewezen invoermodule instellen.
Wanneer u alle verplichte items hebt ingevuld, wordt de knoppen
Opslaan & Uitv. en Opslaan ingeschakeld.
•
Instellingen: Hiermee kunt u de instellingen voor de module
configureren.
•
Volg.: Hiermee gaat u naar het volgende tabblad.
Tabblad Doorsturen
•
Doorsturen: Hier wordt de naam van de doorstuurmodule van het
werkformulier weergegeven.
•
Status: Hier wordt de status van de instelling weergegeven. Als u
een werkformulier wilt maken, moet u alle verplichte items van de
toegewezen doorstuurmodule(s) instellen.
Wanneer u alle verplichte items hebt ingevuld, wordt de knoppen
Opslaan & Uitv. en Opslaan ingeschakeld.
•
Mod. toev.: Hiermee kunt u een of meer doorstuurmodules
toevoegen.
Voordat u een module toevoegt, moet u ervoor zorgen dat de
parameters voor de verschillende modules op de juiste wijze zijn
geconfigureerd.
•
Fax: Zie "Het faxen voorbereiden" op pagina 56.
•
E-mail, Server: Zie "Originelen scannen en via SMB/FTP (Scannen
naar server) verzenden" op pagina 51.
•
Verwijd.: Hiermee verwijdert u de geselecteerde module.
•
Instellingen: Hiermee kunt u de instellingen voor de module
configureren.
•
Vorige: Hiermee gaat u naar het vorige tabblad.
•
Volg.: Hiermee gaat u naar het volgende tabblad.
Tabblad Eigensch.
•
Naam van workform: Hier kunt u de naam van het werkformulier
instellen.
•
Uitgest. start.: Hier kunt u de startdatum en de starttijd plannen.
•
Vervallen: Hier kunt u de vervaldatum instellen.
•
Beveiligd: Hiermee kunt het werkformulier vergrendelen met een
wachtwoord.
De Standard Workflow gebruiken_ 75